950 research outputs found

    External versus internal possessor structures and inalienability in Russian

    Get PDF
    This study deals with the choice between two external possessor structures in Russian: the possessive dative and the U + genitive PP. Is shows that this choice is primarily related to the thematic role of the possessor adjunct, which can vary with the same verb: the possessive dative presents it as a goal or as an experiencer, while the U-construction views it as a source or a location. Two general conclusions can be drawn from this study: - Russian views the possessive relation through its relationship with space. - Russian external possessor structures reflect two different delimitations of inalienable possession, one restricted to animate referents for the dative and one extended to a wide range of possessive relations including inanimate referents for the U-construction

    La construction à datif épistémique et les verbes parenthétiques

    Get PDF
    Cet article montre que la "construction à datif épistémique" (je lui trouve mauvaise mine) n'accueille pas les mêmes verbes que la structure parenthétique, bien que ces deux structures accueillent des verbes épistémiques, qui ne véhiculent pas l’information essentielle de la phrase. L’étude plus détaillée de trois verbes, croire, trouver et penser, montre en outre que ces verbes gardent leur propriétés valencielles dans la CDE dans la mesure où ils sélectionnent le COD véhiculant le prédicat second, qui à son tour exerce aussi une influence sur la sélection du sujet de la prédication seconde. En outre, le fait que cette structure soit fréquente avec trouver, moins avec croire et impossible avec penser, ainsi que le type de prédicats sélectionnés par ces verbes dans cette structure, suggèrent que la CDE accueille surtout des prédications subjectives, difficilement vérifiables

    Alida Wynanda Sanders Van Loo (1860-1939) De biografie van een vergeten schrijfster, journaliste en vertaalster

    Get PDF
    Biografie van de vergeten schrijfster, journaliste en vertaalster Alida Wynanda Sanders Van Loo, met een gannoteerde editie van haar reisdagboeken Europe en met haar oorlogsdagboek (Wereldoorlog I, Gent) in bijlage. Enkele trefwoorden: Paul Buschmann junior, Pol de Mont, Marie Belpaire, Charles Doudelet. Dietsche Warande en Belfort, de Vlaamsche School, Onze Kunst

    An Early Canadian Herbal

    Get PDF

    Possessives and grammaticalization in Romance

    Get PDF
    As is well known, the possessive paradigms of French, Italian, Spanish and Romanian contain three types of possessive: adjectives, determiners and pronouns. Comparing with the Latin system, from which all Romance possessive systems derive, two tendencies prevail: possessive pronouns tend to be eliminated, and possessive adjectives change into determiners or become defictive adjectives with a restricted distribution. However, the possessive system of each of these four languages appears to be different. The aim of the article is to examine the extent to which these differences are the result of different degrees of grammaticalization. We show that the possessive system in French is in the lead in terms of grammaticalization in that neither of its two paradigms any longer displays adjectival properties. The least grammaticalized system is the Italian, while Spanish and Romanian occupy intermediate positions: Spanish combines the French system of clitic forms with the Italian system of strong forms. As for Romanian, the dependence of the possessive form on the definite article or its substitute AL shows that it is more grammaticalized than the Italian possessive system

    Multi-mode resource-constrained project schedule problem: metaheuristic solution procedures and extensions

