23 research outputs found
Neurobiological correlates of antisociality across adolescence and young adulthood: a multi-sample, multi-method study
Pathways through Adolescenc
Treatment of antisocial behavior in adolescents: The role of callous-unemotional traits and the hypothalamic-pituitary-adrenal axis activity
Doreleijers, T.A.H. [Promotor]Popma, A. [Promotor]Nauta-Jansen, L.M.C. [Copromotor]Vermeiren, R.R.J.M. [Copromotor
Procédés autocalmants, gestion d'un manque affectif : deux raisons possibles à la dépendance sportive
Doel van deze systematische review is om bij te dragen aan de kwaliteit van JeugdzorgPlus door de doelgroep nader te expliciteren. De resultaten van vijftien primaire onderzoeksrapporten over vijf unieke samples zijn gebruikt om kenmerken van de doelgroep in kaart te brengen. Daarbij is onderscheid gemaakt in statische en dynamische kenmerken (Andrews & Bonta, 2010). Statische kenmerken: Binnen JeugdzorgPlus verblijven evenveel jongens als meisjes. De gemiddelde leeftijd bij opname is 15 à 16 jaar. Meer dan 50% van de jeugdigen heeft een IQ < 90. Bijna alle jeugdigen hebben een hulpverleningsgeschiedenis van 5 à 6 interventies. Dynamische kenmerken: Van de jeugdigen heeft 85-99% ernstige externaliserende gedragsproblemen; bij 36%-67% is sprake van co-morbide internaliserende problematiek. De meest voorkomende psychiatrische stoornissen zijn ODD, CD, ADHD en hechtingsstoornissen. Het middelenmisbruik is hoog (54-76%). Van de jeugdigen heeft 30% bij opname geen binding met school of werk. Slechts 20% komt uit een gezin dat intact is. Veel voorkomende gezinsproblemen zijn: opvoedingsstress, opvoedingsonmacht, mishandeling, fysiek geweld tussen ouders, en individuele problematiek van ouders (psychiatrisch en delinquentie). Meer dan 50% van de jeugdigen heeft traumatische gebeurtenissen meegemaakt. Zestig procent heeft deviante vrienden. Ongeveer één derde van de meisjes heeft in de prostitutie gewerkt of heeft contacten met loverboys of pooiers. De explicitering van de doelgroep JeugdzorgPlus in deze review biedt een bruikbare bouwsteen voor de onderbouwing van keuzes in het behandelaanbod. Verdiepend onderzoek is nodig naar protectieve factoren, de aard van verstandelijke beperkingen, internaliserende problemen en het sociale netwerk
Statische en dynamische kenmerken van jeugdigen in JeugdzorgPlus: Een systematische review
Doel van deze systematische review is om bij te dragen aan de kwaliteit van JeugdzorgPlus door de doelgroep nader te expliciteren. De resultaten van vijftien primaire onderzoeksrapporten over vijf unieke samples zijn gebruikt om kenmerken van de doelgroep in kaart te brengen. Daarbij is onderscheid gemaakt in statische en dynamische kenmerken (Andrews & Bonta, 2010). Statische kenmerken: Binnen JeugdzorgPlus verblijven evenveel jongens als meisjes. De gemiddelde leeftijd bij opname is 15 à 16 jaar. Meer dan 50% van de jeugdigen heeft een IQ < 90. Bijna alle jeugdigen hebben een hulpverleningsgeschiedenis van 5 à 6 interventies. Dynamische kenmerken: Van de jeugdigen heeft 85-99% ernstige externaliserende gedragsproblemen; bij 36%-67% is sprake van co-morbide internaliserende problematiek. De meest voorkomende psychiatrische stoornissen zijn ODD, CD, ADHD en hechtingsstoornissen. Het middelenmisbruik is hoog (54-76%). Van de jeugdigen heeft 30% bij opname geen binding met school of werk. Slechts 20% komt uit een gezin dat intact is. Veel voorkomende gezinsproblemen zijn: opvoedingsstress, opvoedingsonmacht, mishandeling, fysiek geweld tussen ouders, en individuele problematiek van ouders (psychiatrisch en delinquentie). Meer dan 50% van de jeugdigen heeft traumatische gebeurtenissen meegemaakt. Zestig procent heeft deviante vrienden. Ongeveer één derde van de meisjes heeft in de prostitutie gewerkt of heeft contacten met loverboys of pooiers. De explicitering van de doelgroep JeugdzorgPlus in deze review biedt een bruikbare bouwsteen voor de onderbouwing van keuzes in het behandelaanbod. Verdiepend onderzoek is nodig naar protectieve factoren, de aard van verstandelijke beperkingen, internaliserende problemen en het sociale netwerk
A computer-aided method to evaluate the function of implanted Bjork-Shiley prosthetic heart valves
Evaluation of the function of implanted prosthetic valves is important in early diagnosis of valve dysfunction. Björk-Shiley valves contain two radiopaque rings, which are projected as ellipses in cineradiography. From these ellipses the actual valve opening angle can be calculated. A computer-aided method was developed that enables measurement of ellipse characteristics reliably, independent of projection angle and valve opening. It is demonstrated that calculated and real opening angles differ less than 2° with this method. Using the same technique the tilting angle of the valve ring during the cardiac cycle is computed for evaluation of progression of valve dehiscense in case of a paravalvular leak. Application of the method to patient data is illustrated by three cases. The method is suitable for use by technicians. It can be implemented on a small microprocessor system. The method proved to be a powerful tool in the evaluation of patients with implanted Björk-Shiley valves
The clinical usefulness of the new LPE specifier for subtyping adolescents with conduct disorder in the DSM 5
New methods for child psychiatric diagnosis and treatment outcome evaluatio
Implications of health as ‘the ability to adapt and self-manage’ for public health policy: a qualitative study
Background: To explore the implications for public health policy of a new conceptualisation of health as 'The ability to adapt and to self-manage, in the face of social, physical and emotional challenges'. Methods: Secondary qualitative data analysis of 28 focus group interviews, with 277 participants involved in public health and healthcare, on the future of the Dutch healthcare system. WHO's essential public health operations (EPHOs) were used as a framework for analysis. Results: Starting from the new concept of health, participants perceived health as an individual asset, requiring an active approach in the Dutch population towards health promotion and adaptation to a healthy lifestyle. Sectors outside healthcare and public health were considered as resources to support individual lifestyle improvement. Integrating prevention and health promotion in healthcare is also expected to stimulate individuals to comply with a healthy lifestyle. Attention should be paid to persons less skilled to self-manage their own health, as this group may require a healthcare safety net. The relationship between individual and population health was not addressed, resulting in little focus on collective prevention to achieve health. Conclusions: The new concept of health as a basis for changes in the healthcare system offers opportunities to create a health-promoting societal context. However, inequalities in health within the general population may increase when using the new concept as an operationalisation of health. For public health, the main challenge is to maintain focus on the collective socioeconomic and environmental determinants of health and disease and, thereby, preserve collective prevention