19 research outputs found

    Emissions of transboundary air pollutants in the Netherlands 1990-2012 : Informative Inventory Report 2014

    Get PDF
    Emissies Nederland blijven in 2012 onder nationale plafonds De uitstoot van stikstofoxiden (NOx), ammoniak, zwaveldioxide en niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS) is in 2012 in Nederland licht gedaald. Daarmee bleef de uitstoot onder de maxima die de Europese Unie daaraan sinds 2010 stelt. Nederland voldoet daardoor, net als in 2011, aan de vier 'nationale emissieplafonds' (NEC) voor deze stoffen. Dit blijkt uit de Nederlandse emissiecijfers van grootschalige luchtverontreinigende stoffen. Het RIVM verzamelt en analyseert deze cijfers. Behalve bovengenoemde stoffen gaat het om de uitstoot van koolmonoxide, fijn stof (PM10), zware metalen en persistente organische stoffen (POP's). De uitstoot van al deze stoffen is tussen 1990 en 2012 gedaald. Dit komt vooral door schonere auto's en brandstoffen en door emissiebeperkende maatregelen van industriële sectoren. Meer kilometers door bromfietsen Door de jaren heen zijn de methoden om de emissies te berekenen verbeterd, wat nu resulteert in nauwkeurigere cijfers. De emissies van bromfietsen en motorfietsen zijn afhankelijk van het aantal gereden kilometers per jaar en daar is nu beter inzicht in. Het totale aantal gereden kilometers door bromfietsen blijkt in de afgelopen jaren bijna twee keer zo hoog is als werd gedacht. Daarmee is de uitstoot van schadelijke stoffen navenant hoger. Ten opzichte van andere typ voertuigen blijven bromfietsen echter een relatief kleine emissiebron en dragen ze beperkt bij aan de totale nationale emissies. In steden zijn ze wel een relevante bron. Het aantal gereden kilometers door motorfietsen, en daarmee de uitstoot, blijft in lijn met eerdere inzichten. Vrachtauto's zwaarder beladen De uitstoot van schadelijke stoffen door vrachtauto's is voor het eerst berekend op basis van recente inzichten in het gewicht van vrachtauto's. Trekker-opleggers blijken zwaarder beladen dan tot nu toe werd verondersteld. Ook rijden vrachtauto's vaker met een aanhanger dan tot nu toe werd aangenomen, waardoor ze zwaarder zijn. Een hoger gewicht betekent een hoger brandstofverbruik, en veelal ook een hogere uitstoot per gereden kilometer. De uitstoot van PM10 door vrachtauto's is hierdoor circa 5 procent hoger dan in de vorige IIR-rapportage. Hogere emissies ammoniak De uitstoot van ammoniak blijkt hoger dan eerder werd verondersteld vanwege enkele nieuwe inzichten; de cijfers zijn hierdoor vanaf 1997 bijgesteld. Zo worden luchtwassers, die voornamelijk op varkensstallen zitten, niet altijd gebruikt. Ook is vanaf 2002 in melkveestallen het leefoppervlak per dier toegenomen. Door het grotere contactoppervlak van mest met lucht wordt meer ammoniak uitgestoten. Door de aangepaste aannames is het nationale totaal met 6,6 kiloton verhoogd ten opzichte van 2011.Emissions the Netherlands in 2012 remain under national ceilings Emissions of nitrogen oxides (NOx), ammonia, sulphur dioxide and non-methane volatile organic compounds (NMVOC) in the Netherlands have slightly decreased in 2012. Consequently, the emissions stayed below the caps the European Union has set from 2010. Herewith, the Netherlands comply with all four so-called emission ceilings (NEC). This has become apparent from the emission data on air pollutants from the Netherlands. RIVM collects and reports these data. Besides above-mentioned substances, emissions of carbon monoxide, particulate matter (PM10), heavy metals and persistent organic pollutants (POPs) have been reported. The emissions of all substances have decreased in the 1990 - 2012 period. The downward trend may in particular be attributed to cleaner fuels, cleaner car engines and to emission reductions in the industrial sectors. More kilometres by mopeds Over the years emission calculation methods have been improved, resulting in higher data accuracy. In 2012, the emissions from mopeds and motorcycles have been calculated, based on improved knowledge of the mileages. The total number of kilometres driven by mopeds appears to have been nearly twice as high in recent years. As a result, the emissions of pollutants are proportionally higher. In relation to the total number of vehicles, the number of mopeds however remains relatively low and their contribution to the total national emissions is limited. In cities, they are a relevant source. The mileages by motorcycles, and consequently their emissions remain in line with previous insights. Heavy-duty vehicles carry heavier loads Emissions of pollutants by heavy-duty trucks have for the first time been calculated on the basis of recent insights in truck loads. Tractor-trailer combinations appear to carry heavier loads and the fraction of trailers behind rigid trucks is larger than previously assumed. A heavier load means a higher fuel use and for most substances a higher emission per kilometre driven. PM10 emissions by heavy-duty trucks are about 5 percent higher than in the previous IIR report. Higher agricultural ammonia emissions Agricultural ammonia emissions appear to be higher than previously assumed because of new insights. Air scrubbers on animal housing (predominantly pigs) were not always in use or even employed. Since 2002, the living space per animal has increased for dairy cattle housing. This resulted in a higher contact surface manure-air and thus more ammonia emitted. The new insights have raised the national total of ammonia emissions by about 6 percent compared to 2011

