18 research outputs found

    A training course for psychologists:Learning to assess (alleged) sexual abuse among victims and perpetrators who have intellectual disabilities

    Get PDF
    People with intellectual disabilities (ID) are at greater risk of being a victim of sexual abuse and may also be more predisposed to perpetrating sexual abuse. Although the prevalence of sexual abuse among people with ID is difficult to determine, it is clear that there are serious consequences for both victims and perpetrators, and professional support is needed. Psychologists play an important role in the assessment of sexual abuse in both victims and perpetrators and require specific knowledge and skills to execute the assessments. We therefore developed a training course for psychologists aimed at increasing their (applied) knowledge of sexual abuse and the related assessment process in people with ID. In a five-day training course, sessions focusing on theories about diagnostic models were combined with sessions focusing on the assessment of sexual abuse of victims and perpetrators. The effectiveness of the training course was determined in terms of (applied) knowledge via the administration of a study-specific questionnaire including a hypothetical case vignette before, immediately after, and six months after completion of the course. The results show that the knowledge of the psychologists related to sexual abuse and the assessment process for sexual abuse increased significantly, and remained above pre-test level at six-month follow-up. These results are promising, but more research is needed to see if the increased (applied) knowledge in turn leads to application in practice and better care for both victims and perpetrators

    The perspectives of agents working in positions of authority within health sector organisations regarding the involvement of experts by experience with an intellectual disability:An exploratory study

    Get PDF
    Background:In this study, agents working in positions of authority within health sector organisations shared their perspectives concerning both the involvement of experts by experience with intellectual disabilities within their own organisations and their recommendations as to how best to involve experts by experience in policy and practice.Method:Using purposive sampling, eight agents were selected for semi-structured interviews. The interviews were analysed using thematic analysis. Results:The results indicated the importance of involving experts by experience. However, they also highlighted several barriers such as a lack of emphasis on genuine attention, insufficient visibility and recognition of expertise, and a lack of support for sustainable inclusion.Conclusions:Agents are willing to involve experts by experience in health sector organisations, but practical challenges hindered them from actually doing so. This study emphasises the importance to find solutions for better inclusion in policies

    Challenging behavior of people with mild intellectual disabilities or borderline intellectual functioning:The perspective of clients and caregivers

    Get PDF
    Publiekssamenvatting over het proefschrift van Kim van den Bogaard getiteld ‘Challenging behavior of people with mild intellectual disabilities or borderline intellectual functioning: The perspective of clients and support staff’ Mensen met een lichte verstandelijke beperking (LVB) of zwakbegaafdheid hebben een verhoogde kans op het vertonen van grensoverschrijdend gedrag. Er zijn echter nog weinig instrumenten beschikbaar om grensoverschrijdend gedrag bij deze doelgroep in kaart te brengen, waarbij de context in overweging wordt genomen. Veelal wordt hierbij ook niet het perspectief van de persoon met een LVB of zwakbegaafdheid meegenomen. In haar proefschrift brengt Kim van de Bogaard grensoverschrijdend gedrag in kaart, vanuit het perspectief van de persoon zelf en diens begeleider(s). De centrale conclusies zijn dat het merendeel van alle grensoverschrijdende gedragingen wordt veroorzaakt door een kleine groep mensen met een LVB of zwakbegaafdheid, dat het voor begeleiders niet altijd duidelijk is waarom deze mensen grensoverschrijdend gedrag vertonen en dat de oorzaken die begeleiders en mensen met een LVB of zwakbegaafdheid noemen voor grensoverschrijdend gedrag verschillen. Van den Bogaard adviseert daarom om behandeling en begeleiding van grensoverschrijdend gedrag vooral te richten op deze specifieke groep cliënten, waarbij hun eigen perspectief op de redenen van hun gedrag standaard bevraagd zou moeten worden. Het promotieonderzoek richt zich op agressie, zelf beschadiging en seksueel ongepast gedrag als vormen van grensoverschrijdend gedrag. Uit een literatuurstudie kwam naar voren dat mensen met een LVB of zwakbegaafdheid verschillende oorzaken kunnen noemen voor elk type grensoverschrijdend gedrag. In interviews heeft van den Bogaard begeleiders en mensen met een LVB of zwakbegaafdheid die grensoverschrijdend gedrag vertonen gevraagd naar de redenen van hun gedrag. Vanuit het perspectief van de begeleider lijken de oorzaken van grensoverschrijdend gedrag vaker onveranderbaar, aangezien zij vooral kenmerken noemen van de cliënt, zoals diens niveau van functioneren. Mensen met een LVB of zwakbegaafdheid zelf noemen naast kenmerken van zichzelf, ook kenmerken die veranderbaar zijn, zoals interacties met de omgeving. Deze kenmerken bieden aanknopingspunten voor interventies. Door observatielijsten brachten begeleiders daarnaast de kenmerken van grensoverschrijdend gedrag bij mensen met een LVB of zwakbegaafdheid in kaart. Hierbij werd gebruik gemaakt van observatielijsten speciaal ontworpen voor deze doelgroep. Deze observatielijsten helpen hen om inzichtelijk te maken wat er gebeurt voorafgaand, tijdens en na grensoverschrijdend gedrag. Daarnaast kunnen de observatielijsten ook gebruikt worden om na te gaan of ingezette interventies er inderdaad voor zorgen dat iemand minder grensoverschrijdend gedrag vertoont. Dit onderzoek laat zien dat het waardevol is om zowel begeleiders als mensen met een LVB of zwakbegaafdheid te vragen naar de oorzaken van grensoverschrijdend gedrag om op basis hiervan passende interventies in te zetten en alle betrokkenen beter te ondersteune

