153 research outputs found

    Distribution and habitat suitability maps of revised EUNIS grassland types

    Get PDF

    Landelijke Vegetatie Databank : technische documentatie

    Get PDF
    Dit document bevat een beschrijving van de technische omgeving, hulpmiddelen en modellen die van belang zijn voor het beheer van de landelijke vegetatiedatabank. Het is bedoeld om de processen en procedures vast te leggen. Het verkrijgen van kwaliteitsstatus A is hierbij geen doel op zich maar is wel de stip op de horizon waar dit document aan bijdraagt. De landelijke vegetatiedatabank dient ervoor om op een gestructureerde manier gegevens vast te leggen over het voorkomen van vegetaties en daarmee ook van plantensoorten in Nederland. De procedures voor het verzamelen en beheren van deze gegevens zijn beschreven in dit document

    De Landelijke Vegetatie Databank

    Get PDF
    De Landelijke Vegetatie Databank (LVD) is een gegevensbestand over de plantengroei van Nederland. In dit omvangrijke archief zijn ongeveer 500.000 recente en historische vegetatiebeschrijvingen, zogenaamde vegetatieopnamen, in geautomatiseerde vorm bijeengebracht. De gegevens weerspiegelen ruim vijfenzeventig jaar vegetatiekundig veldonderzoek en hebben betrekking op de gehele verscheidenheid van begroeiingstypen. Ze omvatten zowel aquatische als terrestrische begroeiingen, goed ontwikkelde plantengemeenschappen maar ook verarmde gemeenschappen. De waarnemingen betreffen zowel het cultuurlandschap als de halfnatuurlijke en natuurlijke landschappen, en ze bieden een omvattend beeld van de vegetatie in alle delen van ons land. Een toelichting over achtergronden, inventaris en toepassingen van de Landelijke Vegetatie Databank is vervat in de publicatie Schatten voor de natuur. De verplichtingen die voortkomen uit Europese afspraken met betrekking tot het internationale natuurbeleid, vormden de directe aanleiding voor het samenstellen van deze publicatie in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De bedoelde Europese verplichtingen, kortweg aangeduid als Natura 2000, zijn in Nederland vervat in een aantal wettelijke taken die het behoud van de biodiversiteit in ons land moeten veiligstellen. Voor de uitvoering van deze taken bestaat een dringende behoefte aan gegevens over de desbetreffende natuurwaarden. Binnen de internationale verplichtingen nemen de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn (VHR), de twee pijlers van Natura 2000, een prominente plaats in. In het kader van deze richtlijnen moet het Ministerie van LNV periodiek rapporteren aan de Europese Commissie. In het jaar 2007 dient gerapporteerd te worden over de periode 2001-2006, waarbij in eerste instantie gevraagd wordt om de 'staat van instandhouding' van habitattypen en soorten te beoordelen, zeg maar de toestand waarin deze habitattypen en soorten in ons land verkeren. Wat de habitattypen betreft, wordt gebruik gemaakt van de vele vegetatiegegevens die in ons land in de loop van de tijd zijn verzameld

    Toepassing van stenoeciteit voor ruimtelijke beleidsvraagstukken, een advies aan EZ

    Get PDF
    Door Alterra is vrij recent het criterium stenoeciteit ontwikkeld (Corporaal, et al, 2011), waarbij de ecologische waarde op een schaalloze manier uitgedrukt is in één getal onder de 100. Het is een eenvoudige graadmeter waarmee je ook correlaties met andere 'velden' kunt aangaan, bijvoorbeeld met landbouweconomische kengetallen of sociaal-economische. Er zijn methodisch nog allerlei onbenutte kansen die opgespoord zouden kunnen worden en die betekenis kunnen hebben voor de rol van EZ in de regio

    BioScore 3 - Plants : Background and pre-processing of distribution data

    Get PDF
    Together with PBL Netherlands Environmental Assessment Agency, Wageningen Environmental Research(WEnR) is developing BioScore, a biodiversity model to assess the impact of pressures like climate change,nitrogen deposition and land use change. This report highlights the selection and pre-processing proceduresof data concerning the distribution of plant species and habitat types as used in BioScore 3.0 to derive doseresponsefunctions. More than 4,500 European plant species were selected to derive a species setrepresentative for almost all terrestrial (semi)-natural EUNIS habitat types, complemented with ten mostcommon anthropogenic vegetation types (ruderal and arable). Data on distribution of these species wereselected from the European Vegetation Archive (EVA). In total 536,900 vegetation plots, covering the 4,500plant species were extracted from the database to serve as input for BioScore 3. To assess the reliability ofenvironmental responses of plant species, as retrieved from BioScore 3, a comparison has been made withpublished ecological indicator values (Ellenberg indicator values

