40 research outputs found
Overdag naar de eigen school en ’s nachts in detentie. Nachtdetentie als recht en niet beperkt tot de voorlopige hechtenis
Inleiding.
Nachtdetentie is een vorm van detentie waarbij voorlopig gehechte jongeren
alleen ’s avonds, ’s nachts en in het weekend in een justitiële jeugdinrichting verblijven
en overdag hun school, werk, stage of dagbehandeling kunnen blijven
bezoeken. Na een periode van experimenteren in Amsterdam en Rotterdam werd
nachtdetentie in 2003 landelijk ingevoerd. De wettelijke basis daarvoor werd
gevonden in artikel 493 lid 3 Sv, waarin wordt bepaald dat tot het ondergaan van
inverzekeringstelling of voorlopige hechtenis elke daartoe geschikte plaats kan
worden aangewezen. Bij de invoering benadrukte Minister van Justitie Donner
dat binding met school en met werk het risico van afglijden naar een criminele
carrière vermindert en dat school of werk vaak ontbreken bij jongeren die met
Justitie in aanraking komen. Als een jongere dan wel zo’n vaste dagbesteding
heeft is het des te belangrijker dat ervoor wordt gezorgd dat school en/of werk
gewoon door kunnen gaan. Gezien zijn enthousiasme wekt de titel van zijn lezing
Nachtdetentie, geen recht maar een gunst verbazing, zeker omdat hij voor deze stelling
geen afdoend argument geeft
De waarde van gesprekken met gedetineerde jongeren
Inleiding. In ‘Meningen van gedetineerden. Vijftig jaar later’ beschrijven Moerings, Boone
en Franken de discussie die in 1959 losbarstte over de waarde van onder-
zoek dat volledig is gebaseerd op de ervaringen van gedetineerden. Enkele
advocaten-generaal meenden dat dit onderzoek geen waarde had omdat de
juistheid van de gegevens niet was getoetst. Kempe en Rijksen schreven in
hun begeleidende brief bij het onderzoek dat de belevingen inderdaad een-
zijdig en subjectief zijn. Toch zouden ze waardevol zijn omdat het voor de
betrokkenen realiteiten zijn die aan het bereiken van de doelen van de straf-
rechtspleging in de weg staan. In die lijn verdedigde Martin Moerings in
1977 in zijn proefschrift de stelling dat om de betekenis van de gevangenis-
straf te achterhalen, de subjectieve beleving van (ex-) gedetineerden serieus
moet worden genomen
Herstelbemiddeling als alternatief voor voorlopige hechtenis
De laatste jaren wordt in het strafrecht steeds vaker gebruik gemaakt van bijzondere
voorwaarden als een contactverbod, een meldplicht, het ondergaan van
ambulante behandeling, in de meeste gevallen gecombineerd met toezicht door de
(jeugd)reclassering. Golden dit soort minder ingrijpende alternatieven voor
detentie in de jaren tachtig en negentig als ‘soft’, in het nieuwe millennium zijn ze
‘ontdekt’ als sancties die effectief zijn en goed passen in de nieuwe persoonsgerichte
aanpak. Ze worden toegepast in alle fasen van het proces, als bijzondere
voorwaarde bij een sepot, bij een schorsing van de voorlopige hechtenis, bij een
voorwaardelijke sanctie en sinds de herinvoering daarvan per 1 juli 2008 ook bij
de voorwaardelijke invrijheidstelling. Het jeugdstrafrecht, dat vanwege zijn pedagogische
opdracht van oudsher meer persoonsgericht is, vervult hierbij een voortrekkersrol.
Op 1 februari 2008 heeft daar een nieuwe sanctie haar intrede gedaan
die volledig wordt ingevuld met dit soort bijzondere voorwaarden, de gedragsbeïnvloedende
maatregel (GBM). Bij diezelfde wet is tevens het Besluit gedragsbeïnvloeding
jeugdigen ingevoerd, waarin een aantal veelgebruikte bijzondere
voorwaarden zijn geëxpliciteerd en in tijdsduur worden beperkt.
Dit gebeurde enerzijds met het oog op het legaliteitsbeginsel, maar ook om ‘voorzichtige’
rechters te stimuleren om vaker gebruik te maken van bijzondere voorwaarden.
In navolging daarvan worden ook in het volwassenenstrafrecht de
mogelijkheden tot het gebruik van bijzondere voorwaarden steeds verder verruimd
Tuigdorpen, straatterroristen en straattuig: mag het wat minder in 2012?
Als de verkiezing van ‘Van Dale: woord van het jaar’ model staat voor dat wat de
burgers dat jaar heeft beziggehouden, dan kwam de strafrechtspleging in Nederland
in 2011 geen aandacht tekort. In de top 3 stonden twee woorden die met het
oog daarop zijn gecreëerd. Het woord ‘tuigdorp’ werd nummer 1 met maar liefst
43% van de stemmen, gevolgd door het woord ‘caviapolitie’. De gekozen woorden
waren dit keer geen woorden van de straat, maar woorden die zijn ontstaan in de
Tweede Kamer en daar ook werden gebruikt. ‘Tuigdorp’ is een idee van de PVV om
asociale veelplegers op een ommuurde plek buiten de bebouwde kom in containerwoningen
te vestigen; ‘caviapolitie’ is een door de PvdA gebruikt synoniem
voor de dierenpolitie