Rapportage LTO FAB II 2008 : Functionele Agro Biodiversiteit

Doel van het LTO FAB II project is een gebruiksklaar FAB concept te ontwikkelen voor een aantal ziekten en plagen in een aantal gewassen die op eenvoudige wijze door telers benut kan worden en voor de toepasser kostenneutraal zijn. Uitgangspunt in het FAB project is een evenwichtige balans tussen de 3 P’s (People, planet én profit). Het toetsen van wetenschappelijke inzichten en het genereren van nieuwe voor de praktijk toepasbare kennis is de centrale taak van dit project. Daarbij daagt FAB de wetenschap uit en worden innovaties uitgeprobeerd. In deze rapportage zijn de resultaten en conclusies verwoord voor de deelprojecten omgeving, bovengronds (akkerranden en scouting) en bodem tijdens het seizoen 200

Risico inventarisatie van schade door ethyleen bij tussenplanten : effecten van tomaat op tussengeplante komkommer en tomaat

Bij een herfstteelt van trostomaten op goten is het aantrekkelijk om in de winter tomaten of komkommers tussen te planten. Door het grotendeels weg laten zakken van het oude gewas onder de goot en het jonge gewas op de goot te zetten, kan de teeltwisseling met een minder groot gat in de productie verlopen. Omdat trostomaten aan de plant volledig doorkleuren bestaat in principe de kans dat de ethyleen die gevormd wordt door de rijpende vruchten schade kan geven aan het jonge tussengeplante gewas. Bij tomaat is in 2000 op enkele bedrijven trosrui geconstateerd bij het tussengeplante toma tengewas. Hierbij werd gedacht aan mogelijke ethyleenschade. Ethyleen is een gasvormige, planteigen stof die als groeiregulator (hormoon) bij zeer veel verschillende fysiologische processen betrokken is. Het beïnvloedt o.a. bloei, bladgroei en lengtegroei van de spruit (Abeles et al., 1992). Als er externe bronnen zijn van ethyleen dan is er al snel sprake van schade. Symptomen van ethyleenschade zijn o.a. afwijkende kiemplanten, bloemrui, trosrui, afwijkende bladstand, bladval en stagnatie van de vegetatieve groei. Ernstige ethyleenschade uit zich direct in bladvergeling, maar soms treedt er verdekt wat lichte schade op die toch blijkt te leiden tot productiederving. Ethyleen komt in de buitenlucht standaard voor in een concentratie van 1 – 5 ppb (Abeles et al., 1992), maar kan in stedelijke gebieden tot wel 100 keer hoger worden. Ethyleen kan dus als luchtvervuiling een kas binnenkomen, of ophopen ten gevolge van een slecht afgestelde brander (Hanan, 1973, Esmeijer, 1999). Een andere bron van ethyleen is een gewas met doorkleurende vruchten zoals tomaat (Reid, 1988). In het geval van tussenplanten in de winterperiode zou dit problemen kunnen opleveren. In het verleden werd ook wel tussengeplant, maar leidde dit nooit tot problemen, omdat de vruchten los geoogst werden en nooit zo lang doorgekleurd in het gewas aanwezig bleven. Bovendien werd er alleen tussengeplant in de zomermaanden als er relatief veel gelucht werd. Bij tussenplanten in de winter van komkommers bij tomaat gaat het om een situatie waarin de luchtramen vaak gesloten zijn en er weinig licht beschikbaar is. De meeste gewassen zijn in die omstandigheden gevoelig voor schade, en naar verwachting zullen jonge, snel groeiende komkommerplanten op die regel geen uitzondering zijn

Magnetostatics of Room Temperature Compensated Co/Gd/Co/Gd-based Synthetic Ferrimagnets

Flexibility for interface engineering, and access to all-optical switching of the magnetization, make synthetic ferrimagnets an interesting candidate for advanced opto-spintronic devices. Moreover, due to their layered structure and disordered interfaces they also bear promise for the emerging field of graded magnetic materials. The fastest and most efficient spin-orbit torque driven manipulation of the magnetic order in this material system generally takes place at compensation. Here, we present a systematic experimental and modeling study of the conditions for magnetization compensation and perpendicular magnetic anisotropy in the synthetic ferrimagnetic Co/Gd/Co/Gd system. A model based on partial intermixing at the Co/Gd interfaces of this system has been developed which explains the experiments well, and provides a new tool to understand its magnetic characteristics. More specifically, this work provides new insight in the decay of the Co proximity-induced magnetization in the Gd, and the role the capping layer plays in the Gd magnetization

Accentuating patient values in shared decision-making:A mixed methods development of an online value clarification tool and communication training in the context of early phase clinical cancer trials

Objective: In the shared decision-making (SDM) process for potential early phase clinical cancer trial participation, value clarification is highly recommended. However, exploration and discussion of patient values between patients and oncologists remains limited. This study aims to develop an SDM-supportive intervention, consisting of a preparatory online value clarification tool (OnVaCT) and a communication training. Methods: The OnVaCT intervention was developed and pilot-tested by combining theoretical notions on value clarification, with interview studies with patients and oncologists, focus groups with patient representatives and oncologists, and think aloud sessions with patients, following the Medical Research Council (MRC) framework for complex interventions. These human-centered methodologies enabled a user-centered approach at every step of the development process of the intervention. Results: This study shows relevant patient values and oncologists’ perspectives on value exploration and discussion in daily practice. This has been combined with theoretical considerations into the creation of characters based on real-life experiences of patients in the OnVaCT, and how the tool is combined with a communication training for oncologists to improve SDM

Identifying patient values impacting the decision whether to participate in early phase clinical cancer trials: a systematic review

Background For many patients with advanced cancer, the decision whether to participate in early phase clinical trials or not is complex. The decision-making process requires an in-depth discussion of patient values. We therefore aimed to synthesize and describe patient values that may affect early phase clinical trial participation. Methods We conducted a systematic search in seven electronic databases on patient values in relation to patients’ decisions to participate in early phase clinical cancer trials. Results From 3072 retrieved articles, eleven quantitative and five qualitative studies fulfilled our inclusion criteria. We extracted ten patient values that can contribute to patients’ decisions. Overall, patients who seek trial participation usually report hope, trust, quantity of life, altruism, perseverance, faith and/or risk tolerance as important values. Quality of life and humanity are main values of patients who refuse trial participation. Autonomy and social adherence can be reported by both trial seekers or refusers, dependent upon how they are manifested in a patient. Conclusions We identified patient values that frequently play a role in the decision-making process. In the setting of discussing early phase clinical trial participation with patients, healthcare professionals need to be aware of these values. This analysis supports the importance of individual exploration of values. Patients that become aware of their values, e.g. by means of interventions focused on clarifying their values, could feel more empowered to choose. Subsequently, healthcare professionals could improve their support in a patients’ decision-making process and reduce the chance of decisional conflict