    Mapping European habitats to support the design and implementation of a pan-European ecological network; the PEENHAB-project

    Get PDF
    The overall objective of the PEENHAB project to develop a methodology to identify spatially all major habitats in Europe. The Pan-European Ecological Network (PEEN) anticipates in the development of an indicative map of an ecological network for the whole of Europe. The design of such an indicative map requires information about the spatial distribution of habitats and species in Europe, as well as inside as outside protected areas. Therefore, the development of European habitat maps is a prerequisite for the further development of a pan-European ecological network. The habitat classes as given in Annex I of the Habitats Directive, better known as Natura 2000 habitats, are taken as the reference. On the basis of the Annex I habitat definitions knowledge rules were defined in a flexible manner using graphic models within a GIS environment to optimally combine existing spatial databases (such as land cover, soil data, topographic data and species distribution maps) to identify the spatial distribution of the major European habitats. At the same time a bottom-up approach is used in collaboration with the SynBioSys project. Currently, a module has been made to predict the Annex I habitats using the Map of the Natural Vegetation of Europe. Both approaches were integrated within the present PEENHAB project

    Stenoeciteit van de Nederlandse flora Een nieuwe parameter op grond van ecologische amplitudo's van de Nederlandse plantensoorten en toepassingsmogelijkheden

    Get PDF
    Er is een dBase gemaakt waarin op basis van expertkennis voor ruim 1750 Nederlandse plantensoorten ieder afzonderlijk op grond van de amplitudo’s van zeven milieuvariabelen (trofie, zuurgraad, zoutgehalte, vocht, bodemtextuur en bodemdynamiek en daglichttoestand) hun stenoeciteit berekend is. De uitkomst is gecheckt door de invoergegevens te vergelijken met actuele meetgegevens. De resultaten zijn gunstig, ook wat betreft de correlatie met plantensociologische data. Voor het eerst is de ecologie van de stadsplanten systematisch bepaald. Het blijkt dat onze floristische zorgenkinderen alle ecologisch zeer kieskeurig zijn. Het risico van uitsterven van soorten valt samen met een stenoeciteit van 26,5 en minder. Het wordt aanbevolen dit begrip ook voor andere groepen organismen toe te passen, waarvoor samenwerking met andere kennisdragers essentieel is. Door de bondigheid van de notie is het mogelijk om correlaties te onderzoeken met tal van data uit andere kennisdomeinen. Stenoeciteit kan ons in geografisch opzicht goed behulpzaam zijn om gebieden met relatief veel of weinig kieskeurige soorten aan te geven. Stenoeciteit past goed als maat én meetlat om bijvoorbeeld zowel nationaal als internationaal over gebiedskwaliteit te communiceren en bij realisatie van te verwachten nieuw EU-beleid voor GLB- of CAPmaatregelen (landbouw)

    Realisatie van natuurdoelen als functie van de hydrologie

    Get PDF
    Grond- en oppervlaktewaterbeheerders dienen tegenwoordig nadrukkelijk rekening te houden met natuurbelangen. Daarvoor moeten ze weten welke hydrologische condities nodig zijn om bepaalde typen natuur te realiseren of te behouden. In dit artikel beschrijven we een methode die is ontwikkeld om de beheerders inzicht te geven in de voorwaarden die nodig zijn om natuurdoelen te realiseren

    Prediction of plant species occurrence as affected by nitrogen deposition and climate change on a European scale

    Get PDF
    Plant species occurrence in Europe is affected by changes in nitrogen deposition and climate. Insight into potential future effects of those changes can be derived by a model approach based on field-based empirical evidence on a continental scale. In this paper, we present a newly developed empirical model PROPS, predicting the occurrence probabilities of plant species in response to a combination of climatic factors, nitrogen deposition and soil properties. Parameters included were temperature, precipitation, nitrogen deposition, soil pH and soil C/N ratio. The PROPS model was fitted to plant species occurrence data of about 800,000 European relevés with estimated values for pH and soil C/N ratio and interpolated climate and modelled N deposition data obtained from the Ensemble meteo data set and EMEP model results, respectively. The model was validated on an independent data set. The test of ten species against field data gave an average Pearson's r-value of 0.79. PROPS was applied to a grassland and a heathland site to evaluate the effect of scenarios for nitrogen deposition and climate change on the Habitat Suitability Index (HSI), being the average of the relative probabilities, compared to the maximum probability, of all target species in a habitat. Results for the period 1930–2050 showed that an initial increase and later decrease in nitrogen deposition led to a pronounced decrease in HSI, and with dropping nitrogen deposition to an increase of the HSI. The effect of climate change appeared to be limited, resulting in a slight increase in HSI
    corecore