15 research outputs found
Waterstof in de gebouwde omgeving:Synthese Thematiek WaterstofLab
Er ligt een gemeenschappelijke uitdaging om de warmtevoorziening van de gebouwde omgeving CO2-neutraal te maken. In de meeste huishoudens is aardgas nu nog een vanzelfsprekende keuze voor verwarmen en koken. Daar komt de komende 30 jaar verandering in. Niet in één keer, maar geleidelijk en gefaseerd. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat iedere gemeente voor eind 2021 een transitievisie warmte heeft. Waterstof kan hier als klimaatneutraal gas mogelijk een rol in spelen, maar er zijn ook nog veel vragen. Het WaterstofLab, gestart in 2020, beoogt door het organiseren van dialoog tussen een breed scala aan betrokkenen en belanghebbenden op zoek te gaan naar een meer eenduidig beeld omtrent de rol die waterstof kan spelen als onderdeel van de oplossing voor een CO2-neutrale gebouwde omgeving, de huidige stand van zaken rond waterstof, en de termijn waarop een bijdrage verwacht zou kunnen worden. Dit document is het resultaat van de voorbeschouwing. Het geeft weer waar de regiegroep van het WaterstofLab het in grote lijnen over eens is en waar nog de grote vraagtekens zitten. Dit is nadrukkelijk geen eindconclusie, maar een tussenstand op basis van huidige inzichten in de groep. Het is bedoeld als start van een bredere dialoog
Cumulative Burden of Colorectal Cancer-Associated Genetic Variants Is More Strongly Associated With Early-Onset vs Late-Onset Cancer.
BACKGROUND & AIMS: Early-onset colorectal cancer (CRC, in persons younger than 50 years old) is increasing in incidence; yet, in the absence of a family history of CRC, this population lacks harmonized recommendations for prevention. We aimed to determine whether a polygenic risk score (PRS) developed from 95 CRC-associated common genetic risk variants was associated with risk for early-onset CRC. METHODS: We studied risk for CRC associated with a weighted PRS in 12,197 participants younger than 50 years old vs 95,865 participants 50 years or older. PRS was calculated based on single nucleotide polymorphisms associated with CRC in a large-scale genome-wide association study as of January 2019. Participants were pooled from 3 large consortia that provided clinical and genotyping data: the Colon Cancer Family Registry, the Colorectal Transdisciplinary Study, and the Genetics and Epidemiology of Colorectal Cancer Consortium and were all of genetically defined European descent. Findings were replicated in an independent cohort of 72,573 participants. RESULTS: Overall associations with CRC per standard deviation of PRS were significant for early-onset cancer, and were stronger compared with late-onset cancer (P for interaction = .01); when we compared the highest PRS quartile with the lowest, risk increased 3.7-fold for early-onset CRC (95% CI 3.28-4.24) vs 2.9-fold for late-onset CRC (95% CI 2.80-3.04). This association was strongest for participants without a first-degree family history of CRC (P for interaction = 5.61 × 10-5). When we compared the highest with the lowest quartiles in this group, risk increased 4.3-fold for early-onset CRC (95% CI 3.61-5.01) vs 2.9-fold for late-onset CRC (95% CI 2.70-3.00). Sensitivity analyses were consistent with these findings. CONCLUSIONS: In an analysis of associations with CRC per standard deviation of PRS, we found the cumulative burden of CRC-associated common genetic variants to associate with early-onset cancer, and to be more strongly associated with early-onset than late-onset cancer, particularly in the absence of CRC family history. Analyses of PRS, along with environmental and lifestyle risk factors, might identify younger individuals who would benefit from preventive measures
Barn Talk | Wat weet Nederland over waterstof?:Resultaten van de publieksmonitor over waterstof.
De kranten staan vol met veelbelovende waterstofprojecten. Dat waterstof de energietransitie kan versnellen staat vast, maar wat zal de bijdrage van groene waterstof zijn in de toekomst? Waarvoor kan waterstof het beste gebruikt worden? Mobiliteit of in huishoudens? Onderzoeken naar de technische toepassingen voor het gebruik van waterstof zijn in volle gang. Naast de techniek is het belangrijk om te weten wat het grote publiek weet over waterstof. Dit is onderzocht met de publieksmonitor waterstof. De resultaten van deze publieksmonitor worden besproken tijdens de Barn Talk op 3 februari om 16.15. De panelleden zullen de monitor duiden en inhoudelijk reageren en het gesprek zal geleid worden door lector Wim Elving en Marcel Koenis, business developer, beiden verbonden aan EnTranCe, Centre of Expertise | Energy van de Hanzehogeschool Groningen. Over de publieksmonitor waterstof Vanuit het project Groene Waterstof Booster is een periodieke monitor opgezet om bij het publiek te peilen wat zij over waterstof weten. De resultaten van deze monitor staan centraal tijdens de Barn Talk. Ze worden geduid door Jan-jaap Aué als lector, Werner ten Kate wethouder van Hoogeveen, Ulco Vermeulen van Gasunie en Mark Peterse van Portaal. De monitor is door Mathilde van Dijk, senior-onderzoeker van EnTranCe, uitgevoerd
Barn Talk | Wat weet Nederland over waterstof?: Resultaten van de publieksmonitor over waterstof.