    Emissies van luchtverontreinigende stoffen in Nederland, 1990-2010 : Toelichting op de jaarlijkse reeks emissiecijfers

    No full text
    Tussen 1990 en 2010 is in Nederland de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen gedaald. Het betreft de uitstoot van zwaveldioxide, stikstofoxiden, niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS), koolmonoxide, ammoniak, fijn stof (PM10), zware metalen en persistente organische stoffen (POP's). Deze neerwaartse trend is vooral toe te schrijven aan de introductie van schonere auto's en brandstoffen, en aan emissiebeperkende maatregelen bij industriële sectoren. Dit blijkt uit de toelichting van het RIVM op de Nederlandse emissiecijfers van grootschalige luchtverontreinigende stoffen, het Informative Inventory Report (IIR) 2012. Deze cijfers worden jaarlijks onder regie van het RIVM geleverd aan de Verenigde Naties (UNECE) en de Europese Commissie. De emissiecijfers beslaan een reeks jaren, vanaf 1990 tot het meest recente jaar. Dit keer zijn ook de geografische verdelingen van de emissiecijfers gerapporteerd, waartoe Europese lidstaten elke vijf jaar zijn verplicht. Nieuwe inzichten in de emissies van motorfietsen en bromfietsen: Door de jaren heen resulteren nieuwe methoden om de emissies te berekenen in nauwkeurigere uitkomsten. De grootste verbetering heeft dit verslagjaar plaatsgevonden in de emissieberekening van bromfietsen en motorfietsen in Nederland. Deze emissies zijn berekend met een nieuw model dat beter rekening houdt met het motorvermogen en de leeftijd van de bromfietsen en motorfietsen. Het nieuwe model laat zien dat vooral oudere motorfietsen en bromfietsen meer fijn stof (PM10) uitstoten dan eerder werd verwacht. Ook de uitstoot van stikstofoxiden ligt iets hoger dan eerder werd berekend. Motoren en bromfietsen leveren echter maar een kleine bijdrage aan de totale uitstoot van stikstofoxiden en fijn stof van wegverkeer in Nederland. Oude bromfietsen blijken ook meer koolwaterstoffen uit te stoten dan eerder werd gedacht, maar nieuwe bromfietsen blijken juist wat schoner. Als gevolg hiervan dalen de emissies van koolwaterstoffen sneller dan eerder werd berekend: van 25 kiloton in 1990 tot 4 kiloton in 2010. Uitstoot van stikstofoxiden door vrachtverkeer hoger dan gedacht: Ook de uitstoot van stikstofoxiden door vrachtverkeer in Nederland is opnieuw berekend, en wel op basis van nieuwe inzichten in de uitstoot van zogenoemde Euro-IV vrachtauto's. Deze aanduiding verwijst naar de Europese wetgeving voor de uitstoot van schadelijke stoffen door vrachtauto's. Euro-IV vrachtauto's zijn tussen 2005 en 2008 verkocht in Nederland. Uit metingen blijkt dat de uitstoot van stikstofoxiden door deze vrachtauto's op snelwegen hoger is geweest dan eerder werd gedacht. Tegelijkertijd blijken er in Nederland iets minder Euro-IV vrachtauto's rond te rijden dan eerder werd verondersteld: door een subsidieregeling zijn er vanaf 2006 al schonere vrachtauto's verkocht die aan strengere normen voldeden (Euro-V). Toch is de uitstoot van stikstofoxiden door vrachtverkeer in 2010 nu circa 5 kiloton hoger dan eerder werd berekend. Daarnaast is nauwkeuriger inzicht verkregen in het aandeel van de diverse categorieën trucks in het totale Nederlandse vrachtwagenpark.Emissions of air pollutants in the Netherlands have decreased over the 1990-2010 period. This concerns emissions of sulfur dioxide, nitrogen oxides, non-methane volatile organic compounds (NMVOC), carbon monoxide, ammonia, particulate matter (PM10), heavy metals and persistent organic pollutants (POPs). The downward trend may be attributed in particular to cleaner fuels, cleaner car engines and to emission reductions in the industrial sectors. This has become apparent from RIVM's explanation of Dutch emission data on transboundary air polluting substances, in the Informative Inventory Report (IIR) 2012. Every year, the RIVM submits emission data to the United Nations Economic Commission for Europe (UNECE) and the European Commission. The figures consist of emission data on a series of years, from 1990 up to the most recent year. Moreover, this year's submission also includes data on the spatial distribution of emissions, which must be reported on every five years by all European Member States. New insights into emissions from motorcycles and mopeds: New methods of calculating emissions, over the years, have led to ever more accurate results. This year, the largest improvement was made in emission calculations for motorcycles and mopeds in the Netherlands. Emissions were calculated using a new model that takes engine capacity and the age of motorcycles and mopeds more into account. This new model has shown that older motorcycles and mopeds produce higher levels of particulate matter (PM10) than estimated before. Levels of nitrogen oxide emissions also proved to be higher than calculated earlier. However, in the Netherlands, emissions from motorcycles and mopeds only represent a small share of total nitrogen oxide and particulate matter emissions from road transport. In addition, although older mopeds were shown to emit more hydrocarbons than previously estimated, newer mopeds appeared somewhat cleaner. This has resulted in a faster decrease in hydrocarbon emissions than had been previously calculated: from 25 kilotonnes in 1990 to 4 kilotonnes in 2010. Levels of nitrogen oxide emissions from freight transport higher than expected: Nitrogen oxide emissions from freight transport in the Netherlands have also been recalculated based on new insights into the emissions from so-called Euro-IV trucks. This term refers to the EU directive on emissions of harmful substances from freight transport. Measurements have shown that nitrogen oxide emission levels from these trucks along motorways were higher than previously estimated. In addition, it was also shown that there are slightly fewer of these Euro-IV trucks on the Dutch roads than previously assumed; since as early as 2006, due to a subsidy regulation, cleaner trucks have been sold that comply with more stringent standards (Euro-V). Despite this fact, in 2010, the level of nitrogen emissions from freight transport was around 5 kilotonnes higher than previously calculated. Furthermore, a more accurate insight was obtained in the share of the various categories of trucks within the Dutch national fleet of trucks.Ministerie van Infrastructuur en Milie

