50 research outputs found

    Risk analysis on the import of mussels from the Limfjord and the Isefjord (Denmark) to the Oosterschelde

    Get PDF
    This report is the result of a risk analysis on the introduction of exotic non-indigenous species – species that have their origin outside the North Atlantic Continental Shelf region – with the import of bottom culture mussels from the Isefjord and the Limfjord (Denmark) into the Oosterschelde. Based on available literature data and expert judgement, the target species are identified and the risks of these species are assessed semiBquantitively. It is concluded that the risk of introducing exotic non-indigenous species into the Oosterschelde with the import of mussels from the Isefjord and the Limfjord is low

    Meerjarige effectmetingen aan MZI's in de Westelijke Waddenzee en Oosterschelde, Deelproject 2: Depositie van organisch materiaal van MZI-mosselen op de bodem in Waddenzee en Oosterschelde 2009

    Get PDF
    In de Nederlandse kustwateren vindt mosselzaadvisserij plaats. Deze wateren herbergen ook belangrijke natuurwaarden en de meeste wateren zijn derhalve aangewezen als natuurgebied in het kader van de Natuurbeschermingswet of de Europese Vogel( en Habitatrichtlijn. Op 21 oktober 2008 sloten het Ministerie van LNV, de mosselsector en natuurbeschermingsorganisaties het convenant ‘Transitie mosselsector en natuurherstel in de Waddenzee’, waarin de partijen overeenkomen dat zij gezamenlijk toewerken naar een mosselsector die onafhankelijk is van de bodemzaadvisserij in 2020. De mosselsector maakt daartoe gebruik van een nieuwe manier van zaadwinning met mosselzaadinvangsystemen (MZI). Het opschalen van het areaal MZI’s in de Westelijke Waddenzee en Oosterschelde, in combinatie met mosselpercelen en toenemend areaal wilde mosselbanken heeft mogelijk ecologische gevolgen. Een van de kennislacunes is wat het effect is op de bodemstructuur en bodemdieren onder en bij MZI’s door uitzinking van mosselfeces

    Duurzame Schelpdiertransporten

    Get PDF
    Er worden regelmatig schelpdieren geïmporteerd uit verschillende landen naar de Nederlandse kustwateren ten behoeve van de schelpdiercultuur. Met de import van schelpdieren bestaat de kans dat er onbedoeld ongewenste organismen zoals exoten, ziektes en parasieten worden geïntroduceerd die kunnen leiden tot schadelijke effecten. Men is daarom voorzichtig met het verplaatsen van schelpdieren tussen verschillende gebieden. Deze studie richt zich specifiek op de risico’s van introductie van exoten. In deze studie zijn de risico’s van de introductie van exoten met schelpdiertransporten naar de Nederlandse wateren in kaart gebracht. Deze informatie zal door het Ministerie van LNV worden gebruikt om tot nieuw beleid te komen omtrent de verplaatsing van schelpdieren

    Kaderrichtlijn Water - Achtergronddocument Zoute Macrofauna 2008

    Get PDF
    Dit achtergronddocument geeft een toelichting op de referenties en maatlatten voor het kwaliteitselement macrofauna voor de Nederlandse kust- en overgangswateren. In een 1e deel wordt de opzet en werking van de maatlat uitgewerkt. In een 2e deel komt de uitwerking voor de verschillende Nederlandse kust- en overgangswateren aan bod, waarbij de toepassing van de maatlat in het 'Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de kaderrichtlijn water' van Van der Molen en Pot (2007) wordt toegelicht

    Verkenning mogelijkheden voor verwijderen Japanse oesters in recreatiezones Grevelingenmeer

    Get PDF
    De wildgroei van oesters in de recreatiegebieden van het Grevelingenmeer leidt tot overlast voor surfers en badgasten die zich regelmatig verwonden aan de scherpe schelpen. In dit onderzoek is er gekeken naar de mogelijkheden die er zijn om oesters te verwijderen uit de recreatiezones bij de Brouwersdam (Kabbelaarsbank, De Punt en Westrepart)

    Bestandschatting mosselen op percelen in de Oosterschelde (1992-2009) en de Waddenzee (2004-2009)