    Challenging behavior of people with mild intellectual disabilities or borderline intellectual functioning: The perspective of clients and support staff

    No full text
    Publiekssamenvatting over het proefschrift van Kim van den Bogaard getiteld ‘Challenging behavior of people with mild intellectual disabilities or borderline intellectual functioning: The perspective of clients and support staff’ Mensen met een lichte verstandelijke beperking (LVB) of zwakbegaafdheid hebben een verhoogde kans op het vertonen van grensoverschrijdend gedrag. Er zijn echter nog weinig instrumenten beschikbaar om grensoverschrijdend gedrag bij deze doelgroep in kaart te brengen, waarbij de context in overweging wordt genomen. Veelal wordt hierbij ook niet het perspectief van de persoon met een LVB of zwakbegaafdheid meegenomen. In haar proefschrift brengt Kim van de Bogaard grensoverschrijdend gedrag in kaart, vanuit het perspectief van de persoon zelf en diens begeleider(s). De centrale conclusies zijn dat het merendeel van alle grensoverschrijdende gedragingen wordt veroorzaakt door een kleine groep mensen met een LVB of zwakbegaafdheid, dat het voor begeleiders niet altijd duidelijk is waarom deze mensen grensoverschrijdend gedrag vertonen en dat de oorzaken die begeleiders en mensen met een LVB of zwakbegaafdheid noemen voor grensoverschrijdend gedrag verschillen. Van den Bogaard adviseert daarom om behandeling en begeleiding van grensoverschrijdend gedrag vooral te richten op deze specifieke groep cliënten, waarbij hun eigen perspectief op de redenen van hun gedrag standaard bevraagd zou moeten worden. Het promotieonderzoek richt zich op agressie, zelf beschadiging en seksueel ongepast gedrag als vormen van grensoverschrijdend gedrag. Uit een literatuurstudie kwam naar voren dat mensen met een LVB of zwakbegaafdheid verschillende oorzaken kunnen noemen voor elk type grensoverschrijdend gedrag. In interviews heeft van den Bogaard begeleiders en mensen met een LVB of zwakbegaafdheid die grensoverschrijdend gedrag vertonen gevraagd naar de redenen van hun gedrag. Vanuit het perspectief van de begeleider lijken de oorzaken van grensoverschrijdend gedrag vaker onveranderbaar, aangezien zij vooral kenmerken noemen van de cliënt, zoals diens niveau van functioneren. Mensen met een LVB of zwakbegaafdheid zelf noemen naast kenmerken van zichzelf, ook kenmerken die veranderbaar zijn, zoals interacties met de omgeving. Deze kenmerken bieden aanknopingspunten voor interventies. Door observatielijsten brachten begeleiders daarnaast de kenmerken van grensoverschrijdend gedrag bij mensen met een LVB of zwakbegaafdheid in kaart. Hierbij werd gebruik gemaakt van observatielijsten speciaal ontworpen voor deze doelgroep. Deze observatielijsten helpen hen om inzichtelijk te maken wat er gebeurt voorafgaand, tijdens en na grensoverschrijdend gedrag. Daarnaast kunnen de observatielijsten ook gebruikt worden om na te gaan of ingezette interventies er inderdaad voor zorgen dat iemand minder grensoverschrijdend gedrag vertoont. Dit onderzoek laat zien dat het waardevol is om zowel begeleiders als mensen met een LVB of zwakbegaafdheid te vragen naar de oorzaken van grensoverschrijdend gedrag om op basis hiervan passende interventies in te zetten en alle betrokkenen beter te ondersteune