    Informatieve Inventory Report 2016

    Get PDF
    Alleen digitaal verschenenToename ammoniakemissies In 2014 steeg de ammoniakemissie. Ondanks de daling in de voorgaande jaren blijft de ammoniak emissie nog steeds boven het plafond dat de Europese Unie hieraan sinds 2010 stelt. De twee belangrijkste oorzaken voor de stijging zijn de groei van de melkveestapel en de veranderde voedselsamenstelling voor het vee. De emissies van stikstofoxiden, zwaveldioxiden en niet-methaan vluchtige organische stoffen blijven licht dalen. Voor deze stoffen voldoet Nederland aan de gestelde plafonds. Dit blijkt uit het Informative Inventory Report (IIR) 2016. Hierin verzamelt, analyseert en rapporteert het RIVM de emissiecijfers met partnerinstituten. Behalve bovengenoemde stoffen gaat het om de uitstoot van koolmonoxide, fijn stof, zware metalen en persistente organische stoffen. De uitstoot van de meeste van deze stoffen is tussen 1990 en 2014 gedaald. Dit komt vooral door schonere auto's en brandstoffen en door emissiebeperkende maatregelen in de industrie. Bijstellingen landbouw De ammoniakemissie steeg in 2014 met 3,4 kiloton ten opzichte van 2013 tot een nationaal totaal van 133,8 kiloton. Deze stijging is gedeeltelijk veroorzaakt door de veranderde voedselsamenstelling voor het vee. Het kuilgras dat in 2014 is gevoerd zorgde voor een hogere ammoniakproductie per dier. In combinatie met een stijging van het aantal koeien steeg de totale ammoniak uitstoot. Door nieuwe wetenschappelijke inzichten over mestaanwendingstechnieken is de ammoniak emissiereeks met terugwerkende kracht vanaf 2008 ongeveer 3 kiloton omlaag bijgesteld. Daartegenover staat dat de emissiefactor bij beweiding is verhoogd, waardoor er circa 0,5 kiloton meer ammoniak per jaar vrijkomt. Bijstellingen verkeer Bij de uitstoot van stikstofoxiden door verkeer vallen een aantal zaken op. De emissie van bestelauto's is nu gemeten en blijkt hoger dan voorheen berekend. De emissie van wegverkeer die op basis van de brandstofverkoop voor dieselauto's wordt bepaald, is in 2014 relatief harder gedaald (8 procent ten opzichte 2013) dan die op basis van verbruikte brandstof (1,6 procent). Deze cijfers zijn toegevoegd om een internationale vergelijking mogelijk te maken. De bijdrage van mobiele werktuigen in havens aan het nationale totaal stikstofoxiden, die als nieuwe emissiebron is toegevoegd, is 1,2 procent.Ammonia emissions increased In 2014 total Dutch ammonia emissions increased. Despite the decrease during the period 1990-2013, the ammonia emission still exceeds the maximum set to this by the European Union since 2010. Two important contributors to the increase are the growth in dairy cattle and the altered cattle feed composition. Emissions of nitrogen oxides, sulphur dioxides and non-methane volatile organic compounds continue to decrease slightly. For this end the Netherlands are complying to the ceilings set. This is concluded by the Informative Inventory Report 2016. In this, the RIVM and partner institutes collect, analyse and report emission data. Apart from substances as mentioned above, this also includes emissions of carbon monoxide, particulate matter, heavy metals and persistent organic pollutants. The emissions of most of these substances have decreased during the 1990 - 2014 period. The downward trend may in particular be attributed to cleaner fuels, cleaner car engines and to emission reductions in industry. Adjustments for agriculture In 2014 ammonia emissions increased by 3.4 Gg compared to 2013 to a national total of 133.8 Gg. Partly this increase was a result of the altered cattle feed composition. As a result of the good quality of processed grass, fed to dairy cattle in 2014, digestibility and therefore ammonia emission per animal increased. In combination with the growth in animal number, the total ammonia emission increased. New insights on manure application techniques lowered the ammonia emission series retroactively from 2008 by about 3.0 Gg. On the other hand ammonia is increased by about 0.5 Gg per year during grazing, by adjusting the emission factor upward. Adjustments transport When nitrogen oxides emissions by transport are concerned, some issues raise attention. The emissions by light-duty vehicles have now been measured and appear to be higher than until previously calculated. Diesel sales and on such based road transport emissions have in 2014 relatively decreased steeper (8 percent compared to 2013) than emissions based on fuel use (1.6 percent). Nitrogen dioxide emissions from mobile machinery in harbours were added as a new source. The contribution to the national is 1.2 percent.I&M KL

