60 research outputs found

    In vivo bioluminescence imaging of locally disseminated colon carcinoma in rats

    Get PDF
    Animal tumour models using orthotopic tumours for the evaluation of cancer therapies are of greater clinical relevance than subcutaneous models, but they also pose greater difficulties for measuring tumour size and quantifying response to treatment. In this study, we used noninvasive bioluminescence imaging to monitor the intraperitoneal growth of luciferase-transfected CC531 colorectal cells in adult WAG/RIJ rats. The bioluminescence signal correlated well with post-mortem assessment of tumour load by visual inspection of the peritoneal cavity at specific follow-up times. Using bioluminescence imaging, we were able to monitor peritoneal tumour growth sequentially in time and to calculate a tumour growth rate for each animal; this is not possible with invasive methods of evaluating tumour load. Bioluminescence imaging of rats treated with a single dose of cisplatin (4 mg x kg(-1), i.p.) demonstrated a significant delay in peritoneal tumour growth relative to saline controls (mean 45.0+/-s.d. 13.0 vs 28.2+/-10.3 days; P=0.04). Similar protocols evaluated by visual scoring of tumour load at 40 days after inoculation supported these findings, although no quantitative assessment of treatment-induced growth delay could be made by this method. This study shows that in vivo imaging of luciferase-transfected tumour cells is a useful tool to investigate the dynamics of disseminated tumour growth and efficacy of anticancer treatment in orthotopic models of peritoneal cancer in rats. It offers an attractive alternative to invasive methods, and requires fewer animals for measuring tumour response to therapy

    Goudplevierweg-Vogelweg Oosterwold, Gemeente Almere

    No full text
    EARTH Integrated Archaeology B.V. vanaf februari 2020 een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) door middel van boringen uitgevoerd in plangebied Goudplevierweg-Vogelweg in Oosterwold (gemeente Almere). Er zijn verkennende, karterende en waarderende boringen gezet binnen drie deelgebieden. <p> Op basis van de verkennende, karterende en waarderende boringen kan worden geconcludeerd dat in de ondergrond van het plangebied een dekzandlandschap begraven ligt, waarvan het grootste deel intact is. <br> In dit intacte dekzandlandschap zijn binnen onderhavig deelgebied vijf archeologische vindplaatsen vastgesteld. Een tweetal kleinere vindplaatsen bevindt zich in een middelhoge dekzandvlakte, deze vindplaatsen bevatten slechts enkele archeologische indicatoren (5H_141, 5H_142). Een veel grotere vindplaats bevindt zich op de hoge dekzandrug welke in het zuidelijke deel van het plangebied is gelegen (5H_145). Deze vindplaats bevatten vele primaire indicatoren, met name vuursteen en verkoolde hazelnootdoppen. Tenslotte bevinden zich twee kleinere vindplaatsen met slechts enkele primaire indicatoren op de overgang van de hoge dekzandrug naar de middelhoge dekzandvlakte (vindplaatsen 5H_143 en 5H_144). Alle aangetroffen vindplaatsen zijn op grond van de waarderingscriteria van de KNA 4.1, de provinciale Beleidsregel Archeologie en Ruimtelijke Ordening 2008 en het archeologiebeleid van de gemeente Almere, behoudenswaardig

    J. Huydecoperweg 14, Almere Buiten, Gemeente Almere

    No full text
    In opdracht van Aardachtig BV heeft EARTH Integrated Archaeology B.V. in april 2022 een verkennend booronderzoek (IVO-O) uitgevoerd in een plangebied in Almere Buiten aan de J.Huydecoperweg 14. <p> Uit de boringen is gebleken dat zich in het plangebied afzettingen van een grote holocene geul bevinden. Deze geulafzettingen worden afgedekt met sedimenten die in een open water komgebied zijn afgezet. In de boringen zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van (bewoonbare) oevers aangetroffen. <p> Op basis van dit booronderzoek kan de gespecificeerde archeologische verwachting voor de periode Paleolithicum tot Neolithicum bijgesteld worden bijgesteld naar laag. De verwachting voor Neolithicum t/m Middeleeuwen blijft onvermeerd laag. Archeologische waarden uit de periode Middeleeuwen t/m Tweede Wereldoorlog, bestaande uit scheeps- en vliegtuigwrakken/-resten, kunnen niet worden opgespoord d.m.v. archeologisch booronderzoek. De verwachting hiervoor blijft onverminderd middelhoog