De kranten staan vol met veelbelovende waterstofprojecten. Dat waterstof de energietransitie kan versnellen staat vast, maar wat zal de bijdrage van groene waterstof zijn in de toekomst? Waarvoor kan waterstof het beste gebruikt worden? Mobiliteit of in huishoudens? Onderzoeken naar de technische toepassingen voor het gebruik van waterstof zijn in volle gang. Naast de techniek is het belangrijk om te weten wat het grote publiek weet over waterstof. Dit is onderzocht met de publieksmonitor waterstof. De resultaten van deze publieksmonitor worden besproken tijdens de Barn Talk op 3 februari om 16.15. De panelleden zullen de monitor duiden en inhoudelijk reageren en het gesprek zal geleid worden door lector Wim Elving en Marcel Koenis, business developer, beiden verbonden aan EnTranCe, Centre of Expertise | Energy van de Hanzehogeschool Groningen. Over de publieksmonitor waterstof Vanuit het project Groene Waterstof Booster is een periodieke monitor opgezet om bij het publiek te peilen wat zij over waterstof weten. De resultaten van deze monitor staan centraal tijdens de Barn Talk. Ze worden geduid door Jan-jaap Aué als lector, Werner ten Kate wethouder van Hoogeveen, Ulco Vermeulen van Gasunie en Mark Peterse van Portaal. De monitor is door Mathilde van Dijk, senior-onderzoeker van EnTranCe, uitgevoerd
Waterstof in de gebouwde omgeving: Synthese Thematiek WaterstofLab
Er ligt een gemeenschappelijke uitdaging om de warmtevoorziening van de gebouwde omgeving CO2-neutraal te maken. In de meeste huishoudens is aardgas nu nog een vanzelfsprekende keuze voor verwarmen en koken. Daar komt de komende 30 jaar verandering in. Niet in één keer, maar geleidelijk en gefaseerd. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat iedere gemeente voor eind 2021 een transitievisie warmte heeft. Waterstof kan hier als klimaatneutraal gas mogelijk een rol in spelen, maar er zijn ook nog veel vragen. Het WaterstofLab, gestart in 2020, beoogt door het organiseren van dialoog tussen een breed scala aan betrokkenen en belanghebbenden op zoek te gaan naar een meer eenduidig beeld omtrent de rol die waterstof kan spelen als onderdeel van de oplossing voor een CO2-neutrale gebouwde omgeving, de huidige stand van zaken rond waterstof, en de termijn waarop een bijdrage verwacht zou kunnen worden. Dit document is het resultaat van de voorbeschouwing. Het geeft weer waar de regiegroep van het WaterstofLab het in grote lijnen over eens is en waar nog de grote vraagtekens zitten. Dit is nadrukkelijk geen eindconclusie, maar een tussenstand op basis van huidige inzichten in de groep. Het is bedoeld als start van een bredere dialoog
An irrigation experiment to compare soil, water and speleothem tetraether membrane lipid distributions
© 2016 Elsevier Ltd. Measurement of glycerol dialkyl glycerol tetraethers (GDGTs) preserved in speleothems offers a potential proxy for past temperature but, in general, their origin is unknown. To understand the source of speleothem GDGTs, we undertook an irrigation experiment to activate drip sites within a hydrogeochemically well characterised cave. The cave drip water was analysed for GDGTs, inorganic elements (major ions and trace elements), stable isotopes and dissolved organic matter concentration and character. Published speleothem GDGT records from the site have been observed to be dominated by isoprenoid GDGTs and interpreted as deriving from in situ microbial communities within the cave or vadose zone. The drip water in our irrigation experiment had a GDGT distribution distinct from that of soil and speleothem samples, providing direct evidence that the distinctive GDGT signature in speleothems is derived from a subsurface source. Analysis of GDGTs in this context allowed further elucidation of their source and transport in cave systems, enhancing our understanding of how they might be used as a temperature proxy