    Informative Inventory Report 2023. Emissies van grootschalige luchtverontreiniging 1990-2021

    No full text
    The emissions of ammonia decreased in 2021 by 1.4 Gg to a total of 121.9 Gg as result of decreasing animal numbers and a lower protein content in feed to dairy cows. With a reduction of 21% compared to 2005 the ammonia emissions comply with the reduction target of 13% as set by the European Union and the UNECE under the Gothenburg Protocol. Compared to 2020 the emissions of non-methane volatile organic compounds increased by 7.8 Gg. This increase is mainly the result of increased use of disinfectants as result of the corona pandemic. With a reduction of 8% in 2021 under the European Unions-National Emissions Ceilings Directive the emission reduction is in compliance with the reduction target of 8% as set by the European Union. However, unlike for the EU-inventory, under the UNECE Gothenburg Protocol the emissions of non-methane volatile organic compounds from manure management and agricultural soils are included in the inventory. This leads to a higher emission total with the result that the reduction target of 8% under the UNECE Gothenburg Protocol is not met in 2021. Despite a 4% increase in total passenger car mileage in 2021 (this is still 12% lower than before de Covid19 pandemic), total nitrogen oxides emissions decreased by 4.1 Gg mainly as result of increasingly cleaner road traffic vehicles. Under both the European Unions-National Emissions Ceilings Directive and the UNECE Gothenburg Protocol a reduction target of 45% compared to 2005 was set. With a reduction of respectively 56% and 52% compared to 2005 the nitrogen oxide emissions comply with the reduction target. The emissions sulphur oxides increased with 1.2 Gg compared to 2020. This increase is mainly a result of higher coal use for energy purposes and higher oil use in refineries. Under both the European Unions-National Emissions Ceilings Directive and the UNECE Gothenburg Protocol a reduction target was set of 28% compared to 2005. With a reduction of 69% the sulphur oxides emissions for both comply with the reduction target. For non-methane volatile organic compounds the Netherlands applied for an continuation of an inventory adjustment to meet compliance with the reduction target set by the UNECE under the Gothenburg Protocol. The Informative Inventory Report 2023 was drawn up by the RIVM and partner institutes, which collaborate to analyse and report emission data each year – an obligatory procedure for Member States. The analyses are used to support Dutch policy.Deze Informative Inventory Report rapportage (IIR) beschrijft onder andere de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen in 2021 ten opzichte van 2020 en de reden van veranderingen. Ook geeft het aan in hoeverre Nederland de Europese verplichtingen heeft gehaald om de uitstoot te laten dalen ten opzichte van 2005, het zogeheten basisjaar. Uit deze inventarisatie blijkt dat, net als in 2020, in 2021 aan al deze doelen (EU(European Union ) NEC(national emission ceiling)-Directive) is voldaan. In 2021 is 121,9 kiloton ammoniak uitgestoten, 1,4 kiloton minder dan in 2020. Daarmee is de uitstoot 21 procent minder dan in het basisjaar (het NEC-doel is 13 procent minder). Dit komt vooral doordat er in de landbouw minder dieren (rund- en pluimvee en varkens) zijn gehouden en het voer van melkvee minder eiwit bevatte De uitstoot van fijnstof PM2,5(fijnstof) is verder gedaald tot 14,2 kiloton in 2021, een daling van 51 procent ten opzichte van het basisjaar (het NEC-doel is 37 procent minder). De uitstoot van stikstofoxiden is in 2021 met 4,1 kiloton afgenomen en is 55 procent minder dan in het basisjaar (het NEC-doel is 45 procent minder). De daling komt doordat auto’s steeds schoner worden. Er waren wel activiteiten die iets meer stikstofoxiden uitstoten dan tijdens het begin van de coronapandemie in 2020. Zo steeg de uitstoot van vliegverkeer met 0,4 kiloton licht. Personenauto’s reden 4 procent meer kilometers, wat nog steeds 12 procent minder is dan voor de pandemie. De uitstoot van zwaveloxiden is in 2021 1,2 kiloton hoger dan in 2020. Dat komt doordat raffinaderijen meer procesgassen hebben gestookt waar meer zwavel in zat. Daarnaast is er voor de elektriciteitsproductie meer steenkool gestookt. Ten opzichte van het basisjaar is de uitstoot van zwaveloxiden met 69 procent gedaald (het NEC-doel is 28 procent minder). De uitstoot van vluchtige organische stoffen is in 2021 met 7,8 kiloton gestegen ten opzichte van 2020. Dit komt vooral doordat sinds de coronapandemie steeds meer handdesinfectiemiddelen worden gebruikt . Deze middelen bestaan onder andere uit vluchtige organische stoffen. Ten opzichte van het basisjaar is de uitstoot met 8 procent gedaald (het NEC-doel is 8 procent minder). Dat komt omdat het in andere sectoren minder vrijkomt. De Nederlandse overheid gebruikt de analyses in haar nationale beleid en om internationaal over de ontwikkeling van de uitstoot te rapporteren. Het RIVM stelt dit rapport elk jaar met diverse partnerinstituten op voor het ministerie voor Infrastructuur en Waterstaat (IenW(Infrastructuur en Waterstaat))

