Neutrophil Extracellular Traps in Breast Cancer and Beyond: Current Perspectives on NET Stimuli, Thrombosis and Metastasis, and Clinical Utility for Diagnosis and Treatment

Abstract The formation of neutrophil extracellular traps (NETs), known as NETosis, was first observed as a novel immune response to bacterial infection, but has since been found to occur abnormally in a variety of other inflammatory disease states including cancer. Breast cancer is the most commonly diagnosed malignancy in women. In breast cancer, NETosis has been linked to increased disease progression, metastasis, and complications such as venous thromboembolism. NET-targeted therapies have shown success in preclinical cancer models and may prove valuable clinical targets in slowing or halting tumor progression in breast cancer patients. We will briefly outline the mechanisms by which NETs may form in the tumor microenvironment and circulation, including the crosstalk between neutrophils, tumor cells, endothelial cells, and platelets as well as the role of cancer-associated extracellular vesicles in modulating neutrophil behavior and NET extrusion. The prognostic implications of cancer-associated NETosis will be explored in addition to development of novel therapeutics aimed at targeting NET interactions to improve outcomes in patients with breast cancer

Mesenchymal and induced pluripotent stem cells: general insights and clinical perspectives

Helena D Zomer,1 Atanásio S Vidane,1 Natalia N Gonçalves,1 Carlos E Ambrósio2 1Department of Surgery, Faculty of Veterinary Medicine and Animal Science, University of São Paulo, São Paulo, SP, Brazil; 2Department of Veterinary Medicine, Faculty of Animal Sciences and Food Engineering, University of São Paulo, Pirassununga, SP, Brazil Abstract: Mesenchymal stem cells have awakened a great deal of interest in regenerative medicine due to their plasticity, and immunomodulatory and anti-inflammatory properties. They are high-yield and can be acquired through noninvasive methods from adult tissues. Moreover, they are nontumorigenic and are the most widely studied. On the other hand, induced pluripotent stem (iPS) cells can be derived directly from adult cells through gene reprogramming. The new iPS technology avoids the embryo destruction or manipulation to generate pluripotent cells, therefore, are exempt from ethical implication surrounding embryonic stem cell use. The pre-differentiation of iPS cells ensures the safety of future approaches. Both mesenchymal stem cells and iPS cells can be used for autologous cell transplantations without the risk of immune rejection and represent a great opportunity for future alternative therapies. In this review we discussed the therapeutic perspectives using mesenchymal and iPS cells. Keywords: cell transplantation, cell therapy, iPS, MS

Vinylchloride and other chlorinated ethenes in the indoor air and the crawling-space air of houses on a polluted site in Gorinchem, the Netherlands

Op een locatie te Gorinchem bevindt zich een reeds deels gesaneerde verontreiniging met tri en tetrachlooretheen. Bij controle is een ernstige verontreiniging met vinylchloride geconstateerd, welke vermoedelijk is ontstaan door bacteriele omzetting van de eveneens aanwezige verontreinigingen tri- en tetrachlooretheen. Doel van het onderzoek is het vaststellen of de betreffende veronreiniging aanleiding geeft tot be-invloeding van de lucht in kruip- en woonruimten van woningen op de locatie. Het onderzoek in de lucht in woon- en kruipruimten is uitgevoerd met een speciaal ontwikkelde methode van bemonstering en analyse. Met de methode is het mogelijk om 3-uurs gemiddelde monsters te nemen bij een analyse-ondergrens voor vinylchloride van ca 0.5 mug/m3. Bij het onderzoek zijn naast de gehalten aan VC ook tijdsgemiddelde metingen verricht op tri- en tetrachlooretheen, alsmede indicatieve metingen in de bodemlucht. Metingen zijn verricht in zes woningen, alle dicht bij de plaats van verontreiniging. Uit het onderzoek blijkt, dat er op het moment van meting geen meetbare bijdrage vanuit de bodem aan de vinylchloride-concentraties in de onderzochte woningen was. In een drietal woningen is er mogelijk een lichte bijdrage vanuit de bodem voor de stoffen tri- en tetrachlooretheen. De bijdrage aan de concentratie in de woonkamer blijkt echter zeer gering en de concentratie in woonkamers blijft ver beneden bekende TCL-waarden. Voor het eveneens in het grondwater aanwezige, maar niet bij het luchtonderzoek gemeten cis 1,2, dichlooretheen kan op grond van berekeningen worden gesteld dat de kans op een relevante bijdrage vanuit de bodem zeer gering is.On a residential site in Gorinchem, which is polluted with vinylchloride and other chlorinated ethenes, measurements were carried out to assess the concentrations of the pollutants in the air of living-rooms and crawling-spaces of houses. Vinylchloride concentrations above the detection limit of the method (0.5 mug/m3) were not found either in the air of the crawling space or in the living-room in any of the six investigated houses. In three of the investigated houses a small contribution from the soil to the air in the crawling-space was found for tri- and tetrachloroethene. The concentration in the living-room, however, was well below the level of concern and did not exceed the normal concentrations for these compounds in the living-rooms. The concentration of cis 1,2, dichloroethene was not measured as calculations showed, that a relevant contribution from the soil to the living-room air is very unlikely.RIMH-Zuid-Hollan