    J. Huydecoperweg 14, Almere Buiten, Gemeente Almere

    No full text
    In opdracht van Aardachtig BV heeft EARTH Integrated Archaeology B.V. in april 2022 een verkennend booronderzoek (IVO-O) uitgevoerd in een plangebied in Almere Buiten aan de J.Huydecoperweg 14. <p> Uit de boringen is gebleken dat zich in het plangebied afzettingen van een grote holocene geul bevinden. Deze geulafzettingen worden afgedekt met sedimenten die in een open water komgebied zijn afgezet. In de boringen zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van (bewoonbare) oevers aangetroffen. <p> Op basis van dit booronderzoek kan de gespecificeerde archeologische verwachting voor de periode Paleolithicum tot Neolithicum bijgesteld worden bijgesteld naar laag. De verwachting voor Neolithicum t/m Middeleeuwen blijft onvermeerd laag. Archeologische waarden uit de periode Middeleeuwen t/m Tweede Wereldoorlog, bestaande uit scheeps- en vliegtuigwrakken/-resten, kunnen niet worden opgespoord d.m.v. archeologisch booronderzoek. De verwachting hiervoor blijft onverminderd middelhoog

    Goudplevierweg-Vogelweg Oosterwold, Gemeente Almere

    No full text
    EARTH Integrated Archaeology B.V. vanaf februari 2020 een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) door middel van boringen uitgevoerd in plangebied Goudplevierweg-Vogelweg in Oosterwold (gemeente Almere). Er zijn verkennende, karterende en waarderende boringen gezet binnen drie deelgebieden. <p> Op basis van de verkennende, karterende en waarderende boringen kan worden geconcludeerd dat in de ondergrond van het plangebied een dekzandlandschap begraven ligt, waarvan het grootste deel intact is. <br> In dit intacte dekzandlandschap zijn binnen onderhavig deelgebied vijf archeologische vindplaatsen vastgesteld. Een tweetal kleinere vindplaatsen bevindt zich in een middelhoge dekzandvlakte, deze vindplaatsen bevatten slechts enkele archeologische indicatoren (5H_141, 5H_142). Een veel grotere vindplaats bevindt zich op de hoge dekzandrug welke in het zuidelijke deel van het plangebied is gelegen (5H_145). Deze vindplaats bevatten vele primaire indicatoren, met name vuursteen en verkoolde hazelnootdoppen. Tenslotte bevinden zich twee kleinere vindplaatsen met slechts enkele primaire indicatoren op de overgang van de hoge dekzandrug naar de middelhoge dekzandvlakte (vindplaatsen 5H_143 en 5H_144). Alle aangetroffen vindplaatsen zijn op grond van de waarderingscriteria van de KNA 4.1, de provinciale Beleidsregel Archeologie en Ruimtelijke Ordening 2008 en het archeologiebeleid van de gemeente Almere, behoudenswaardig

    5Z3 PARADIJSVOGELWEG / KAVEL 115, OOSTERWOLD-ALMERE HOUT, GEMEENTE ALMERE

    No full text
    EARTH Integrated Archaeology B.V. heeft in de periode april - november 2021 een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) verkennende, karterende en waarderende fase door middel van boringen uitgevoerd in plangebied 5Z3 Paradijsvogelweg / Kavel 115 te Almere Oosterwold. <p> Op basis van de verkennende, karterende en waarderende boringen kan worden geconcludeerd dat in de ondergrond van het plangebied een dekzandlandschap begraven ligt, waarvan het grootste deel intact is. In dit intacte dekzandlandschap zijn 12 vondstlocaties vastgesteld. Hiervan zijn er 7 onderdeel van in totaal 4 begrensde vindplaatsen, 1 locatie betreft een niet-intacte context en 4 locaties liggen in het deel van het plangebied waar geen bodemingrepen zijn gepland. Hier is rondom elke vondstlocatie een bufferzone van 40 meter als begrenzing aangehouden. Vindplaatsen 152, 153, 154 en 155 zijn op grond van de waarderingscriteria van de KNA 4.1, de provinciale Beleidsregel Archeologie en Ruimtelijke Ordening 2008 en het archeologiebeleid van de gemeente Almere, behoudenswaardig. EARTH Integrated Archaeology adviseert om de begrensde vindplaatsen (terreinen met vastgestelde archeologische waarden 152-155) in te passen in de toekomstige planvorming voor het plangebied