    Get PDF
    Operations research (OR) heeft als doel processen binnen organisaties te verbeteren of te optimaliseren met behulp van hiervoor ontwikkelde technieken en modellen. De discipline kende zijn oorsprong tijdens WOII, toen aan de hand van wiskundige modellen de logistieke bevoorrading van militair materiaal en goederen werd gepland. In de jaren na de oorlog ontwikkelde OR zich ten volle en tot op vandaag worden technieken en procedures ontwikkeld om complexe problemen in de bedrijfswereld, de maatschappij en de industrie te analyseren en te optimaliseren. Een van de onderzoeksdomeinen waarbinnen OR actief is, is project management. Project management kan omschreven worden als het geheel van kennis, vaardigheden, tools en technieken om een project te plannen, teneinde aan alle projecteisen te voldoen. Een project kan gedefinieerd worden als een tijdelijke inspanning met als doel het cre¨eren van een uniek product of een unieke service (PMBOK). De bouw van piramides in Egypte, de ontwikkeling van een iPhoneapplicatie, het schrijven van een doctoraat, de organisatie van een verkiezingscampagne of het bouwen van een huis, het zijn allen typische voorbeelden van projecten. De voorbije jaren is het belang van project management enorm toegenomen. Tientallen boeken over project management zijn verschenen en project software pakketten zijn ontwikkeld of uitgebreid met nieuwe planningsmogelijkheden. Bovendien zijn verschillende planningsproblemen reeds uitvoerig bestudeerd in de academische literatuur en zijn talloze exacte, heuristische of metaheuristische oplossingsmethodes voorgesteld. Een van die planningsproblemen is het zogenaamde ’multi-mode resourceconstrained project scheduling probleem’, waarbij getracht wordt een project in een zo kort mogelijke duurtijd te plannen, rekening houdend met de volgorderelaties tussen de verschillende activiteiten ´en met de beschikbare hernieuwbare en niet-hernieuwbare middelen. Voor elk van de activiteiten zijn er bovendien meerdere uitvoeringsmogelijkheden. Dit doctoraat is opgedeeld in twee delen. In een eerste deel worden drie metaheuristische oplossingsprocedures en een nieuwe dataset voorgesteld, terwijl in het tweede deel verschillende meer praktische concepten worden ge¨ıntroduceerd. Dit werk wordt afgesloten met een algemene conclusie en enkele suggesties voor verder onderzoek. Deel I van dit doctoraat start met een introductie van het multi-mode resourceconstrained project scheduling probleem en een overzicht van de beschikbare literatuur. Aan de hand van een voorbeeld worden enkele veelgebruikte termen in de project planning literatuur voorgesteld. Vervolgens worden drie oplossingsmethodes ontwikkeld: een genetisch algoritme (GA), een artificiel immune system algoritme (AIS) en een scatter search algoritme (SS). Het voorgestelde genetisch algoritme verschilt van andere genetische oplossingsmethodes aangezien het gebruik maakt van twee populaties, ´e´en met leftjustified schedules (waarbij alle activiteiten zo vroeg mogelijk gepland worden) en ´e´en met right-justified schedules (waarbij alle activiteiten zo laat mogelijk gepland worden). Het algoritme maakt ook gebruik van een generatieschema dat is uitgebreid met een methode die de gekozen mode van een activiteit tracht te optimaliseren door te kiezen voor de mode die resulteert in de laagst mogelijke eindtijd voor die activiteit. De artificial immune system procedure is gebaseerd op de principes van het menselijke immuun systeem. Wanneer ziektekiemen het menselijke lichaam binnendringen zullen de antigenen die in staat zijn om de ziektekiemen te bestrijden, zich vermenigvuldigen om op die manier zo snel mogelijk de ziekte te doen verdwijnen. Ditzelfde principe wordt toegepast in deze oplossingsmethode, die bovendien een procedure bevat om op een gecontroleerde manier de initi¨ele populatie te genereren. Deze procedure is gebaseerd op experimentele resultaten die een link aantonen tussen bepaalde karakteristieken van de gekozen modes en de uiteindelijke duurtijd van het project. Een laatste algoritme is een scatter search procedure. Deze procedure maakt gebruik van verschillende verbeteringsmethodes die elk aangepast zijn aan de specifieke karakteristieken van de verschillende hernieuwbare en niet-hernieuwbare middelen. De procedure wordt aan de hand van parameters die de beperktheid van de middelen aangeeft, gestuurd in de richting van de meest effici¨ente verbeteringsmethode en op die manier wordt een zo optimaal mogelijke oplossing gezocht. Elk van de voorgestelde procedures behaalde uitstekende resultaten op de bestaande benchmark datasets. Deze sets vertonen evenwel enkele beperkingen gezien de huidige evolutie in de ontwikkeling van metaheuristische oplossingsmethodes. Om die reden werd een nieuwe, verbeterde dataset ontwikkeld, die onderzoekers in staat moet stellen om hun oplossingen te vergelijken met andere procedures. Om een vergelijking te kunnen maken tussen alle bestaande oplossingsmethodes hebben we elk algoritme dat beschikbaar is in de literatuur gecodeerd en getest op de bestaande en nieuwe datasets. Door alle testen uit te voeren op eenzelfde computer en met eenzelfde stopcriterium zijn we in staat geweest een duidelijke en faire vergelijking te maken. Onze voorgestelde algoritmes performeren bovendien uitstekend. In het tweede deel van dit doctoraat worden een aantal uitbreidingen onder de loep genomen. Zo wordt in het eerste hoofdstuk van dit tweede deel de invloed nagegaan van het onderbreken van activiteiten: activiteiten kunnen dan op elke tijdstip stopgezet worden om later, zonder bijkomende kost, herstart te worden. De introductie van deze uitbreiding leidt tot een significante daling van de gemiddelde duurtijd van een project vergeleken met de situatie waarin geen onderbrekingen toegelaten worden. Een andere uitbreiding is de introductie van leereffecten in een projectomgeving. Hierbij wordt verondersteld dat een persoon effici¨enter wordt naarmate hij of zij langer aan een activiteit werkt. Dit leerconcept wordt vanuit drie verschillende zijdes bekeken. Ten eerste wordt nagegaan wat de invloed is van de introductie van het leerconcept op de totale duurtijd van een project en worden de verschillende parameters die hierop een invloed hebben geanalyseerd. Ten tweede bekijken we welke foutenmarge er moet aangenomen worden wanneer men geen rekening houdt met het leerconcept en tot slot achterhalen we dat door het tijdig incorporeren van de leereffecten significante verbeteringen kunnen gerealiseerd worden. In het laatste deel van dit doctoraat wordt het genetisch algoritme uit deel I gebruikt om de planning van een audit kantoor te optimaliseren. In deze planning dienen audit teams toegewezen te worden aan verschillende audit taken. Er kan duidelijk aangetoond worden dat met het gebruik van optimalisatietechnieken significante verbeteringen kunnen gemaakt worden in de planning van de audit teams. De bijdrage van dit doctoraat is drievoudig. Ten eerste werden drie stateof-the-art algoritmes gepresenteerd die in staat zijn om het multi-mode resourceconstrained project scheduling probleem op een heel effici¨ente manier op te lossen. Bovendien werd telkens specifieke project informatie gebruikt om de effici¨entie van de procedure te verhogen. Ten tweede werden verschillende stappen ondernomen om dit probleem uit te breiden naar meer realistische planningsproblemen. Het toelaten van het onderbreken van activiteiten en de introductie van leereffecten leidden tot nieuwe inzichten in het onderzoek van project planning. Tot slot wordt met de ontwikkeling van een nieuwe dataset onderzoekers aangemoedigd om hun resultaten te vergelijken met die van andere procedures. Met deze nieuwe dataset is tevens de basis gelegd voor verder onderzoek van dit interessante planning