    Emissions of transboundary air pollutants in the Netherlands 1990-2010 : Informative Inventory Report 2012

    No full text
    Tussen 1990 en 2010 is in Nederland de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen gedaald. Het betreft de uitstoot van zwaveldioxide, stikstofoxiden, niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS), koolmonoxide, ammoniak, fijn stof (PM10), zware metalen en persistente organische stoffen (POP's). Deze neerwaartse trend is vooral toe te schrijven aan de introductie van schonere auto's en brandstoffen, en aan emissiebeperkende maatregelen bij industriële sectoren. Dit blijkt uit de toelichting van het RIVM op de Nederlandse emissiecijfers van grootschalige luchtverontreinigende stoffen, het Informative Inventory Report (IIR) 2012. Deze cijfers worden jaarlijks onder regie van het RIVM geleverd aan de Verenigde Naties (UNECE) en de Europese Commissie. De emissiecijfers beslaan een reeks jaren, vanaf 1990 tot het meest recente jaar. Dit keer zijn ook de geografische verdelingen van de emissiecijfers gerapporteerd, waartoe Europese lidstaten elke vijf jaar zijn verplicht. Nieuwe inzichten in de emissies van motorfietsen en bromfietsen: Door de jaren heen resulteren nieuwe methoden om de emissies te berekenen in nauwkeurigere uitkomsten. De grootste verbetering heeft dit verslagjaar plaatsgevonden in de emissieberekening van bromfietsen en motorfietsen in Nederland. Deze emissies zijn berekend met een nieuw model dat beter rekening houdt met het motorvermogen en de leeftijd van de bromfietsen en motorfietsen. Het nieuwe model laat zien dat vooral oudere motorfietsen en bromfietsen meer fijn stof (PM10) uitstoten dan eerder werd verwacht. Ook de uitstoot van stikstofoxiden ligt iets hoger dan eerder werd berekend. Motoren en bromfietsen leveren echter maar een kleine bijdrage aan de totale uitstoot van stikstofoxiden en fijn stof van wegverkeer in Nederland. Oude bromfietsen blijken ook meer koolwaterstoffen uit te stoten dan eerder werd gedacht, maar nieuwe bromfietsen blijken juist wat schoner. Als gevolg hiervan dalen de emissies van koolwaterstoffen sneller dan eerder werd berekend: van 25 kiloton in 1990 tot 4 kiloton in 2010. Uitstoot van stikstofoxiden door vrachtverkeer hoger dan gedacht: Ook de uitstoot van stikstofoxiden door vrachtverkeer in Nederland is opnieuw berekend, en wel op basis van nieuwe inzichten in de uitstoot van zogenoemde Euro-IV vrachtauto's. Deze aanduiding verwijst naar de Europese wetgeving voor de uitstoot van schadelijke stoffen door vrachtauto's. Euro-IV vrachtauto's zijn tussen 2005 en 2008 verkocht in Nederland. Uit metingen blijkt dat de uitstoot van stikstofoxiden door deze vrachtauto's op snelwegen hoger is geweest dan eerder werd gedacht. Tegelijkertijd blijken er in Nederland iets minder Euro-IV vrachtauto's rond te rijden dan eerder werd verondersteld: door een subsidieregeling zijn er vanaf 2006 al schonere vrachtauto's verkocht die aan strengere normen voldeden (Euro-V). Toch is de uitstoot van stikstofoxiden door vrachtverkeer in 2010 nu circa 5 kiloton hoger dan eerder werd berekend. Daarnaast is nauwkeuriger inzicht verkregen in het aandeel van de diverse categorieën trucks in het totale Nederlandse vrachtwagenpark

    Informative Inventory Report 2022. Emissies van grootschalige luchtverontreiniging 1990-2020

