The Brassicaceae-Specific EWR1 Gene Provides Resistance to Vascular Wilt Pathogens

Soil-borne vascular wilt diseases caused by Verticillium spp. are among the most destructive diseases worldwide in a wide range of plant species. The most effective means of controlling Verticillium wilt diseases is the use of genetic resistance. We have previously reported the identification of four activation-tagged Arabidopsis mutants which showed enhanced resistance to Verticillium wilt. Among these, one mutant also showed enhanced resistance to Ralstonia solanacearum, a bacterial vascular wilt pathogen. Cloning of the activation tag revealed an insertion upstream of gene At3g13437, which we designated as EWR1 (for Enhancer of vascular Wilt Resistance 1) that encodes a putatively secreted protein of unknown function. The search for homologs of Arabidopsis EWR1 (AtEWR1) in public databases only identified homologs within the Brassicaceae family. We subsequently cloned the EWR1 homolog from Brassica oleracea (BoEWR1) and show that over-expression in Arabidopsis results in V. dahliae resistance. Moreover, over-expression of AtEWR1 and BoEWR1 in N. benthamiana, a member of the Solanaceae family, results in V. dahliae resistance, suggesting that EWR1 homologs can be used to engineer Verticillium wilt resistance in non-Brassicaceae crops as well

Testing the Void against Cosmological data: fitting CMB, BAO, SN and H0

In this paper, instead of invoking Dark Energy, we try and fit various cosmological observations with a large Gpc scale under-dense region (Void) which is modeled by a Lemaitre-Tolman-Bondi metric that at large distances becomes a homogeneous FLRW metric. We improve on previous analyses by allowing for nonzero overall curvature, accurately computing the distance to the last-scattering surface and the observed scale of the Baryon Acoustic peaks, and investigating important effects that could arise from having nontrivial Void density profiles. We mainly focus on the WMAP 7-yr data (TT and TE), Supernova data (SDSS SN), Hubble constant measurements (HST) and Baryon Acoustic Oscillation data (SDSS and LRG). We find that the inclusion of a nonzero overall curvature drastically improves the goodness of fit of the Void model, bringing it very close to that of a homogeneous universe containing Dark Energy, while by varying the profile one can increase the value of the local Hubble parameter which has been a challenge for these models. We also try to gauge how well our model can fit the large-scale-structure data, but a comprehensive analysis will require the knowledge of perturbations on LTB metrics. The model is consistent with the CMB dipole if the observer is about 15 Mpc off the centre of the Void. Remarkably, such an off-center position may be able to account for the recent anomalous measurements of a large bulk flow from kSZ data. Finally we provide several analytical approximations in different regimes for the LTB metric, and a numerical module for CosmoMC, thus allowing for a MCMC exploration of the full parameter space.Comment: 70 pages, 12 figures, matches version accepted for publication in JCAP. References added, numerical values in tables changed due to minor bug, conclusions unaltered. Numerical module available at http://web.physik.rwth-aachen.de/download/valkenburg

How does the cosmic large-scale structure bias the Hubble diagram?

The Hubble diagram is one of the cornerstones of observational cosmology. It is usually analysed assuming that, on average, the underlying relation between magnitude and redshift matches the prediction of a Friedmann-Lema\^itre-Robertson-Walker model. However, the inhomogeneity of the Universe generically biases these observables, mainly due to peculiar velocities and gravitational lensing, in a way that depends on the notion of average used in theoretical calculations. In this article, we carefully derive the notion of average which corresponds to the observation of the Hubble diagram. We then calculate its bias at second-order in cosmological perturbations, and estimate the consequences on the inference of cosmological parameters, for various current and future surveys. We find that this bias deeply affects direct estimations of the evolution of the dark-energy equation of state. However, errors in the standard inference of cosmological parameters remain smaller than observational uncertainties, even though they reach percent level on some parameters; they reduce to sub-percent level if an optimal distance indicator is used.Comment: 19+7 pages, 10 figures, v2 accepted by JCAP; minor changes to improve clarit

Uitbraken van Amerikaans vuilbroed in Nederland : Deel 2 van 2

In het vorige artikel van het AVB-tweeluik keken we naar de verschijningsvormen van Amerikaans vuilbroed. Nu gaan we terug naar de praktijksituatie in Nederland. De laatste jaren kwam een onevenredig groot deel van de uitbraken in het noordoosten van Nederland voor. Hoe komt dit en is dit uniek? In opdracht van het ministerie van LNV maakten we een quickscan van de situatie in Nederland in de periode 1990 tot 2019

1. Verkreukeldevleugelvirus als belangrijkste honingbijvirus : Honingbijvirussen en virale ziekten

Net zoals andere diersoorten, hebben ook honingbijen te maken met virussen. Vaak zijn virusziekten latent aanwezig, wat inhoudt dat een volk virusdeeltjes bevat maar dat de hoeveelheid zo gering is dat er geen symptomen zijn. Zodra de aantallen virusdeeltjes toenemen, door bijvoorbeeld een stressperiode, kan een virus virulent worden en schade aanrichten, met zelfs sterfte tot gevolg. De stijging kan soms snel gaan, mede omdat de honingbijen niet in de huidige anderhalvemetersamenleving zitten, maar in grote aantallen in kleine ruimtes bij elkaar zijn

Nationaal referentie laboratorium voor Bijenziekten

De bijenhouderij is hoofdzakelijk een hobbymatige sector met slechts enkele tientallen beroepsimkers. Er zijn geen wettelijke vereisten met betrekking tot het houden van bijen. Wel is er een aangifteplicht van een aantal destructieve ziekten. Bijengezondgeidscoördinatoren spelen een rol in het herkennen van symptomen van bijenziekten en hebben een uitvoerende taak in het draaiboek van deze aangifteplichtige ziekten. Het aaanpakken van aangifteplichtige ziekten is wettelijk bepaald. EU-wetgeving verplicht lidstaten om hier een aantal zaken voor te regelen

Nationaal referentie laboratorium voor Bijenziekten

De bijenhouderij is hoofdzakelijk een hobbymatige sector met slechts enkele tientallen beroepsimkers. Er zijn geen wettelijke vereisten met betrekking tot het houden van bijen. Wel is er een aangifteplicht van een aantal destructieve ziekten. Bijengezondgeidscoördinatoren spelen een rol in het herkennen van symptomen van bijenziekten en hebben een uitvoerende taak in het draaiboek van deze aangifteplichtige ziekten. Het aaanpakken van aangifteplichtige ziekten is wettelijk bepaald. EU-wetgeving verplicht lidstaten om hier een aantal zaken voor te regelen