Inventarisatie omstandigheden optreden zwarte vlekken peen : analyse praktijkmonsters 2006

Zwarte vlekken in peen kan zowel bij gangbare als biologisch geteelde peen grote schade veroorzaken. In opdracht van het Productschap Tuinbouw is een analyse uitgevoerd op de teelt- en ziekte gegevens van peen, die in het jaar 2006 op praktijkschaal zijn geteeld. Agrifirm heeft een lijst van teeltgegevens van peenpartijen van hun klanten verzameld en bij het uitschuren de peen beoordeeld op ziekte. PPO-AGV heeft de analyse uitgevoerd en de rapportage verzorgd

Risico op bladvlekken door Helminthosporium verlagen

In 2007 trad er voor het eerst in Nederland een Helminthosporium-bladvlekkenaantasting van betekenis op in maïs. Het betrof voornamelijk Helminthosporium turcicum, maar ook H. carbonum werd gevonden. In opdracht van het Productschap Zuivel is afgelopen jaar (2009) in een oriënterende pottenproef onderzocht of zieke gewasresten van maïs een volgend maïsgewas op diezelfde grond kunnen aantasten. De maïsplanten werden opgekweekt in een potgrondmengsel van zand, potgrond en zavelgrond. Elke behandeling bestond uit een blok van 12 potten

Inventarisatie omstandigheden optreden zwarte vlekken in peen : analyse praktijkmonsters 2007

Zwarte vlekken in peen kan zowel bij gangbare als biologisch geteelde peen grote schade veroorzaken. In opdracht van het Productschap Tuinbouw is een analyse uitgevoerd op de teelt- en ziekte gegevens van peen, die in het jaar 2007 op praktijkschaal zijn geteeld. Agrifirm heeft een lijst van teeltgegevens van peenpartijen van hun klanten verzameld en bij het uitschuren de peen beoordeeld op ziekte. PPO-AGV heeft de analyse uitgevoerd en de rapportage verzorgd

Oriënterend onderzoek naar het effect van biofumigatie met Terraprotect op optreden van zwarte vlekkenziekte in praktijkpercelen

Zwarte vlekken op peen leidt tot een ernstige vermindering en soms afkeuring van de peen. De veroorzakende schimmels bevinden zich in de grond en kunnen zich vestigen in de opperhuid van de peen. Bij de oogst liften de schimmels mee de bewaring in, met de aanhangende grond. Tijdens de bewaring worden na verloop van tijd de zwarte vlekken op de peen gevormd. In dit onderzoek is bekeken of toepassing van biofumigatie (het in de grond werken van gewassen of gewasresten waarbij gasvormige stoffen ontstaan die een dodende werking hebben op bodemziekten en -plagen) een oplossing kan zijn voor dit probleem

Effect van vruchtwisseling op Helminthosporium aantasting in maïs : pottenproef 2009

Bladvlekkenziekte in maïs veroorzaakt door de schimmel Helminthosporium spp., kwam tot voor kort nauwelijks voor in Nederland. In meer zuidelijke Europese landen, zoals Zuid-Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk heerst de ziekte al langer. Schade in snijmaïs kan door massale aantasting aanzienlijk zijn wat tot uiting komt in lagere opbrengsten en lagere voederwaarde. Voor de korrelmaïs en ccm-telers betekent een aantasting reductie van de korrelopbrengst en mogelijk hogere droogkosten als gevolg van een negatief effect op het droge stof gehalte van de korrels. Een aantasting kan ook consequenties hebben voor het inkuilen en de bewaarbaarheid van snijmaïs. In 2009 is oriënterend onderzoek gestart naar het effect van vruchtwisseling op Helminthosporium aantasting. Hiertoe is in 2009 grond verzameld van maïspercelen waar in 2007 en/of 2008 maïs heeft gestaan die was aangetast door Helminthosporium. In een pottenproef is getest of er in deze grond levensvatbare sporen aanwezig waren die maïs konden aantasten

Beheersing van valse meeldauw (Bremia lactucae) in sla : resultaten 2006 en 2007

project nummer 32500023

PK2 als biologisch (bestrijdings)middel tegen Phytophthora infestans in aardappel