    No full text
    Increase in ammonia emissions The emissions of ammonia increased in 2020 by 0.5 Gg to a total of 124.4 Gg as result of a higher protein content in grass feed to dairy cows. With a reduction of 19% compared to 2005 the ammonia emissions comply with the reduction target of 13% as set by the European Union and the UNECE under the Gothenburg Protocol. Increase in emissions of non-methane volatile organic compounds Compared to 2019 the emissions of non-methane volatile organic compounds increased by 29 Gg. This increase is mainly the result of the governments Covid19 advice for regularly disinfecting the hands. This led to increased use of disinfectants. With a reduction of 11% in 2020 under the European Unions-National Emissions Ceilings Directive the emission reduction is in compliance with the reduction target of 8% as set by the European Union. However, unlike for the EU-inventory are under the UNECE Gothenburg Protocol the emissions of non-methane volatile organic compounds from manure management and agricultural soils are included in the inventory. This leads to a higher emission totals with the result that the reduction target of 8% under the UNECE Gothenburg Protocol is with an reduction of just over 0% not med in 2020. Decrease in emissions of nitrogen oxides The emissions of both nitrogen oxides decreased in 2020 with 24 Gg this is more than based on the historical trend could be expected. This is mainly a result of covid19 measures that led to decreasing emissions in civil aviation and in Road traffic a decrease in driven kilometers of 17% is visible. Under both the European Unions-National Emissions Ceilings Directive and the UNECE Gothenburg Protocol a reduction target of 45% compared to 2005 was set. With a reduction of respectively 55% and 51% compared to 2005 the nitrogen oxide emissions comply with the reduction target. Decrease in emissions of sulphur oxides The emissions sulphur oxides decreased with 3 Gg compared to 2019. The decrease of sulphur oxides is mainly a result of decreasing coal use for energy purposes. Under both the European Unions-National Emissions Ceilings Directive and the UNECE Gothenburg Protocol a reduction target was set of 28% compared to 2005. With a reduction of respectively 71% the sulphur oxide emissions comply with the reduction target. Applying for adjustments For non-methane volatile organic compounds the Netherlands applied for an inventory adjustment to meet compliance with the reduction target set by the UNECE under the Gothenburg Protocol. The Informative Inventory Report 2022 was drawn up by the RIVM and partner institutes, which collaborate to analyse and report emission data each year – an obligatory procedure for Member States. The analyses are used to support Dutch policy.In 2020 is 0,5 kiloton meer ammoniak uitgestoten dan in 2019. Dit komt vooral doordat in de melkveehouderij voer is gebruikt dat meer eiwitten bevat dan in 2019. Nederland moet op basis van de Europese regelgeving vanaf 2020 13 procent minder ammoniak uitstoten dan in 2005, het zogeheten basisjaar. Dat is in 2020 gelukt door de uitstoot van ammoniak ten opzichte van het basisjaar met 19 procent te verminderen tot 124,4 kiloton. De uitstoot van fijnstof PM2,5 is verder gedaald tot 14,4 kiloton in 2020. De daling ten opzichte van het basisjaar is 48 procent. Hiermee voldoet Nederland aan de Europese verplichting om deze uitstoot met 37 procent ten opzichte van 2005 te verlagen. De uitstoot van stikstofoxiden is in 2020 met 14 kiloton afgenomen, wat een afname is van 51 procent ten opzichte van 2005. Hiermee is de Europese verplichting van een verlaging van 45 procent gehaald. De uitstoot van vliegverkeer daalde met ongeveer 50 procent (1,8 kiloton minder) door maatregelen vanwege de coronapandemie. Personen- en bestelauto’s reden in 2020 ongeveer 17 procent minder kilometers. Maar de uitstoot van stikstofdioxide door wegverkeer daalde vooral doordat auto’s steeds schoner worden. De uitstoot van zwaveloxiden was in 2020 3 kiloton minder dan in 2019. Ten opzichte van 2005 is de uitstoot met 71 procent gedaald, daarmee is de Europese verplichting, een daling van 28 procent ten opzichte van het basisjaar ruim gehaald. De vermindering komt vooral doordat raffinaderijen steeds meer op gas stoken in plaats van op olie, leidend tot een schonere uitstoot (rookgasreiniging). De uitstoot van vluchtige organische stoffen is in 2020 met 29 kiloton gestegen ten opzichte van 2019. Dit komt onder andere omdat er veel meer desinfectiemiddelen zijn gebruikt vanwege het advies om handen regelmatig te desinfecteren door de uitbraak van het coronavirus SARS-CoV-2. Deze middelen bestaan vaak uit vluchtige organische stoffen. Ten opzichte van 2005 is de uitstoot met 11 procent gedaald. Daarmee is de Europese verplichting van een daling van 8 procent gehaald. Dit blijkt uit de Informative Inventory Report rapportage (IIR). De IIR beschrijft onder andere de uitstoot ten opzichte van het jaar ervoor en de reden van veranderingen. Ook geeft het aan in hoeverre de Europese verplichtingen voor Nederland zijn gehaald om de uitstoot te laten dalen ten opzichte van 2005. Nederland gebruikt de analyses om beleid te onderbouwen en om internationaal over de ontwikkeling van de uitstoot te rapporteren. Het RIVM stelt dit rapport elk jaar met diverse partnerinstituten op voor het ministerie voor Infrastructuur en Waterstaat (IenW

    Informative Inventory Report 2023. Emissions of transboundary air pollutants in the Netherlands 1990–2021

