565 research outputs found

    Effects of growth conditions on postharvest Botrytis infection in Gerbera - a nursery comparison

    Get PDF
    Botrytis cinerea is one of the main postharvest problems in gerbera cut flowers. There are clear differences among growers in the percentage of flowers showing symptoms of Botrytis infection after harvest. Because the factors causing these differences are uncertain, cultivation parameters of twelve different growers were followed and a nursery comparison was carried out. Gerbera flowers ‘Dino’ were sampled twelve times; six times in autumn 2006 and six times in spring of 2007. At the nurseries climate (air temperature, relative humidity, light intensity and CO2 concentration) was logged, and plant density, plant age and other characteristics were monitored. Before each harvest Botrytis spores were trapped in the greenhouses and counted. After sampling, flowers were treated according to a standard transport simulation. Thereafter Botrytis infection was monitored, and statistical analyses were performed on the effect of the pre-harvest conditions on Botrytis infection in the postharvest stage. Clear influence of the spore level in the greenhouse was observed. When a sufficient number of spores were present in the greenhouse environment, the humidity level and the intensity and duration of irradiation had the strongest influence on infection. In general, factors those lead to a dry microclimate such as the use of ventilators, the use of supplemental lighting and a low plant density were related with a lower number of lesions on gerbera petals in the postharvest phase

    Herinplantziekte bij pioenrozen : Verlenging grondproef

    Get PDF
    Om herinplant problemen in pioen te onderzoeken is grond verzameld van drie verschillende locaties waarop op het moment van monstername nog nooit pioenrozen werden geteeld of waarop 2 of 8 jaar geleden pioenrozen hebben gestaan. Door grond van verschillende leeftijden te toetsen kan bepaald worden of en hoelang de grond groeiproblemen blijft geven bij pioenrozen. In deze gronden zijn 3 jaar pioenrozen geteeld. De pioenen die in de verschillende gronden uit de praktijk werden opgeplant vertoonden in de eerste twee jaar groeiachterstand op gronden waarop eerder pioenen geteeld waren in grond van de locaties Klei 1 en Klei 2. Ook als er 8 jaar geen pioenen in deze grond geteeld waren werd een groeiachterstand gevonden. In grond van de locatie Zand was geen verschil. De voortzetting van het onderzoek in een derde teeltjaar heeft laten zien dat herinplantproblemen, in de vorm van minder goede groei (gewaslengte, knolgewicht en aantal bloemen) na 3 jaar niet minder worden en zelfs kunnen verergeren. In het derde jaar werden ook verschillen zichtbaar in grond van de locatie Zand. Ook daar trad groeiachterstand op in grond waar eerder pioenen in geteeld waren, vergeleken met verse grond. Het planten van pioenen in grond waar eerder pioenen hebben gestaan, zelfs als dat 8 jaar geleden was, blijkt een groot risico te zijn. Het effect kan direct zichtbaar zijn in het eerste jaar, maar kan ook pas na twee teeltseizoenen optreden. Er lijkt een verschil te zijn in het optreden van herinplantziekte tussen kleigronden, waarin het snel zichtbaar wordt en zandgrond waarin het probleem vertraagd naar voren komt

    Bladvlekken in zomerbloemen 2 : vervolg op onderzoek 2007-2008

    Get PDF
    Bladvlekkenziekten veroorzaken regelmatig problemen in de teelten van verschillende soorten zomerbloemen. Bladvlekken kunnen door verschillende ziekteverwekkende schimmels worden veroorzaakt. Om een betrouwbaar en gericht advies te geven is het van belang om te weten welk organisme de bladvlekken veroorzaakt. In dit project zijn monsters met bladvlekken bij telers verzameld en is met behulp van de infectieproeven getracht de veroorzaker aan te wijzen

    Test van 2 middelen voor voorbehandeling van biologische zomerbloemen

    Get PDF
    Bij 10 soorten zomerbloemen is het effect van voorbehandeling met middelen, die bruikbaar zouden kunnen zijn voor telers van biologische bloemen onderzocht. De bloemen kregen een transportsimulatie van 5 dagen

    Bladvlekken zomerbloemen : meer veroorzakers, dus extra alert reageren

    Get PDF
    Bladvlekkenziekten veroorzaken regelmatig problemen in de teelten van verschillende soorten zomerbloemen. Bladvlekken kunnen door verschillende ziekteverwekkende schimmels worden veroorzaakt

