171 research outputs found

    Stroomdalgraslanden in Nederland : ontwikkeling en beheer in de Vreugderijkerwaard : veldwerkplaats rivierenlandschap Vreugderijkerwaard, 16 mei 2008

    Get PDF
    Verslag van de veldwerkplaats in de Vreugderijkerwaard, een tweeluik van excursies. Op 28 mei zijn de Millingerwaard en de Erlecomsewaard bezocht. Per gebied werden de beheersstrategieën besproken, de mate van begrazingsintensiteit voor een succesvol beheer, de dynamische verschillen per uiterwaardengebied en de verspreiding en soortensamenstelling van plantengemeenschappen. De Vreugderijkerwaard is een uiterwaard langs de IJssel, waarvan een deel al tientallen jaren in beheer is bij Natuurmonumenten. Op de oeverwal is tijdens de veldexcursie een prachtig ontwikkelde stroomdalvegetatie aangetroffen. Dit zijn de resultaten van een uitgekiend begrazingsbeheer. Ook zijn sinds enkele jaren een aantal voormalige agrarische graslanden bij het reservaat gevoegd en integraal opgenomen in de begrazing. Al na een paar jaar vestigden zich hier (massaal) enkele rode lijst- soorten. De basis voor een geslaagd beheer is de aanwezigheid van gezonde natuurlijke processen

    Wegberm biedt hulp tegen bestuivingscrisis

    Get PDF
    De achteruitgang van bloemzoekende insecten is een bedrieging voor een scala aan ecologische processen en diensten die deze dieren verzorgen. Wegbermen zijn vaak rijk aan bloeiende kruiden en kunnen daardoor van groot belang zijn voor deze dieren. Maar hoe kunnen deze bermen het beste beheerd worden? Wageningen Universiteit deed een experiment in een grazige berm, waarbij bloembezoek bekeken werd in relatie to vijf maairegime

    De droge stroomdalgraslanden van het Sedo-Cerastion in Nederland : verspreiding en soortensamenstelling van het Medicagini-Avenetum en het Sedo-Thymetum vóór 1960 en daarna

    Get PDF
    Dit rapport geeft de vegetatiekundige geschiedenis weer van de stroomdalgraslanden in Nederland. Voor het eerst zijn gegevens uit de jaren ’50 en ’60 gedigitaliseerd en gebruikt om een referentiebeeld te bepalen van het voorkomen, de standplaatsen en de soortensamenstelling van droge stroomdalgraslanden. Vergelijking met recentere vegetatieopnames bevestigt de achteruitgang in de verspreiding, maar ook in de kwaliteit van deze vegetaties. Sommige associaties zijn helemaal verdwenen, andere zijn sterk achteruitgegaan in verspreiding of hebben meer soorten van voedselrijkere bodems als kenmerkende soorten gekregen

    De ecologie van stroomdalgrasland; in het bijzonder de invloed van zandafzetting. Resultaten eerste onderzoeksfase

    Get PDF
    Droog stroomdalgrasland (oeverwal of rivierduingrasland) is zeer kenmerkend voor het rivierengebied. Oppervlak en kwaliteit zijn echter sterk achteruitgegaan. Droge stroomdalgraslanden kwamen vóór 1960 vrijwel overal langs de grote rivieren voor en zijn daarna uit 83-84% van de kilometerhokken verdwenen. Voor instandhouding van deze waardevolle graslanden is een goed begrip nodig van de standplaatsomstandigheden. Daarom is de ecologische amplitude van de verschillende stroomdal grasland gemeenschappen onderzocht

    Natuurtechnische en civieltechnische aspecten van rivierdijkvegetaties.

    Get PDF
    Welke structuur en floristische samenstelling dient de begroeiing van een rivierdijk te hebben, die enerzijds een zo goed mogelijke waarborg biedt tegen aantasting door watererosie en anderzijds de natuurwaarde van dit biotoop zoveel mogelijk in stand houdt? 2. Welke voorwaarden dienen aan materiaal, ontwerp en uitvoering van dijkverhogingen en/of dijkverzwaringen gesteld te worden ten einde het sub 1. genoemde doel te bereiken? 3. Welk beheer dient na de sub 2. genoemde aanleg ten aanzien van de begroeiing gevoerd te worden

    Effect van overstuiving op korstmosrijke duinen op Terschelling

    Get PDF
    De botanische verscheidenheid in kalkarme droge duinen wordt o.a. door korstmossen gevormd. Sinds de jaren 80 van de vorige eeuw zijn deze duinen in het Waddendistrict sterk veranderd door vergrassing met Helm en Zandzegge en vermossing met Grijs kronkelsteeltje. Kan overstuiving met vers zand deze uniformiteit doorbreken? Jarenlange monitoring van de vegetatie op Terschelling geeft hier het antwoord op

    Stroomdalgrasland, kort en laagdynamisch

    Get PDF
    Stroomdalgrasland was vóór 1960 algemeen, is sindsdien dramatisch achteruitgegaan en is vrijwel verdwenen. Na Plan Ooievaar en de invoering van het wildernisbeheer is langs de grote rivieren veel veranderd. De nadruk kwam in veel terreinen te liggen op 'vergroting van de dynamiek' en 'spontane begrazing'. Wat betekent dit voor stroomdalgrasland en wat is hiervoor het optimale beheer

    Successful overwintering of arthropods in roadside verges

    Get PDF
    In densely populated areas, roadside verges often provide the last semi-natural habitats available. Their ecological value is often stressed by bio survey results. Yet insect summer surveys potentially misjudge the value of a biotope (roadside or otherwise) since the occurrences of species may only be seasonal, or even transient. To effectively ascertain the importance of a site for insects, species must be shown to complete their life cycle there or at least be shown to successfully accomplish critical life stages, such as reproduction or overwintering. To confirm overwintering of arthropods in roadsides, sods were cut in late winter in a verge where several years of summer survey data were available. The sods were placed in transparent semi-permeable cages and kept alive during subsequent spring, summer and autumn. All emerging arthropods were caught inside the cages using pitfall and funnel traps and identified to order or family level. Most of the terrestrial arthropod phyla and orders occurring in NW-Europe appeared to be represented. Several groups were further identified to the species level: Carabidae (Coleoptera), Curculionidae (Coleoptera), Araneae, Orthoptera, Apidae (Hymenoptera), Syrphidae (Diptera) and Dephacidae/Cercopidae (Hemiptera). Particularly for the Carabidae, Araneae and Curculionidae, many species recorded in summer were also found to overwinter; species overlap amounted to approximately 67%. Rarefaction of the summer sample or excluding possible summer vagrants, raised this overlap to as much as 88% for the Carabidae. Many of the species successfully overwintering in the roadside verge were generalists, but less common, more stenotopic species were present as well. Not only species hibernating as adults were involved, but also species overwintering in immature stages, indicating reproduction also takes place in the roadside verge. Apparently the roadside occurrence of many arthropod species, including stenotopic and declining ones, is not merely seasonal or incidental, and roadside verges do not necessarily act as a sink only. The ecological importance often attributed to roadside verges should clearly be taken seriously
    corecore