    No full text
    The emissions of ammonia decreased in 2021 by 1.4 Gg to a total of 121.9 Gg as result of decreasing animal numbers and a lower protein content in feed to dairy cows. With a reduction of 21% compared to 2005 the ammonia emissions comply with the reduction target of 13% as set by the European Union and the UNECE under the Gothenburg Protocol. Compared to 2020 the emissions of non-methane volatile organic compounds increased by 7.8 Gg. This increase is mainly the result of increased use of disinfectants as result of the corona pandemic. With a reduction of 8% in 2021 under the European Unions-National Emissions Ceilings Directive the emission reduction is in compliance with the reduction target of 8% as set by the European Union. However, unlike for the EU-inventory, under the UNECE Gothenburg Protocol the emissions of non-methane volatile organic compounds from manure management and agricultural soils are included in the inventory. This leads to a higher emission total with the result that the reduction target of 8% under the UNECE Gothenburg Protocol is not met in 2021. Despite a 4% increase in total passenger car mileage in 2021 (this is still 12% lower than before de Covid19 pandemic), total nitrogen oxides emissions decreased by 4.1 Gg mainly as result of increasingly cleaner road traffic vehicles. Under both the European Unions-National Emissions Ceilings Directive and the UNECE Gothenburg Protocol a reduction target of 45% compared to 2005 was set. With a reduction of respectively 56% and 52% compared to 2005 the nitrogen oxide emissions comply with the reduction target. The emissions sulphur oxides increased with 1.2 Gg compared to 2020. This increase is mainly a result of higher coal use for energy purposes and higher oil use in refineries. Under both the European Unions-National Emissions Ceilings Directive and the UNECE Gothenburg Protocol a reduction target was set of 28% compared to 2005. With a reduction of 69% the sulphur oxides emissions for both comply with the reduction target. For non-methane volatile organic compounds the Netherlands applied for an continuation of an inventory adjustment to meet compliance with the reduction target set by the UNECE under the Gothenburg Protocol. The Informative Inventory Report 2023 was drawn up by the RIVM and partner institutes, which collaborate to analyse and report emission data each year – an obligatory procedure for Member States. The analyses are used to support Dutch policy

    Informative Inventory Report 2021. Emissions of transboundary air pollutants in the Netherlands 1990–2019

    No full text
    In 2019 is 6,4 kiloton minder ammoniak uitgestoten dan in 2018. Dit komt vooral door ontwikkelingen in de landbouw. Zo werden er minder melkvee en mestvarkens gehouden en kwamen er meer varkensstallen die minder ammoniak uitstoten. De totale ammoniak uitstoot van 123 kiloton in 2019 ligt onder het maximum van 128 kiloton dat op basis van EU-regelgeving voor Nederland geldt. Dit blijkt uit de definitieve inventarisatie tot 2019 van luchtverontreinigende emissies. De emissies van fijnstof zijn toegenomen. Dit komt doordat de uitstoot van het zogeheten condenseerbaar fijnstof in de Emissieregistratie is toegevoegd aan de hoeveelheid fijnstof (vaste deeltjes) uit houtstoot voor sfeerverwarming. Hierbij worden twee soorten fijnstof uitgestoten: de vaste stofdeeltjes, waaronder roet, en het condenseerbaar fijnstof. Deze nieuwe bron is met terugwerkende kracht toegevoegd vanaf 1990. Over de hele periode (1990-2019) blijft de fijnstofuitstoot overigens afnemen. De uitstoot van stikstofoxiden en zwaveldioxide daalden licht ten opzichte van 2018 met respectievelijk 6,5 en 2,0 kiloton. De emissies van beide stoffen liggen onder het vastgestelde maximum van respectievelijk 260 en 50 kiloton. De lagere uitstoot van stikstofoxiden komt onder andere door de strengere eisen aan de uitstoot door personenauto’s en vrachtverkeer. Ook zijn energiecentrales minder steenkool gaan gebruiken. Minder zwaveloxiden komt vooral doordat raffinaderijen steeds meer op gas stoken in plaats van op olie, met een schonere uitstoot (rookgasreiniging). Dit en meer staat in de zogeheten Informative Inventory Report rapportage (IIR) die het RIVM in samenwerking met diverse partnerinstituten jaarlijks op verzoek van het ministerie voor Infrastructuur en Waterstaat (IenW) opstelt. Nederland gebruikt de analyses om beleid te onderbouwen en om in internationaal verband te rapporteren over de ontwikkeling van de emissies en in hoeverre de emissies onder de afgesproken maximale hoeveelheden (emissieplafonds) blijven. De voorlopige emissiecijfers over 2019 zijn al in het najaar van 2020 gepubliceerd

    Informative Inventory Report 2021. Emissies van grootschalige luchtverontreiniging 1990-2019