    Kasklimaat in lelie onder verticale luchtcirculatie

    Get PDF
    In de wintermaanden is het klimaat in kassen met belichte lelies niet altijd optimaal. Door de hoge luchtvochtigheid is de verdamping minimaal wat zich vertaalt in bladeren met gebrekverschijnselen, bladverbranding en een verhoogde kans op papierblad. Verticale luchtcirculatie is een methode om luchtlagen boven- en onderin de kas met elkaar te mengen. Door verticale luchtcirculatie wordt warme lucht van het bovennet, maar ook van de lampen het gewas in geblazen, waardoor het microklimaat rondom de plant zou kunnen verbeteren

    Het effect van luchtionisatie na de oogst op Botrytis bij roos

    Get PDF
    Botrytis is één van de grootste kwaliteitsproblemen van rozen na de oogst. Besmetting met Botrytissporen kan in de hele keten plaatsvinden, maar uit experimenten met rozen van verschillende herkomsten, in een verder schone keten, is gebleken dat besmetting met sporen in de kas een belangrijk aandeel in de latere Botrytisontwikkeling kan vormen (zie ook dit verslag). Kieming van de sporen, waardoor aantasting van de bloem ontstaat in vorm van pokken, bruine petalen, of zelfs uitval van de bloem, kan in de hele keten plaatsvinden. Voor kieming is een luchtvochtigheid van meer dan 93% of vrij water nodig. Deze omstandigheden treden vooral op bij temperatuurwisselingen (condensatie). Kieming kan plaatsvinden bij temperaturen tussen 2°C en 30°C (Kerssies en Dil, 1989). Het is dus van belang dat de tuinder de rozen gezond (d.w.z. zonder levensvatbare sporen) aflevert. Het gebruik van luchtionisatieapparatuur kan ziektekiemen in lucht onschadelijk maken en/of doen neerslaan. Er zijn twee principes te onderscheiden: Bij ionisatoren die werken volgens het corona6effect worden er door een hoge spanning op een emissienaald electronen vrijgemaakt, die botsen op zuurstofmoleculen in de lucht en leveren zo een constante stroom van negatieve ionen. Deze ionen zijn reactief, vormen clusters en binden zo zwevende deeltjes in de lucht (stof, sporen etc.) die daardoor, al dan niet onschadelijk gemaakt, neerslaan (Kerssies, 1988, www.djclarke.co.uk). Bij apparaten met een ionisatiebuis worden zuurstofmoleculen met ongelijke polariteit gevormd, die door een hoger energieniveau zeer reactief zijn en zo micro6organismen onschadelijk kunnen maken. Deze ionen vormen tevens clusters rondom deeltjes in de lucht, waarbij ze stof, sporen en andere deeltjes kunnen doen neerslaan. Veel stof in de lucht kan de gunstige (reactieve6) werking verminderen (Kerssies, 1988, www.bentax.ch)

    Cladosporium én Botrytis belangrijkste oorzaken bladvlekken in pioenroos

    Get PDF
    De schimmels Cladosporium paeoniae en Botrytis spp. veroorzaken verschillende soorten bladvlekken in pioenroos. PPO zocht uit welke schimmels of bacteriën in de bladvlekken aanwezig waren. Met deze kennis is het mogelijk om bladvlekkenziekten gerichter aan te pakken

    Bladvlekken in lelie door gebrek of overmaat aan elementen tijdens winterbroei : bemesting tijdens de broei van lelie, tweede proef

    Get PDF
    Tekort en overmaat van een aantal elementen tijdens de leliebroei, hebben ook in dit onderzoek (in de winter) bladproblemen laten zien. Van de specifieke effecten was de bladschade door magnesiumgebrek het grootst. Calciumgebrek gaf de bekende bladverbranding. Van gebrek of overmaat aan mangaan, sulfaat, fosfor en kalium zijn geen bladproblemen gezien. Stikstofgebrek uitte zich in een lichte bladkleur en lichte takken bij de oogst. Er kwamen bij op vrij grote schaal bruine bladvlekken voor, die niet aan een enkel element waren toe te schrijven. Een overmaat van Mn, Ca, SO4, P en K voorkwam het optreden van deze bladvlekken volledig. Er was bij veel elementen weinig effect van een tekort te zien, hoewel de elementen in het substraat volledig afwezig waren. Van een aantal elementen was de voorraad in de bol kennelijk weer voldoende om grote problemen door gebrek te voorkomen. De resultaten komen overeen met de proef in de zomer van 2009
    • …
    corecore