155 research outputs found
Preliminary research findings of three FAR-studies: what has been found so far?
Based on the 2016 call for research proposals, six research projects were launched as a first beacon on the FAR research agenda, strengthening the collaboration between auditing academics and practitioners. During the second plenary session of the conference, representatives of two of the research teams presented initial insights of their studies. These presentations were provided by Therese Grohnert and Wim Gijselaers (concerning learning culture) and Anna Gold (regarding group audits). Furthermore, Olof Bik and Jan Bouwens, who are working on a FAR project in a so-called ‘joint working group’, presented their study onpartner incentives and performance. A summary of the findings of the three studies follows next, supplemented with a short overview of the discussion with the audience
On technology, professional judgment and auditors as social animals: FAR-conference 2023
In June 2023, the yearly conference of the Foundation for Auditing Research (FAR) was held at Nyenrode Business Universiteit. The main theme was ‘Auditors and their judgments’. In this respect, also the role of technology was frequently discussed. 'Is artificial intelligence going to replace the auditor?', was the obvious, but important, thought-provoking question. This question was mainly discussed regarding the extent to which technology can help the auditor during the conduct of an audit. Routine actions will increasingly be taken over by technology. Also, technology is better able than humans to detect trends and inconsistencies. However, judgment will remain essential.
A study of auditors' skeptical characteristics and their relationship to skeptical judgments and decisions
Groot, T.L.C.M. [Promotor]Wright, A.M. [Copromotor
Visual hallucinations, misidentification and reduplication of time:a sense of distorted reality due to a cerebral metastasis
Wij beschrijven een patiënte van 66 jaar zonder psychiatrische voorgeschiedenis die zich meldde met een atypisch psychotisch toestandsbeeld dat grotendeels voldeed aan de kenmerken van het fregolisyndroom (misidentificatie van personen). Daarnaast had patiënte reduplicatie van tijd, scenische hallucinaties en waanwaarnemingen. De oorzaak bleek een hersenmetastase vanuit een primaire longtumor. We beschrijven (aanvullende) diagnostiek en bespreken hoe te differentiëren tussen een organische en functionele psychose, daarnaast beschrijven we de psychiatrische behandeling van patiënte. Ten slotte geven we mogelijke pathofysiologische verklaringen voor het optreden en het verminderen van de symptomen bij deze patiënte.We describe a 66-year-old female patient with no prior psychiatric history who presented with an unusual psychotic state, largely in accordance with Fregoli syndrome (misidentification of people). Further, the patient suffered from reduplication of time, scenic hallucinations and psychotic perceptions. Symptoms were the result of a brain metastasis originating from a lung carcinoma. We describe the performed (additional) diagnostics and discuss how to differentiate between organic and functional psychosis, as well as the given psychiatric treatment. Finally, potential pathophysiological explanations are discussed that might explain the (reduction of) symptoms in the patient
Begrip van de accountantscontrole bij stakeholders, volgens de accountant
Dit artikel beschrijft een onderzoek naar het door de accountant gepercipieerde begrip van de accountantscontrole bij acht verschillende stakeholdergroepen: bestuurders, commissarissen, aandeelhouders, externe toezichthouders, politici, journalisten, de 'verstandige leek' en de 'gemiddelde' Nederlander. Onderzoek naar begrip van de accountantscontrole heeft al vaker plaatsgevonden, maar in dit onderzoek is gekozen voor een nieuwe invalshoek, namelijk: hoe percipieert de accountant het begrip van accountantscontrole bij verschillende stakeholders? Dat is belangrijk, want de perceptie van de accountant stuurt zijn gedrag en beslissingen. De perceptie heeft dus invloed op het bepalen van de responsstrategie voor het dichten van de verwachting-prestatiekloof en vormt belangrijke input voor de stakeholderdialoog. Op alle onderzochte gebieden is het gepercipieerde begrip het grootst bij de stakeholders die nauw betrokken zijn bij de externe accountant. Politici en journalisten scoren volgens accountants laag op begrip, terwijl zij volgens accountants wel de grootste invloed hebben op de publieke opinie
Medication
De veelal ongezonde leefstijl van mensen met een psychiatrische aandoening is onlosmakelijk verbonden met de medicatie die wordt voorgeschreven in de psychiatrie. In dit hoofdstuk gaan we dan ook uitgebreid in op het psychofarmacagebruik en beschrijven we de lichamelijke gevolgen van deze medicijnen. Daarnaast gaan we in op de achtergrond en de werkingsmechanismen van medicatie. Per medicatie- groep wordt uitgelegd hoe bijwerkingen kunnen ontstaan vanuit receptorniveau naar klinisch beeld. Lichamelijke screening wordt ingezet om verschillende lichamelijke klachten en risicofactoren systematischin kaart te brengen. Indien deze aanwezig zijn is het van belang dit te bespreken met de patiënt en samen een beleid vast te stellen. Pas alshet duidelijk is welke lichamelijke belemmeringen er zijn, kan een goed beleid worden gemaakt. De eerste stap is om te kijken welke medicijnen afgebouwd of omgezet kunnen worden om de bijwerkingen te vermin- deren. Daarna zou in samenspraak moeten worden bepaald welke niet- medicamenteuze opties er zijn om de bijwerkingen te doen afnemen. Indien dat ontoereikend is en/of de persoon voelt niets voor leefstijl- interventies, kan medicatie nodig zijn om de afwijkende waarden te behandelen, waarbij rekening moet worden gehouden met de bijwerkingen van die medicamenten. Leefstijladviezen vormen een rode draad dooralle fasen van de behandeling, en er kunnen ook specifieke leefstijl- psychiatrische interventies worden ingezet om de psychische klachten te verminderen. Dit kan weer leiden tot minder medicatiegebruik.Tot slot is het van belang dat de zorg dusdanig wordt georganiseerd dat er voldoende oog is voor zowel psychische als lichamelijke gezondheid
Practical recommendations of the EAU-ESPU guidelines committee for monosymptomatic enuresis-Bedwetting
Background and Aims The objective of this update of the EAU-ESPU guidelines recommendations for nocturnal enuresis was to review the recent published literature of studies, reviews, guidelines regarding the etiology, diagnosis and treatment options of nocturnal enuresis and transform the information into a practical recommendation strategy for the general practitioner, pediatrician, pediatric urologist and urologist. Material and Methods Since 2012 a monthly literature search using Scopus (R) was performed and the relevant literature was reviewed and prospectively registered on the European Urology bedwetting enuresis resource center (). In addition, guideline papers and statements of the European Society for Paediatric Urology (ESPU), the European Association of Urology (EAU), the National Institute for Health and Care Excellence (NICE) and the International Children Continence Society (ICCS) were used to update the knowledge and evidence resulting in this practical recommendation strategy. Recommendations have been discussed and agreed within the working group of the EAU-ESPU guidelines committee members. Results The recommendations focus to place the child and his family in a control position. Pragmatic analysis is made of the bedwetting problem by collecting voiding and drinking habits during the day, measuring nighttime urine production and identification of possible risk factors such as high-volume evening drinking, nighttime overactive bladder, behavioral or psychological problems or sleep disordered breathing. A questionnaire will help to identify those risk factors. Conclusion Motivation of the child is important for success. Continuous involvement of the child and the family in the treatment will improve treatment compliance, success and patient satisfaction
- …