9 research outputs found
Modelling growth curves of the normal infant's mandible: 3D measurements using computed tomography
Objectives Data on normal mandibular development in the infant is lacking though essential to understand normal growth patterns and to discriminate abnormal growth. The aim of this study was to provide normal linear measurements of the mandible using computed tomography performed in infants from 0 to 2 years of age. Material and methods 3D voxel software was used to calculate mandibular body length, mandibular ramus length, bicondylar width, bigonial width and the gonial angle. Intra- and inter-rater reliability was assessed for these measurements. They were found to be sufficient for all distances; intra-class correlation coefficients were all above 0.9. Regression analysis for growth modelling was performed. Results In this multi-centre retrospective study, 109 CT scans were found eligible that were performed for various reasons (e.g. trauma, craniosynostosis, craniofacial abscesses). Craniosynostosis patients had larger mandibular measurements compared to non-craniosynostosis patients and were therefore excluded. Fifty-one CT scans were analysed. Conclusions Analysis showed that the mandible increases more in size vertically (the mandibular ramus) than horizontally (the mandibular body). Most of the mandibular growth occurs in the first 6 months.Development and application of statistical models for medical scientific researc
Kansen voor meer natuurlijkheid in Natura 2000-gebieden.
De Rijksnatuurvisie 2014 schetst een visie op het publieke belang van toekomstbestendige natuur. Dit rapport werkt enkele aspecten van deze visie nader uit. Het brengt in beeld welke rol ânatuurlijkheidâ in het huidige natuurbeleid en -beheer speelt en hoe deze rol is veranderd. Vervolgens presenteert het een nieuwe werkwijze voor de formulering en prioritering van coherente en toekomstbestendige natuurdoelen in Natura 2000-gebieden. Uit interviews met terreinbeheerders en enkele provincies blijkt dat veel in de jaren 1980 ontstane aandacht voor aspecten van natuurlijkheid, zoals natuurlijke verjonging van bos, ontsnippering en herstel van hydrologische systemen nu structureel is opgenomen in het natuurbeheer, ongeacht terreinbeherende instantie. Natuurlijkheid geldt niet meer expliciet als sturend beheerprincipe, maar in de vorm van landschapsecologische systeemanalyses, is het een belangrijke ondersteuning voor beleid en beheer geworden. Een toekomstbestendige(r) formulering en prioritering van gebiedsdoelen voor Natura 2000-gebieden vereist een systeemgerichte benadering met aandacht voor landschapsecologische samenhang, uitwijkmogelijkheden, interacties en natuurlijke dynamiek. De nieuwe werkwijze voorziet in een systeemvisie zonder daarbij de huidige Natura 2000-doelen als vast uitgangspunt te nemen. De visie resulteert in systeemkarakteristieke en niet-karakteristieke doelen. Niet-karakteristieke doelen bemoeilijken de ontwikkeling van systeemkarakteristieke doelen en mogen daarom uit het gebied verdwijnen. Binnen de karakteristieke doelen wordt onderscheid gemaakt tussen kwetsbare en robuuste doelen. Door deze prioritering ontstaat ecologische en bestuurlijke ruimte doordat waarden die als niet-karakteristiek of robuust worden beoordeeld minder aandacht en inzet vragen
Kansen voor meer natuurlijkheid in Natura 2000-gebieden
Aan alle Natura 2000-gebieden zijn instandhoudingsdoelstellingen toegewezen voor soorten en/of habitattypenvan de Vogel- en Habitatrichtlijn. De bezorgdheid groeit dat beheerplannen te weinig rekeninghouden met noodzakelijke natuurlijke dynamiek en uitwijkmogelijkheden voor soorten. En hoe staat hetmet andere natuurwaarden? Een expliciete landschapsecologische benadering biedt uitkomst en kan goedaansluiten op het beheerplanproces en richtlijnen bieden voor vergunningverlening en handhaving
Veldgids Rompgemeenschappen
Plantengemeenschappen zijn groepen van samen voorkomende plantensoorten typerend voor de grote verscheidenheid aan biotopen, zoals moeras, grasland, akker en bos. Plantengemeenschappen zeggen veel over waterhuishouding, bodem, klimaat en landgebruik.Door intensivering zijn goed ontwikkelde plantengemeenschappen echter vrij zeldzaam geworden en verarmd. Dit zijn zogenaamde afgeleide gemeenschappen: de romp- en derivaatgemeenschappen. Ook daarvan is classificatie en identificatie van groot belang.Deze gids geeft een compleet overzicht:â˘inleiding over romp- en derivaatgemeenschappenâ˘beschrijft 260 Nederlandse romp- en derivaatgemeenschappen, ingedeeld naar biotoop (open water en moerassen; graslanden en heiden; kust en binnenlandse pioniermilieus; ruigten, bossen en struwelen)â˘helder overzicht van de overkoepelende vegetatieklassenâ˘per gemeenschap een beschrijving van ecologie en voorkomen in Nederland, plus een tabel met soortensamenstellingâ˘met talloze fraaie kleurenfotoâsDit nieuwe standaardwerk vormt een logisch tweeluik met de Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland (deel1). Samen zijn ze een handig hulpmiddel voor studenten, ecologen, beheerders en plantenliefhebbers.Meer informatie over monitoring en planten tellen >
Modelling growth curves of the normal infant's mandible: 3D measurements using computed tomography
Objectives Data on normal mandibular development in the infant is lacking though essential to understand normal growth patterns and to discriminate abnormal growth. The aim of this study was to provide normal linear measurements of the mandible using computed tomography performed in infants from 0 to 2 years of age. Material and methods 3D voxel software was used to calculate mandibular body length, mandibular ramus length, bicondylar width, bigonial width and the gonial angle. Intra- and inter-rater reliability was assessed for these measurements. They were found to be sufficient for all distances; intra-class correlation coefficients were all above 0.9. Regression analysis for growth modelling was performed. Results In this multi-centre retrospective study, 109 CT scans were found eligible that were performed for various reasons (e.g. trauma, craniosynostosis, craniofacial abscesses). Craniosynostosis patients had larger mandibular measurements compared to non-craniosynostosis patients and were therefore excluded. Fifty-one CT scans were analysed. Conclusions Analysis showed that the mandible increases more in size vertically (the mandibular ramus) than horizontally (the mandibular body). Most of the mandibular growth occurs in the first 6 months
Modelling growth curves of the normal infantâs mandible: 3D measurements using computed tomography
Objectives: Data on normal mandibular development in the infant is lacking though essential to understand normal growth patterns and to discriminate abnormal growth. The aim of this study was to provide normal linear measurements of the mandible using computed tomography performed in infants from 0 to 2 years of age. Material and methods: 3D voxel software was used to calculate mandibular body length, mandibular ramus length, bicondylar width, bigonial width and the gonial angle. Intra- and inter-rater reliability was assessed for these measurements. They were found to be sufficient for all distances; intra-class correlation coefficients were all above 0.9. Regression analysis for growth modelling was performed. Results: In this multi-centre retrospective study, 109 CT scans were found eligible that were performed for various reasons (e.g. trauma, craniosynostosis, craniofacial abscesses). Craniosynostosis patients had larger mandibular measurements compared to non-craniosynostosis patients and were therefore excluded. Fifty-one CT scans were analysed. Conclusions: Analysis showed that the mandible increases more in size vertically (the mandibular ramus) than horizontally (the mandibular body). Most of the mandibular growth occurs in the first 6 months. Clinical relevance: These growth models provide insight into normal mandibular development in the first 2 years of life. This reference data facilitates discrimination between normal and abnormal mandibular growth.</p