11 research outputs found
Sturing in de Wmo-praktijk:op weg naar nieuwe sturingsmodellen in de Wmo
De uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ligt bij de gemeente. Deze heeft veel vrijheid om het beleid naar eigen inzicht in te richten. Wél moet de gemeente uitvoering geven aan de doeleinden van de wet, zoals die door de rijksoverheid zijn vastgesteld: de maatschappelijke doelen die zijn gericht op meer zelfredzaamheid en participatie van (kwetsbare) burgers en de bestuurlijke doelen, die onder andere zijn gericht op een betere afstemming en samenhang in de beleidsvorming en de uitvoering van het beleid. Daarbij nodigt de Wmo gemeenten nadrukkelijk uit burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het beleid te betrekken. Dit vergt van gemeenten een vorm van sturing die burgers en instellingen actief betrekt bij de beleidsvorming en de beleidsuitvoering. Vier Wmo-werkplaatsen – Groningen-Drenthe, Nijmegen, Twente en Utrecht – hebben in de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de wijze waarop gemeenten projecten op het terrein van de Wmo aansturen. Daarbij ging het om zaken als de manier waarop gemeenten sturen (van bovenaf of meer ruimte voor burgers en instellingen), samenhang en samenwerking en natuurlijk de vraag of het lukt om te sturen volgens de filosofie van de Wmo. Dit boek is een neerslag van de vier onderzoeken van de genoemde werkplaatsen
Vraaggericht werken door narratief onderzoek
Narrative research as a means for demand-driven policy and interventions
This article reports on the advantages of performing narrative research discovering need patterns of families, children, local residents regarding quality of the pedagogical climate in their neighbourhood. A need pattern is a constructed set of related questions and needs that people express in response to life events, concrete experiences or within their current habitat. A method for narrative analysis was developed for two applications: use as a research tool and use as a change management tool. In this method professionals assume the role of narrative researchers and simultaneously learn to listen to the demands and needs of their potential clients from a more objective perspective. The method has been developed while performing transdisciplinary narrative research in the town-area of Hatert in Nijmegen, which will be presented as an example case throughout the text.
Vraaggericht werken door narratief onderzoek
Dit artikel gaat in op de mogelijkheden van narratief onderzoek in het opsporen van vraagpatronen van gezinnen, kinderen, wijkbewoners met betrekking tot de kwaliteit van het opgroeiklimaat in hun wijk. Een vraagpatroon is een set van samenhangende vragen en behoeften die burgers uiten naar aanleiding van een levensgebeurtenis, een concrete ervaring of binnen de actuele context waar zij in leven. Voor deze vorm van onderzoek is een vraaganalyse-instrument ontwikkeld om deze vraagpatronen te identificeren. Dit instrument heeft een dubbel perspectief. Het is een onderzoeksinstrument en een veranderkundig instrument. De professional kruipt in de rol van onderzoeker en leert hiermee te luisteren naar de vragen en behoeften van burgers. Het instrument is ontwikkeld in en voor een transdisciplinair, narratief onderzoek in de wijk Hatert in Nijmegen, dat we als casus zullen presenteren
In de coulissen. Ondersteunen vanuit actorperspectief bij kunstzinnige ontwikkeling en participatie
Hoofdstuk 4 in Kansen in kunst.
In het eerste hoofdstuk is beschreven hoe deelnemers met speciale wensen de hoofdrol hebben in dit project.
De verhalen van de deelnemers zijn centraal gesteld. De kunstbegeleider staat als het ware klaar in de coulissen om de deelnemer te ondersteunen en aan te reiken wat hij nodig heeft om zijn kunstontwikkelings- en participatiemogelijkheden te vergroten. Dit kan een bemoedigend woord zijn, een bepaalde techniek, inspiratie of een kunstzinnige opdracht in een uitdagende omgeving. In het derde hoofdstuk brachten we de drie ontwikkelwerkplaatsen en hun doelen en procesresultaten in beeld. Hoewel iedereen zal onderkennen dat inclusieve kunsteducatie van belang is, blijkt het nog niet zo eenvoudig om dat ook daadwerkelijk te realiseren. Daarom in dit hoofdstuk een vervolg met daarin kort de conclusies van de praktijkstudies en instrumentele handreikingen voor kunstbegeleiders en opleidingen. Met deze nieuwe en aanvullende visies op kunstbegeleiding hopen we dat kunstbegeleiders hun kennis en kunde in de kunsteducatie kunnen verbreden (Macionis e.a., 2010)
Op zoek naar meer inclusieve kunst. Opbrengsten van de ontwikkelwerkplaatsen
Hoofdstuk 3 in Kansen in kunst.
Zoals uitvoerig aangetoond in de eerste fase van Kunst Inclusief, moet het kunstbeoefeningsaanbod voor mensen met speciale wensen toegankelijker worden gemaakt (zie hoofdstuk 1). Deze mensen ervaren bovendien te vaak dat ze een bijrol krijgen in hun kunstbeoefening. Ze hebben te kennen gegeven goede
ideeën te hebben voor verbetering. In de tweede fase van Kunst Inclusief onderzochten wij daarom samen
met hen hoe hun kunstontwikkeling en cultuurparticipatie kan worden verbeterd. Een jaar lang werd in drie
zogenaamde ontwikkelwerkplaatsen gezocht hoe deze talentvolle mensen het best tot hun recht komen.