Vinylchloride en gechloreerde ethenen in de lucht van woon- en kruipruimten op het terrein Uniek (Schuttersgracht) te Gorinchem

Op een locatie te Gorinchem bevindt zich een reeds deels gesaneerde verontreiniging met tri en tetrachlooretheen. Bij controle is een ernstige verontreiniging met vinylchloride geconstateerd, welke vermoedelijk is ontstaan door bacteriele omzetting van de eveneens aanwezige verontreinigingen tri- en tetrachlooretheen. Doel van het onderzoek is het vaststellen of de betreffende veronreiniging aanleiding geeft tot be-invloeding van de lucht in kruip- en woonruimten van woningen op de locatie. Het onderzoek in de lucht in woon- en kruipruimten is uitgevoerd met een speciaal ontwikkelde methode van bemonstering en analyse. Met de methode is het mogelijk om 3-uurs gemiddelde monsters te nemen bij een analyse-ondergrens voor vinylchloride van ca 0.5 mug/m3. Bij het onderzoek zijn naast de gehalten aan VC ook tijdsgemiddelde metingen verricht op tri- en tetrachlooretheen, alsmede indicatieve metingen in de bodemlucht. Metingen zijn verricht in zes woningen, alle dicht bij de plaats van verontreiniging. Uit het onderzoek blijkt, dat er op het moment van meting geen meetbare bijdrage vanuit de bodem aan de vinylchloride-concentraties in de onderzochte woningen was. In een drietal woningen is er mogelijk een lichte bijdrage vanuit de bodem voor de stoffen tri- en tetrachlooretheen. De bijdrage aan de concentratie in de woonkamer blijkt echter zeer gering en de concentratie in woonkamers blijft ver beneden bekende TCL-waarden. Voor het eveneens in het grondwater aanwezige, maar niet bij het luchtonderzoek gemeten cis 1,2, dichlooretheen kan op grond van berekeningen worden gesteld dat de kans op een relevante bijdrage vanuit de bodem zeer gering is.<br

Distinct features of rabbit and human adipose-derived mesenchymal stem cells: implications for biotechnology and translational research

Helena Debiazi Zomer,1,2 Kelly CS Roballo,2 Thais Borges Lessa,2 Fabiana Fernandes Bressan,2 Nat&aacute;lia Nardeli Gon&ccedil;alves,2 Fl&aacute;vio Vieira Meirelles,2,3 Andrea Gon&ccedil;alves Trentin,1 Carlos Eduardo Ambr&oacute;sio2,3 1Department of Cell Biology, Embryology and Genetic, Faculty of Biological Sciences, Santa Catarina Federal University (UFSC), Florian&oacute;polis, Brazil; 2Department of Surgery, Sector Anatomy, Faculty of Veterinary Medicine and Animal Science, University of S&atilde;o Paulo, S&atilde;o Paulo, Brazil; 3Department of Veterinary Medicine, Faculty of Animal Science and Food Engineering, University of S&atilde;o Paulo, S&atilde;o Paulo, Brazil Introduction: Owing to their similarity with humans, rabbits are useful for multiple applications in biotechnology and translational research from basic to preclinical studies. In this sense, mesenchymal stem cells (MSCs) are known for their therapeutic potential and promising future in regenerative medicine. As many studies have been using rabbit adipose-derived MSCs (ASCs) as a model of human ASCs (hASCs), it is fundamental to compare their characteristics and understand how distinct features could affect the translation to human medicine.Objective: The aim of this study was to comparatively characterize rabbit ASCs (rASCs) and hASCs to further uses in biotechnology and translational studies.Materials and methods: rASCs and hASCs were isolated and characterized by their immunophenotype, differentiation potential, proliferative profile, and nuclear stability in vitro.Results and discussion: Both ASCs presented differentiation potential to osteocytes, chondrocytes, and adipocytes and shared similar immunophenotype expression to CD105+, CD34&ndash;, and CD45&ndash;, but rabbit cells expressed significantly lower CD73 and CD90 than human cells. In addition, rASCs presented greater clonogenic potential and proliferation rate than hASCs but no difference in nuclear alterations.Conclusion: The distinct features of rASCs and hASCs can positively or negatively affect their use for different applications in biotechnology (such as cell reprogramming) and translational studies (such as cell transplantation, tissue engineering, and pharmacokinetics). Nevertheless, the particularities between rabbit and human MSCs should not prevent rabbit use in preclinical models, but care should be taken to interpret results and properly translate animal findings to medicine.Keywords: characterization, comparison, MSC, iPS, immunophenotype, proliferation&nbsp