57 research outputs found

    Diversiteit in cijfers

    Get PDF

    Woodlice of Belgium: an annotated checklist and bibliography (Isopoda, Oniscidea)

    Get PDF
    Woodlice are key organisms for nutrient cycling in many terrestrial ecosystems; however, knowledge on this invertebrate group is limited as for other soil fauna taxa. Here, we present an annotated checklist of the woodlice of Belgium, a small but densely populated country in Western Europe. We reviewed all 142 publications on Belgian woodlice, the oldest dating back to 1831 and re-identified all doubtful specimens from the Royal Belgian Institute of Natural Sciences (RBINS) collection. These data is complemented with observations from extensive field surveys dating from March 2014 until December 2017. We report 36 species of woodlice with free-living populations for Belgium. Nine species can be added compared to the latest checklist published in 2000 being Hyloniscus riparius (C. Koch, 1838), Miktoniscus patiencei Vandel, 1946, Trichoniscoides sarsi Patience, 1908, Haplophthalmus montivagus Verhoeff, 1941, Porcellio monticola Lereboullet, 1853, Metatrichoniscoides leydigii (Weber, 1880), Trichoniscus alemannicus Verhoeff, 1917, Eluma caelata (Miers, 1877) and Philoscia affinis Verhoeff, 1908. Two species are deleted from the checklist (Ligidium germanicum Verhoeff, 1901 and Armadillidium depressum Brandt, 1833) because records are doubtful and no material has been preserved. Additionally the data of the field surveys is used to determine a species status of occurrence in Belgium. For each species, a short overview of their first records is provided and their confirmation as part of the Belgian fauna, their current status, as well as a complete bibliography of the species in Belgium

    De implementatie van e-learning binnen het militair ziekenhuis en haar partners : meerwaarde in het vormingstraject en competentiemanagement naar de Medische Component toe?

    No full text
    L’implémentation de l’apprentissage électronique à l’hôpital militaire et chez ses partenaires, représente-t-elle une plus-value pour le parcours de formation et la gestion des compétences au sein de la Composante médicale ? Introduction Depuis quelques années, les formations (para)médicales et infirmières se caractérisent par un apprentissage et un développement de compétences flexibles et interactifs grâce à la création d’une plateforme électronique. Par contre, une fois sur le terrain, l’infirmier ne dispose plus de ces possibilités qui tardent à être mises à profit au sein des hôpitaux, dans les unités et en mission. Plus-value En 2011, l’Hôpital militaire Reine Astrid (HMRA) a consacré 1540 jours-hommes au développement de compétences infirmières et militaires. L’introduction de l’apprentissage mixte réduirait fortement le nombre de journées de formation, tout en améliorant les résultats. Les compétences à entretenir, les procédures opérationnelles normalisées et les protocoles seraient intégrés dans un environnement d’apprentissage qui consiste en trois parties : une base de données contenant les supports d’apprentissage, l’environnement d’apprentissage et l’environnement de test. Cette innovation faciliterait également la diffusion immédiate et claire des pratiques factuelles (evidence based practices). Besoins La Défense devrait s’équiper d’un système spécifique de formation permanente applicable avant et pendant les engagements opérationnels, quel que soit le lieu de travail du personnel infirmier. D’après une enquête menée à l’HMRA (2011), 47% des 36 infirmiers interrogés ont été initiés aux supports d’apprentissage électroniques et 58% d’entre eux actualisent même leurs compétences infirmières en dehors des heures de service. Etant clairement favorables à la mise en place d’un environnement électronique, ils se disent prêts à tester un module de démonstration (44%) ou à développer et tenir à jour le contenu électronique (36%). La gestion du portefeuille, en complément du progiciel de gestion du personnel (Harmony), permettrait également à l’état-major militaire médical d’évaluer de façon efficace les capacités opérationnelles du personnel sur le plan médical et médico-militaire. Implémentation L’implémentation est préparée par un groupe de travail qui effectue des visites de travail et évalue l’application des bonnes pratiques dans des hôpitaux belges et étrangers. Elle fait l’objet d’une coopération directe avec le Centre de Compétence (CCMED), le Commandement opérationnel (COMOPSMED) et les antennes de la Composante médicale. Les enseignements tirés concernent notamment l’application d’une norme fixe (SCORM) et l’exclusion des frais de licence suite à l’utilisation d’un système de gestion de contenu libre et d’un logiciel de développement. La création d’un environnement de démonstration permettra d’interroger les utilisateurs et de comparer les résultats à la mesure de référence (2011). Les remarques éventuelles seront prises en compte lors des développements ultérieurs. Concrètement, l’examen porte sur la faisabilité, sur une durée de 5 ans et en termes de support IT (personnel et matériel), ainsi que sur le suivi du contenu des cours, deux éléments déterminants pour la réussite du déploiement du système. Cette étude pourrait déboucher sur une décision stratégique au sein de la Défense, menant à l’introduction poussée de l’apprentissage mixte. En vue du développement du contenu, des accords de coopération se négocient actuellement avec d’autres Etats membres de l’OTAN et des hôpitaux en Belgique ou ailleurs. La présentation contient notamment les résultats de l’enquête et une démonstration des possibilités. ---- De implementatie van e-learning binnen het militair ziekenhuis en haar partners: meerwaarde in het vormingstraject en competentiemanagement naar de Medische Component toe? Introductie Het flexibel en interactief aanleren en trainen van competenties via een elektronisch platform werd de afgelopen jaren ingevoerd in elke (para)medische en verpleegkundige opleiding. Een dergelijk aanbod voorlopig slechts in zeer beperkt mate terug te vinden in het werkveld van de verpleegkundige: het ziekenhuis, binnen de eenheid, en op missie. Meerwaarde De training van verpleegkundige als van militaire competenties omhelsde binnen het Militair Hospitaal Koningin Astrid (MHKA) in 2011 1540 mandagen. De invoering van blended learning kan instaan voor het dalen van dit aantal opleidingsdagen mét verbetering van de resultaten. Een leeromgeving verzamelt de te onderhouden competenties, Standard Operating Procedures, en protocollen op een geïntegreerde manier via drie onderdelen: databank van leermaterialen, leeromgeving en testomgeving. Tegelijkertijd kunnen evidence based practices onmiddellijk en ondubbelzinnig verspreid worden. Noden Er is nood aan een specifiek systeem binnen Defensie dat zowel vóór als tijdens operationele inzet kan gebruikt worden om de continue training te verzekeren, ongeacht de locatie van de verpleegkundige. Een steekproef bij 36 verpleegkundigen binnen het MHKA (2011) toont aan dat 47% onder hen reeds in contact kwam met e-leermaterialen en dat 58% de verpleegkundige competenties ook buiten de diensturen update. Ze stellen dat een e-omgeving wenselijk is. Hierbij wil 44% onder hen betrokken te worden voor het testen van een demo module te testen en 36% bij het ontwikkelen en actueel houden van e-inhoud. Portfoliobeheer zou in aanvulling van het personeelsbeheerpakket (Harmony) de medische en medisch-militaire operationaliteit van het personeel ook effectief kunnen meten voor de medische militaire staf. Implementatie Voorbereiding gebeurt door een werkgroep middels werkbezoeken en het aftoetsen van good practices bij enkele ziekenhuizen in binnen en buitenland. Dit in directe synergie met het Competentiecentrum (CCMED), het Operationeel Commando (COMOPSMED), en de antennes van de Medische Component. Lessons learned zijn onder andere het gebruik van een vaste standaard (SCORM) en het uitsluiten van licentiekosten door de inzet van open source Content Management System en ontwikkelsoftware.Na opzet van een demo omgeving worden gebruikers bevraagd en vergeleken ten opzichte van de nulmeting (2011). De opmerkingen zullen meegenomen worden in de verdere ontwikkeling. Concreet worden ook de 5-jaar haalbaarheid naar IT-ondersteuning (personeel en hardware) en inhoudelijke opvolging van de cursussen in kaart gebracht die essentieel zijn voor de succesvol uitrol van het systeem. Deze studie kan de basis zijn van een strategische beslissing binnen Defensie tot het doorgedreven invoeren van blended learning. Voor het ontwikkelen van content worden momenteel samenwerkingsverbanden gezocht met andere NATO-lidstaten en ziekenhuizen in binnen en buitenland. De presentatie licht o.a. de resultaten van de enquête toe en demonstreert de mogelijkheden aan de hand van een demo