Kunstbegeleiders, cursisten, onderzoekers en studenten ontwikkelden daarin eindproducten en toepassingsmogelijkheden op gebruikersniveau: leerinstrumenten, technieken en methoden om de professionalisering van kunstbegeleiders te verbreden en te verrijke
Dialoogspel ‘De jacht en het wachten...': De kunst van het tweegesprek
De dialoogkaarten
1 Kennismakingsles Creatieve kennismaking
2 Ervaar het maar… Introductieles in kunst, muziek en cultuur
3 Weten wat ik kan Op zoek naar voorkennis
4 ‘Mijn’ artistieke plan Leerwegondersteuning in de praktijk
5 Gelijk zijn aan elkaar Erbij horen
6 Veelzijdig zijn Coachen van creatieve leertaken
7 Laten zien en horen wie ik ben De vraag achter de vraag ontdekken
8 Aanmoedigen doet goed Complimenten geven doe je zo…
9 Mijn talent is mijn trots Talenten ontdekken
10 Dat bepaal ik zelf wel! Geef de regie terug
11 Ik wil kunst maken Kunst maakt het verschil
12 Samen leren Samenwerkend leren
13 Niet invullen Alleen maar aanvullen
14 De jacht en het wachten Tijd en ruimte gunnen
15 De kunst van het wegwerken Technieken aanleren en afleren
16 Leren experimenteren Experimenteren is leren
17 Het kan wel als... Het kan niet want...
18 Alledaags leren Leren van alledaagse dingen
19 Instructief leren Normen en waarden doorgeven
20 Actief leren Zelfstandig leren leren
21 Sociaal leren Functioneel leren
22 Samenwerken Betekenisvol samenwerken
23 Beleef de kunst van het nieuwe Nieuwe ontmoetingen ervare
De zoetheid des levens vinden we in ons hart
Slotwoord in Kansen in kunst.
Na twee jaar onderzoek, een boek en nieuwe leerinstrumenten, zijn we nu aan het einde gekomen van Kunst
Inclusief. Kijken we echter cyclisch, hetgeen veel kunstmensen doen, dan is dit een nieuw begin. Wij gingen
aan de slag met de vragen, hebben een aantal antwoorden gevonden en kregen er ook weer vragen bij. Alles
draaide om het verbeteren en vergroten van de kwaliteit en kwantiteit van de kunstdeelname van mensen met
een beperking. Maar het ging vooral om de mensen met speciale wensen. Hoe willen zij meedoen en wat is voor hen kwalitei
Leren transformeren: Hoe faciliteer je praktijkinnovatie in tijden van transitie?
De transitie naar een nieuw sociaal en zorgstelsel brengt veel veranderingen en vragen met zich mee. We bevinden ons midden in de 4D-operatie: de decentralisatie van taken van centrale naar lokale overheid. De verantwoordelijkheid en beleidskaders voor hulp en ondersteuning aan burgers veranderen ingrijpend. Gemeenten buigen zich over de organisatie en uitvoering van: de maatschappelijke ondersteuning (Wmo), jeugdzorg (Jeugdwet), arbeidsparticipatie (Participatiewet) en passend onderwijs (Wet Passend Onderwijs). De Wmo en Jeugdwet brengen zorg en welzijn samen, dichterbij de directe leefomgeving van de burger die hulp of ondersteuning vraagt. Dat heeft grote gevolgen voor het doen en laten van alle deelnemers aan het sociale domein. Vaak wordt de metafoor van de ‘kanteling’ gebruikt, die onder meer staat voor kantelen van aanbod naar vraaggestuurd, van probleem- naar krachtgericht, van individueel naar contextueel, van organisatie- naar netwerkgericht, van verticale naar horizontale verhoudingen. Terwijl de transitie staat voor verandering in het stelsel van financiering, regelgeving en organisatie, laten we zeggen de structuur, staat transformatie vooral voor de verandering in de cultuur van werken en het anders inzetten van kennis
Leren transformeren: hoe faciliteer je praktijkinnovatie in tijden van transitie?
Of het nu gaat om burgers, beroepskrachten, organisaties of overheden, de transformatie vereist dat alle participanten in het sociale domein leren anders te kijken en te handelen dan ze gewend waren
Inleiding transformeren kun je leren
Hoofdstuk 1 in: Leren transformeren.
De transitie naar een nieuw sociaal en zorgstelsel brengt veel veranderingen en vragen met zich mee. We bevinden ons midden in de 4D-operatie: de decentralisatie van taken van centrale naar lokale overheid. De verantwoordelijkheid en beleidskaders voor hulp en ondersteuning aan burgers veranderen ingrijpend. Gemeenten buigen zich over de organisatie en uitvoering van: de maatschappelijke ondersteuning (Wmo), jeugdzorg (Jeugdwet), arbeidsparticipatie (Participatiewet) en passend onderwijs (Wet Passend Onderwijs). De Wmo en Jeugdwet brengen zorg en welzijn samen, dichterbij de directe leefomgeving van de burger die hulp of ondersteuning vraagt. Dat heeft grote gevolgen voor het doen en laten van alle deelnemers aan het sociale domein. Vaak wordt de metafoor van de ‘kanteling’ gebruikt, die onder meer staat voor kante¬len van aanbod naar vraaggestuurd, van probleem- naar krachtgericht, van individueel naar contextueel, van organisatie- naar netwerkgericht, van verticale naar horizontale verhoudingen. Terwijl de transitie staat voor verandering in het stelsel van financiering, regelgeving en organisatie, laten we zeggen de structuur, staat transformatie vooral voor de verandering in de cultuur van werken en het anders inzetten van kennis