Coping with noise in social dilemmas: Group representatives fare worse than individuals because they lack trust in others’ benign intentions

Research on interindividual–intergroup discontinuity has illuminated distinct patterns of cognition, motivation, and behavior in interindividual versus intergroup contexts. However, it has examined these processes in laboratory environments with perfect transparency, whereas real-life interactions are often characterized by noise (i.e., misperceptions and unintended errors). This research compared interindividual and intergroup interactions in the presence or absence of noise. In a laboratory experiment, participants played 35 rounds of a dyadic give-some dilemma, in which they acted as individuals or group representatives. Noise was manipulated, such that players’ intentions either were perfectly translated into behavior or could deviate from their intentions in certain rounds (resulting in less cooperative behavior). Noise was more detrimental to cooperation in intergroup contexts than in interindividual contexts, because (a) participants who formed benign impressions of the other player coped better with noise, and (b) participants were less likely to form such benign impressions in intergroup than interindividual interactions

Nostalgia for host culture facilitates repatriation success: the role of self-continuity

Repatriation (returning home after having lived abroad) can be psychologically distressing. We theorized and found evidence that feeling nostalgic about a host culture contributes to repatriation success. We tested a sample of over 700 international teachers who worked in the United States (host culture) and then returned to their home countries. As hypothesized, nostalgia for the host culture was positively associated with repatriates’ self-continuity (a sense of connection between one’s past and present selves). Self-continuity, in turn, mediated the positive relation between host-culture nostalgia and psychological adjustment (self-esteem, approach motivation, job satisfaction). The findings have implications for the literatures on (a) multicultural experience and repatriation, and (b) the emotion of nostalgia and its relation to psychological adjustment

Nostalgia promotes intrinsic motivation and effort in the presence of low interactional justice

We examined whether nostalgia increases intrinsic motivation in situations of low (vs. high) interactional justice, with downstream implications for work effort. In Study 1, we tested employees of various organizations using experience sampling methodology (ESM). High (vs. low) momentary nostalgia predicted stronger momentary intrinsic motivation, particularly when chronic interactional justice was low (vs. high). In Study 2, another ESM study among employees, we induced nostalgia. Induced nostalgia (vs. control) strengthened momentary work effort, via momentary intrinsic motivation, when chronic interactional justice was low (vs. high). This effect emerged for organizational and personal nostalgia. In Study 3, an experiment, we induced nostalgia and interactional justice. Induced nostalgia (vs. control) increased intrinsic motivation among participants experiencing low (vs. high) interactional justice. This effect of nostalgia was mediated by past-self directedness. In the face of low interactional justice, nostalgia makes employees experience their work as pleasant and motivating, leading them to exert more work effort

State-of-the-Art bewaarsysteem tulpenbollen : Resultaten 2011

Resultaten van het op 5e jaar State-of-Art bewaren van tulpenbollen op 12 bedrijven waarvan de energie- en achtergrondgegevens verzameld zijn. De 12 bedrijven hadden allen dit jaar een zeer laag berekend percentage zure bollen (0.06 % tot maximaal 1,3%). Door geheel of gedeeltelijk de ventilatie op ethyleenmetingen te sturen en ook de circulatie hierop aan te passen kon hierdoor veel energie bespaard worden. Op gas is er gemiddeld 27% bespaard, variërend van -15% (op het bedrijf dat de ventilatie niet stuurt op basis van de ethyleenmeting) tot 80%. Bij volledige sturing van de ventilatie op basis van een ethyleengrens van 100 ppb had de gemiddelde besparing 79% kunnen zijn. Op elektra is door terugtoeren gemiddeld 53% bespaard, variërend van -17% (op het bedrijf dat continue op voltoeren circuleert) tot 95%. Bij terugtoeren evenredig met verminderde ventilatie a.g.v. de lage ethyleenproductie, maar met een minimum frequentie-instelling van 15 Hz, had gemiddeld 84% bespaard kunnen worden. Op elektra is dus meer bespaard dan op gas. Op het totale energieverbruik (gas voor het opwarmen van buitenlucht voor ventilatie + elektra voor circulatieventilatoren) is bij de bewaring gemiddeld 44% bespaard, variërend van -17% tot 76%

State-of-the-Art bewaarsysteem tulpenbollen : Resultaten 2010

Het project State-of-the-Art bewaren van tulpenbollen is in 2007 opgestart om te demonstreren wat er met behoud of verbetering van productkwaliteit, met de huidige stand der techniek aan energiebesparing mogelijk is. En om met aanvullend onderzoek op de deelnemende bloembollenbedrijven in de toekomst nog meer te kunnen besparen. Voor het 4de jaar op rij is er door de nu 10 deelnemers fors bespaard op energie: gemiddeld 30% op gas en 44% op elektra. Op het bedrijf dat het meest op gas bespaarde was dat zelfs 72% en op het bedrijf dat het meest op elektra bespaarde was dat 80%. Het doel van het project is tweeledig: Spoor 1) demonstreren wat er met behoud of verbetering van de productkwaliteit met de huidige stand der techniek aan energiebesparing in de bewaring bij tulp mogelijk is. Spoor 2) aanvullend onderzoek & ontwikkeling om hierbij in de toekomst nog meer energie te kunnen besparen