    Get PDF
    Deze rapportage kadert in het “project onderzoek duurzame schelpdiercultuur” (PRODUS) dat wordt uitgevoerd in opdracht van LNV en de schelpdiersector. De opdracht vloeit voort uit het nieuwe schelpdierbeleid, en de innovatie agenda van de schelpdiersector. Dit onderzoek past binnen deelproject 1A wat zich focust op de perceelrendementen, hoofdzakelijk in de Waddenzee en bij uitbreiding in de Oosterschelde. Tussen 1992 en 2009 zijn in het voorjaar door IMARES jaarlijks bemonsteringen uitgevoerd op mosselpercelen in de Oosterschelde. Op basis van deze data wordt het bestand aan gekweekte mosselen berekend. In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de resultaten van de perceelbemonsteringen die zijn uitgevoerd tussen 1992 en 2009. Sinds 2010 worden deze bemonsteringen niet meer uitgevoerd. In deze studie wordt onderzocht of het mogelijk is om het mosselbestand op de percelen te herleiden uit de geregistreerde leveringen aan de mosselveiling in Yerseke. In de Waddenzee wordt een mosselperceelbemonstering uitgevoerd sinds 2004. Deze bemonsteringen vinden plaats in het najaar. De resultaten worden ieder jaar gerapporteerd. Ook voor de Waddenzee is onderzocht of er een relatie bestaat tussen het bestand op de percelen en de leveringen aan de mosselveiling. Gezien de timing van de bemonstering (het najaar) worden de bemonsterde bestanden vergeleken met de aanleveringen in het daaropvolgende jaar. In hoofdstuk twee en drie van dit rapport worden overzichten gegeven van de bestandschattingen op de percelen in respectievelijk de Oosterschelde en de Waddenzee weergegeven over de bemonsterde periodes. In hoofdstuk vier wordt de link tussen de berekende mosselbestanden op basis van de perceelbemonstering en de inschatting aan de hand van de aanleveringen aan het mosselkantoor beschreven

    Evaluatie effectiviteit gesloten gebieden in de Oosterschelde, Westerschelde en Voordelta

    Get PDF
    In de Voordelta, de Oosterschelde en de Westerschelde zijn een aantal gebieden gesloten voor schelpdier- en/of bodemberoerende visserij. Het voornaamste doel van deze sluiting is de bodem en de bodemdieren te beschermen. In deze studie wordt nagegaan hoe de natuurwaarden zich in deze gebieden hebben ontwikkeld sinds de sluiting en of de vooropgestelde beleidsdoelen zijn gehaald

    Biodiversiteit, verspreiding en ontwikkeling van macrofauna soorten in de Nederlandse kustwateren

    Get PDF
    Sinds 1993 wordt een groot deel van de Nederlandse kustwater intensief gemonitord. Jaarlijks vinden er inventarisaties plaats waarin met verschillende monstertuigen het bodemleven wordt geïnventariseerd. Alle bijvangsten in deze surveys (t.b.v. schelpdieren) worden geteld, vaak gewogen en geregistreerd. Tot op heden wordt er weinig van deze informatie gebruik gemaakt. Deze rapportage geeft een overzicht van de beschikbare data en voorbeelden van de verspreiding en bestandsontwikkeling van enkele macrofaunasoorten

    Proefsuppletie Galgenplaat Oosterschelde Monitoring effect op productiviteit van mosselpercelen

    Get PDF
    Sinds de aanleg van de stormvloedkering en de compartimenteringsdammen wordt het ecosysteem van de Oosterschelde aangetast door een fenomeen dat ‘zandhonger’ wordt genoemd. Doordat er minder water wordt getransporteerd zijn de geulen overgedimensioneerd. Door de verminderde stroomsnelheden in de geulen sedimenteert daar zand. Dit zand is afkomstig van de omliggende slikken en platen, waardoor deze afkalven. De slikken en platen komen hierdoor steeds lager te liggen. De laatste jaren wordt nagedacht over ingrepen die het proces van de zandhonger kunnen vertragen of. In onderhavige studie is onderzocht hoe de werkzaamheden de groei en kwaliteit van mosselen in de omgeving hebben beïnvloed. De resultaten van deze studie duiden niet op een negatief effect van bagger- en suppletiewerkzaamheden op de groei en ontwikkeling van de mosselen in de omgeving

    De betekenis van lichtverontreiniging voor vogels in kustgebieden en de Noordzee

    Get PDF
    Elk jaar maken 10-12 miljoen vogels gebruik van de internationale Waddenzee, als pleisterplaats op hun jaarlijkse heen- en terugreis tussen de broedgebieden en de overwinteringsgebied. Deze vogels gebruiken de Waddenzee voor een korte stop, als opvetgebied om langduriger bij te tanken voor een langere etappe, als ruigebied en als overwinteringsgebied. De Waddenzee vormt daarmee een essentiële halte voor het voortbestaan voor deze vogels. Een deel van de in de Waddenzee pleisterende vogels bereikt dit gebied via een route over de Noordzee. Lichtverontreiniging alhier, als gevolg van verlichting door boorplatforms, zou een negatief effect kunnen hebben op de oriëntatiemogelijkheden van vogels die ’s nachts over de Noordzee trekken. Ook zou verlichting in het Waddengebied zelf van invloed kunnen zijn op de leefwijze van wadvogels en op de mogelijkheden om voedsel te zoeken. Kennis over de mogelijke effecten van lichtverontreiniging is daarom van belang voor de beheer van de trekkende vogelpopulaties in dit gebied
    corecore