    Je lui trouve du charme: une structure particulière de la prédication seconde

    Get PDF
    Notre contribution porte sur les constructions à datif épistémique (cf. je lui trouve du charme) et a pour objectif de répondre à deux questions : (i) comment se situe cette construction par rapport aux autres structures datives et (ii) comment se situe-t-elle par rapport à d’autres structures de la prédication seconde. Notre analyse montre que la réponse varie selon le type de verbe : pour certains verbes tels que attribuer, reconnaître, prêter, la construction à datif épistémique est une extension de la structure dative de base exprimant un transfert ; par contre, pour d’autres, il s’agit d’une construction spécifique, proche de celle à attribut de l’objet. Sur le plan sémantique, la principale propriété de la construction à datif épistémique est qu’elle présuppose une absence de véridicité de la prédication seconde, valeur sémantique qui résulte de celle d’assignation d’une propriété, qui est elle-même une extension du sens de transfert. La construction à datif épistémique partage cette valeur d’absence de véridicité avec certaines autres structures de la prédication seconde (du type ‘small clause’). Notre hypothèse est que cette valeur d’absence de véridicité peut expliquer un grand nombre des contraintes apparemment aléatoires sur la structure, lexicales et autres

    The different interpretations of the French adjective pareil or how a relational adjective becomes an anaphoric device

    Get PDF
    "Pareil" is a relational adjective, which expresses a relation of identity between two or more entities. Unlike "même" and" différent", it does not give rise to referentially dependent interpretations. Nevertheless the arguments of the relation can be expressed in various ways, which allows us to distinguish three different uses of "pareil": (i) used with an overt item of comparison, taking the form of a PP introduced by the preposition "à"; (ii) an anaphorical use, in which one of the arguments of the relation is expressed in the preceding context, and (iii) an internal or reciprocal use, in which the different arguments are expressed by the plural NP "pareil" is predicated of. The aim of this contribution is to study the factors that bring about the latter two interpretations. It is shown that the anaphorical reading is the most frequent one and that it is the only one possible whenever "pareil" is used attributively preceding the noun. In these uses, "pareil" is very close to "tel": both adjectives establish what could be called a generic anaphora. The reciprocal interpretation is made possible by the presence of a quantifier, which focalises the part structure of the referent of the NP. This quantifying element can be a determiner, a floating quantifier, an adverbial or even a durative copular verb such as "rester"
    • …
    corecore