    No full text
    In 2019 is 6,4 kiloton minder ammoniak uitgestoten dan in 2018. Dit komt vooral door ontwikkelingen in de landbouw. Zo werden er minder melkvee en mestvarkens gehouden en kwamen er meer varkensstallen die minder ammoniak uitstoten. De totale ammoniak uitstoot van 123 kiloton in 2019 ligt onder het maximum van 128 kiloton dat op basis van EU-regelgeving voor Nederland geldt. Dit blijkt uit de definitieve inventarisatie tot 2019 van luchtverontreinigende emissies. De emissies van fijnstof zijn toegenomen. Dit komt doordat de uitstoot van het zogeheten condenseerbaar fijnstof in de Emissieregistratie is toegevoegd aan de hoeveelheid fijnstof (vaste deeltjes) uit houtstoot voor sfeerverwarming. Hierbij worden twee soorten fijnstof uitgestoten: de vaste stofdeeltjes, waaronder roet, en het condenseerbaar fijnstof. Deze nieuwe bron is met terugwerkende kracht toegevoegd vanaf 1990. Over de hele periode (1990-2019) blijft de fijnstofuitstoot overigens afnemen. De uitstoot van stikstofoxiden en zwaveldioxide daalden licht ten opzichte van 2018 met respectievelijk 6,5 en 2,0 kiloton. De emissies van beide stoffen liggen onder het vastgestelde maximum van respectievelijk 260 en 50 kiloton. De lagere uitstoot van stikstofoxiden komt onder andere door de strengere eisen aan de uitstoot door personenauto’s en vrachtverkeer. Ook zijn energiecentrales minder steenkool gaan gebruiken. Minder zwaveloxiden komt vooral doordat raffinaderijen steeds meer op gas stoken in plaats van op olie, met een schonere uitstoot (rookgasreiniging). Dit en meer staat in de zogeheten Informative Inventory Report rapportage (IIR) die het RIVM in samenwerking met diverse partnerinstituten jaarlijks op verzoek van het ministerie voor Infrastructuur en Waterstaat (IenW) opstelt. Nederland gebruikt de analyses om beleid te onderbouwen en om in internationaal verband te rapporteren over de ontwikkeling van de emissies en in hoeverre de emissies onder de afgesproken maximale hoeveelheden (emissieplafonds) blijven. De voorlopige emissiecijfers over 2019 zijn al in het najaar van 2020 gepubliceerd.Decrease in ammonia emissions; entire time series changed. The emission factor for ammonia from low emission animal housing changed as studies/data has shown that they emit more ammonia than was taken into account before. Additionally, a statistical reanalysis of data from manure application has shown that the emission factor for applying manure to the soil was to high. Both changes led to a 4.0 Gg decrease of ammonia emissions in 1990 and a small increase of 0.5 Gg in 2018. Compared to 2018 the ammonia emission decreased by 6.4 Gg. This decrease is mainly the result of decreasing animal numbers of cattle, pigs and laying hens and increasing use of low emission animal housing. At 123.0 Gg in 2019, ammonia emissions are well below the maximum set by the European Union and the UNECE under the Gothenburg Protocol (both 128 Gg). Decrease in non-methane volatile organic compounds. Compared to 2018 the emissions of non-methane volatile organic compounds decreased by 4.3 Gg. This decrease is mainly the result of decreasing animal numbers in agriculture. At 238.2 Gg in 2019, emissions of non-methane volatile organic compounds exceed the maximum set by the European Union (185 Gg) and the UNECE maximum under the Gothenburg Protocol (191 Gg). Decrease in both nitrogen oxides and sulphur oxides. The emissions of both nitrogen oxides and sulphur oxides decreased with respectively 13.6 and 2.1 Gg. For nitrogen oxides this is mainly a result of decreasing road traffic emissions due to ongoing implementation of the latest European Union regulations and a decrease in coal use for energy purposes. The decrease of sulphur oxides is mainly a result of decreasing coal use for energy purposes. Applying for adjustments. For non-methane volatile organic compounds the Netherlands uses the approved adjustments on the emissions for compliance with the ceilings set by the European Union and the UNECE under the Gothenburg Protocol. The Informative Inventory Report 2020 was drawn up by the RIVM and partner institutes, which collaborate to analyse and report emission data each year – an obligatory procedure for Member States. The analyses are used to support Dutch policy.Ministerie van I&

    Informative Inventory Report 2020 : Emissions of transboundary air pollutants in the Netherlands 1990-2018

    No full text
    De uitstoot van ammoniak in Nederland is in 2018 met 0,6 kiloton is afgenomen ten opzichte van 2017. Dit komt vooral door ontwikkelingen in de landbouw, waar minder runderen worden gehouden en er steeds meer varkensstallen komen die minder ammoniak uitstoten. Toch ligt de uitstoot van ammoniak in 2018 met 129,3 kiloton boven het maximum van 128 kiloton dat vanuit Europa voor Nederland is bepaald. De uitstoot van stikstofoxiden en zwaveldioxide is in 2018 licht gedaald, met respectievelijk 8,6 en 1,6 kiloton. Minder stikstofoxiden komt onder andere door de strengere eisen voor de uitstoot door personenauto's en vrachtverkeer, en doordat energiecentrales minder steenkool gebruiken. Minder zwaveloxiden komt vooral doordat raffinaderijen niet meer op olie maar op gas stoken, met een betere rookgasreiniging. De uitstoot van beide stoffen blijft onder de vastgestelde maxima. Ook de emissies van fijnstof zijn iets gedaald. Dat komt door aanpassingen in productie processen en toenemend gebruik van stoffilters in de industrie, en door strengere eisen voor de uitstoot door wegverkeer. De uitstoot van vluchtige organische stoffen is in 2018 met 13,1 kiloton afgenomen tot 241,6 kiloton, maar ligt wel boven het maximum van 185 kiloton. De afname wordt vooral veroorzaakt doordat in de landbouw minder kuilvoer nodig is. Een andere reden zijn extra milieumaatregelen bij de energieproductie en in de industrie. Voor Nederland verzorgen het RIVM en diverse partnerinstituten deze zogeheten Informative Inventory Report rapportage (IIR) waarin de uitstoot van in totaal 26 verontreinigende stoffen wordt gerapporteerd. Nederland gebruikt de analyses om beleid te onderbouwen en om te rapporteren in hoeverre de emissies onder de afgesproken maximale hoeveelheden (emissieplafonds) blijven
    corecore