De schimmelziekte Phytophthora infestans is de grootste bedreiging bij de teelt van biologische aardappelen in Nederland. Er zijn geen chemische middelen in Nederland toegelaten om deze ziekte te bestrijden. PK2 (=kaliumfosfiet) zou een stof kunnen zijn om het aardappelgewas te beschermen tegen Phytophthora infestans. Het is een stof die in de natuur voor zou komen. Het wordt wel een plantversterker genoemd, dus geen bestrijdingsmiddel. In de VS zijn een aantal van dit soort producten door de EPA (US Environmental Protection Agency) toegelaten als gewasbeschermingsmiddel vanwege hun lage toxiciteit. Er is geen overzicht waarin alle informatie over kaliumfosfiet bijeen gebracht is. Doel van dit rapport is dan ook om de informatie die er over PK2 is in verband met de bestrijding van Phytophthora infestans bij biologische aardappelen, bijeen te brengen

Epidemiology and integrated control of Potato Late Blight in Europe

Phytophthora infestans, the causal agent of late blight, is a major threat to potato production in northwestern Europe. Before 1980, the worldwide population of P. infestans outside Mexico appeared to be asexual and to consist of a single clonal lineage of A1 mating type characterized by a single genotype. It is widely believed that new strains migrated into Europe in 1976 and that this led to subsequent population changes including the introduction of the A2 mating type. The population characteristics of recently collected isolates in NW Europe show a diverse population including both mating types, sexual reproduction and oospores, although differences are observed between regions. Although it is difficult to find direct evidence that new strains are more aggressive, there are several indications from experiments and field epidemics that the aggressiveness of P. infestans has increased in the past 20 years. The relative importance of the different primary inoculum sources and specific measures for reducing their role, such as covering dumps with plastic and preventing seed tubers from becoming infected, is described for the different regions. In NW Europe, varieties with greater resistance tend not to be grown on a large scale. From the grower’s perspective, the savings in fungicide input that can be achieved with these varieties are not compensated by the higher (perceived) risk of blight. Fungicides play a crucial role in the integrated control of late blight. The spray strategies in NW Europe and a table of the specific attributes of the most important fungicides in Europe are presented. The development and use of decision support systems (DSSs) in NW Europe are described. In The Netherlands, it is estimated that almost 40% of potato growers use recommendations based on commercially available DSS. In the Nordic countries, a new DSS concept with a fixed 7-day spray interval and a variable dose rate is being tested. In the UK, commercially available DSSs are used for c. 8% of the area. The validity of Smith Periods for the new population of P. infestans in the UK is currently being evaluated

Demographics and Functional Outcome of Toe Fractures

Toe fractures are common; however, there are few data on demographics and functional outcome. We studied outcomes in 339 consecutive patients with toe fractures treated between January 2006 and September 2008. Two hundred and sixty-four patients, aged 16 to 75, were mailed an outcome questionnaire, and overall subjective satisfaction with the outcome of treatment was measured using a visual analog scale (VAS). Most frequently affected were the first (38%) and fifth (30%) toes, and most (75.6%) of the fractures were caused by stubbing or crush injury. More than 95% of the fractures were displaced less than 2 mm, and all of the fractures were treated conservatively. The questionnaire was returned by 141 (53%) patients with a median follow-up of 27 months. Respondents were female in 57.4% of cases and had a median age of 45 years. The median AOFAS score was 100 (P25, P75= 93,100) points; the median VAS was 10 (P25, P75= 8, 10) points. Univariate regression analysis revealed no statistically significant associations between outcome and the particular toe or phalanx involved, number of fractured toes, fracture type and location, articular involvement, gender, age, body mass index, smoking habits, and the presence of diabetes mellitus. Satisfaction VAS was dependent on age (P = .047) and gender (P = .049) in the multivariate analysis. The AOFAS midfoot score was not influenced by any of the covariates. This is the first epidemiological investigation using 2 outcome-scoring systems to determine function and satisfaction following treatment of toe fractures