Ouders met ernstige psychische aandoeningen; epidemiologische gegevens

ACHTERGROND Er is groeiende aandacht voor de hulpvragen rondom ouderschap van mensen met ernstige psychische aandoeningen. Weinig is echter bekend over de omvang van deze groep. DOEL Schatten van het aantal ouders van 18-64 jaar oud in Nederland met ernstige psychische aandoeningen, mede om het benodigde zorgaanbod te bepalen. METHODE Door het combineren van informatie uit epidemiologische studies werd een indicatie verkregen over het voorkomen van ouderschap bij mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen. RESULTATEN Van alle patiënten met ernstige psychische aandoeningen had naar schatting 48% kinderen. De omvang van deze groep ouders was 0,9% van de bevolking tussen 18 jaar en 65 jaar en dit waren 68.000 mensen voor het jaar 2009. CONCLUSIE Bij bijna de helft van de mensen van 18-64 jaar met ernstige psychische aandoeningen dient de hulpverlening alert te zijn op potentiële behoefte aan ondersteuning bij het vervullen van de ouderrol. Betere registratie van mogelijke problemen in de ouder-kindrelatie is noodzakelijk voor een adequate sturing van het zorgaanbod, zowel op individueel als op macronivea

The impact of routine outcome measurement on treatment processes in community mental health care: approach and methods of the MECCA study

Three issues characterise the background to the MECCA study: A) Throughout Europe, most patients with severe forms of psychotic disorders are cared for in the community. The challenge now is to make processes in community mental health care more effective. B) There are widespread calls to implement regular outcome measurement in routine settings. This, however, is more likely to happen, if it provides a direct benefit to clinicians and patients. C) Whilst user involvement is relatively ?" easy to achieve on a political level, new mechanisms may have to be established to make the views of patients feed into individual treatment decisions. The MECCA study is a cluster randomised controlled trial following the same protocol in community mental health teams in six European countries. In the experimental group, patients' subjective quality of life, treatment satisfaction and wishes for different or additional help are assessed in key worker-patient meetings every two months and intended to inform the therapeutic dialogue and treatment decisions. The trial tests the hypothesis that the intervention - as compared to current best standard practice - will lead to a better outcome in terms of quality of life and other criteria in patients with psychotic disorders over a one year period. This more favourable outcome is assumed to be mediated through different treatment input based on more appropriate joint decisions or a more positive therapeutic relationship in line with a partnership model of care or both. Moreover, the study will hopefully reveal new insights into how therapeutic processes in community mental health care work and how they can be optimise