    Hoe stimuleer je interdisciplinaire samenwerking tussen jeugdhulpverleners?

    No full text
    Jeugdwerkers werken vaker binnen interdisciplinaire buurtteams. Dat betekent een verschuiving van specialistische zorg naar een interdisciplinaire aanpak. Deze literatuurstudie onderzocht wat er bekend is over het bevorderen van interdisciplinaire samenwerking tussen jeugdwerkers

    5Z3 PARADIJSVOGELWEG / KAVEL 115, OOSTERWOLD-ALMERE HOUT, GEMEENTE ALMERE

    No full text
    EARTH Integrated Archaeology B.V. heeft in de periode april - november 2021 een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) verkennende, karterende en waarderende fase door middel van boringen uitgevoerd in plangebied 5Z3 Paradijsvogelweg / Kavel 115 te Almere Oosterwold. <p> Op basis van de verkennende, karterende en waarderende boringen kan worden geconcludeerd dat in de ondergrond van het plangebied een dekzandlandschap begraven ligt, waarvan het grootste deel intact is. In dit intacte dekzandlandschap zijn 12 vondstlocaties vastgesteld. Hiervan zijn er 7 onderdeel van in totaal 4 begrensde vindplaatsen, 1 locatie betreft een niet-intacte context en 4 locaties liggen in het deel van het plangebied waar geen bodemingrepen zijn gepland. Hier is rondom elke vondstlocatie een bufferzone van 40 meter als begrenzing aangehouden. Vindplaatsen 152, 153, 154 en 155 zijn op grond van de waarderingscriteria van de KNA 4.1, de provinciale Beleidsregel Archeologie en Ruimtelijke Ordening 2008 en het archeologiebeleid van de gemeente Almere, behoudenswaardig. EARTH Integrated Archaeology adviseert om de begrensde vindplaatsen (terreinen met vastgestelde archeologische waarden 152-155) in te passen in de toekomstige planvorming voor het plangebied

    Stimulating interdisciplinary collaboration among youth social workers: A scoping review

    No full text
    In recent decades, a considerable amount of literature on interdisciplinary collaboration has been published. Interdisciplinary collaboration plays an important role in matching services to the individual needs of children and young people, but working interdisciplinary appears to be hard for youth social work professionals. The aim of this scoping review was to identify, analyse, and summarise literature on stimulating interdisciplinary collaboration among social work professionals working with youth. Seven databases were systematically searched (until March 2017), and grey literature was hand-searched for relevant publications. Included in this review were empirical studies on at least one (future) social work professional working with youth that (a) focused on interventions for or important elements in interdisciplinary collaboration, team development, or teambuilding/work, (b) were conducted in a Western country; (c) met a clearly written method, and (d) were published in English or Dutch. Eighteen publications met the criteria, in which two categories of studies could be identified: focusing on important elements in interdisciplinary collaboration (ten studies) and focusing on interventions (eight studies). From the ten studies on elements, six overarching elements were distinguished that appear to stimulate interdisciplinary collaboration. (a) Awareness and understanding of the other discipline; (b) communication and interaction: feedback, reflection, and evaluation; (c) team structure; (d) willingness to work together; (e) shared responsibility/norms, and (f) mutual trust. The interventions found in the eight other studies were divided into three forms: training, organisational interventions, and tools. More support for professionals in interventions is needed to stimulate interdisciplinary collaboration. The six overarching elements found in this review can be used in developing these interventions. Further research is needed to develop, test, and systemically measure interventions in order to help youth social work professionals collaborate successfully in an interdisciplinary manner
    • …
    corecore