    Hydrodynamic characterisation of ventricular assist devices.

    No full text
    A new mock circulatory system (MCS) was designed to evaluate and characterise the hydraulic performance of ventricular assist devices (VADs). The MCS consists of a preload section and a multipurpose afterload section, with an adjustable compliance chamber (C) and peripheral resistor (Rd as principal components. The MCS was connected to a pulse duplicator system for validation, simulating a wide range of afterload conditions. Both pressure and flow were measured, and the values of the different components calculated. The data perfectly fits a 4-element electrical analogon (EA). The MCS was further used to assess the hydrodynamic characteristics of the Medos VAD as an example of a displacement pump. Data was measured for various MCS settings and at different pump rates, yielding device specific pump function graphs for water and pig blood. Our data demonstrate (i) flow sensitivity to preload and afterload and (ii) the effect of test fluid on hemodynamic performance

    Competento: online kenniscentrum voor het vormen van Ondernemerscompetenties

    No full text
    Een van de doelstellingen van het Regeerakkoord 2004 is dat Vlaanderen verder evolueert naar een ondernemende, innoverende, levende en creatieve samenleving. Daartoe moet o.m. gewerkt worden aan een positief imago van het ondernemerschap en van de opleidingen waaruit verhoudingsgewijs veel starters en ondernemers komen. Bondig samengevat: “We maken mensen warm voor ondernemen”. Onderwijs en vorming dragen in belangrijke mate bij tot de bevordering van de ondernemingscompetenties door de juiste instelling te stimuleren, door de aandacht te vestigen op de carrièremogelijkheden als ondernemer en door hiervoor belangrijke vaardigheden te ontwikkelen. Deze ondernemersvaardigheden en -attitudes bieden de maatschappij voordelen die verder reiken dan de toepassing in het bedrijfsleven. De persoonlijke kwaliteiten die belangrijk zijn voor het ondernemerschap, zoals creativiteit, initiatief, zelfsturing en inzicht, kunnen voor iedereen nuttig zijn op het werk en in het dagelijkse leven. Via het Actieplan Ondernemend Onderwijs willen minister Vandenbroucke en minister Moerman en hun respectievelijke departementen in samenwerking met SYNTRA Vlaanderen verder gaan dan het sporadisch ondersteunen van projecten in het onderwijs, zoals bijvoorbeeld de brugprojecten. Zij wensen een kader te creëren om diverse initiatieven inzake het bevorderen van ondernemerszin en ondernemerschap in het onderwijs te coördineren en te versterken door synergie tussen de verschillende initiatieven te stimuleren. Lancering van het Actieplan Ondernemend Onderwijs (Vlaams minister Fientje Moerman en Vlaams minister Frank Vandenbroucke)· Lancering van het Kenniscentrum “Competento – Kenniscentrum voor het vormen van Ondernemerscompetenties” (Vlaams minister Frank Vandenbroucke) · Demo van het Kenniscentrum door SYNTRA Vlaanderen (Stijn Segers
    • …
    corecore