    A training course for psychologists: Learning to assess (alleged) sexual abuse among victims and perpetrators who have intellectual disabilities

    No full text
    People with intellectual disabilities (ID) are at greater risk of being a victim of sexual abuse and may also be more predisposed to perpetrating sexual abuse. Although the prevalence of sexual abuse among people with ID is difficult to determine, it is clear that there are serious consequences for both victims and perpetrators, and professional support is needed. Psychologists play an important role in the assessment of sexual abuse in both victims and perpetrators and require specific knowledge and skills to execute the assessments. We therefore developed a training course for psychologists aimed at increasing their (applied) knowledge of sexual abuse and the related assessment process in people with ID. In a five-day training course, sessions focusing on theories about diagnostic models were combined with sessions focusing on the assessment of sexual abuse of victims and perpetrators. The effectiveness of the training course was determined in terms of (applied) knowledge via the administration of a study-specific questionnaire including a hypothetical case vignette before, immediately after, and six months after completion of the course. The results show that the knowledge of the psychologists related to sexual abuse and the assessment process for sexual abuse increased significantly, and remained above pre-test level at six-month follow-up. These results are promising, but more research is needed to see if the increased (applied) knowledge in turn leads to application in practice and better care for both victims and perpetrators

    VerbanXdoos: Toolkit bij registratie van zelfbeschadigend gedrag

    No full text
    Item does not contain fulltextZelfbeschadigend gedrag komt vaak voor bij mensen met een verstandelijke beperking. Zelfbeschadiging is gedrag waarbij iemand zichzelf opzettelijk fysiek beschadigd of een poging daartoe doet. Dit gedrag kan ernstige gevolgen hebben voor de persoon en zijn omgeving. Redenen waarom mensen zelfbeschadigend gedrag laten zien, zijn divers. Oorzaken kunnen genetisch, biologisch of psychologisch zijn, maar ook uitgelokt worden door de omgeving van de cliënt. Het is vaak lastig om zelfbeschadigend gedrag goed in kaart te brengen en gerichte interventies in te zetten. De VerbanXdoos biedt een oplossing. De VerbanXdoos helpt je stapsgewijs om in samenwerking met je team zelfbeschadigend gedrag van mensen met een verstandelijke beperking in kaart te brengen. Je krijgt door het vullen van de SelfHarm-Scale inzicht in de triggers, omgevingskenmerken en consequenties van de zelfbeschadiging. Op basis hiervan zet je vervolgens interventies in, die zich richten op de afname van dit gedrag. De Self-Harm-Scale kan je dan vervolgens helpen om in kaart te brengen of de interventies ook effectief zijn

    Self-injurious behaviour in a woman with mild intellectual disability and co-occurring psychiatric disorders: Using the Self-Harm Scale

    Get PDF
    Contains fulltext : 176476.pdf (publisher's version ) (Open Access)1 p
    corecore