Praktijkervaringen met waterberging en natuur in een beekdal : achtergrondrapport : Beerze

Hoofddoel van het pilotprogramma is waterbeheerders, terreinbeherende instanties en provincies te ondersteunen in hun activiteiten een koppeling tot stand te brengen tussen waterberging en - buffering en natuurbehoud en -ontwikkeling. Eén van de geselecteerde pilots uit het pilotprogramma ligt langs de Beerze. De Beerze is representatief voor de huidige situatie in veel Brabantse beekdalen: er is sprake van een waterkwantiteitsprobleem, en (tijdelijke) berging van het beekwater in natuurgebieden stuit op problemen, vooral vanwege de (eutrofe) waterkwaliteit. Tegelijkertijd speelt verdroging van natuurgebieden een rol. De pilot Beerze ligt in het traject Logtse Baan - Logtse Velden - Smalbroeken. De onderzoeksperiode van deze pilot besloeg 2004 tot medio 200

Horsterwold - Veluwe - Maaswoud: een quick scan van robuuste ecologische verbindingen van het ambitieniveau 'edelhert'

De natuur in Nederland raakt steeds meer versnipperd. De gevolgen worden goed zichtbaar wanneer wordt gekeken naar de situatie van grote zoogdieren als het edelhert. Teruggedrongen achter rasters in een sub-optimaal habitat leven zij op twee plaatsen: de Veluwe en de Oostvaardersplassen. Het voorkomen van edelherten in andere, grootschalige natuurgebieden wordt van belang geacht voor de compleetheid van deze ecosystemen. Realisatie van de EHS biedt in dit opzicht onvoldoende kansen. Daarom zijn door het Rijk en de provincies een aantal zogenaamde robuuste verbindingen indicatief op kaart gezet. Doel daarbij kan zijn uitbreiding van het huidige leefgebied van het edelhert en het bieden van de mogelijkheid van migratie. Dit rapport is de weerslag van een ecologisch onderzoek naar mogelijke aanvullingen op de reeds verkende robuuste verbindingen voor het edelhert. Daartoe werden elf potentiële tracés verkend. Onderzocht is de mogelijkheid om de Veluwe te verbinden met het Horsterwold, de Utrechtse Heuvelrug en Duitsland via de Gelderse Poort. Tevens is onderzocht hoe vanuit dit laatste gebied de verbinding met het Maaswoud zou kunnen worden gerealiseerd. Ecologische en economische argumenten worden gepresenteerd om te helpen een keuze te bepalen tussen de mogelijke verbindingen

Current clinical practice for thromboprophylaxis management in patients with Cushing's syndrome across reference centers of the European Reference Network on Rare Endocrine Conditions (Endo-ERN)

Background Cushing's syndrome (CS) is associated with an hypercoagulable state and an increased risk of venous thromboembolism (VTE). Evidence-based guidelines on thromboprophylaxis strategies in patients with CS are currently lacking. We aimed to map the current clinical practice for thromboprophylaxis management in patients with CS across reference centers (RCs) of the European Reference Network on Rare Endocrine Conditions (Endo-ERN), which are endorsed specifically for the diagnosis and treatment of CS. Using the EU survey tool, a primary screening survey, and subsequently a secondary, more in-depth survey were developed. Results The majority of the RCs provided thromboprophylaxis to patients with CS (n = 23/25), although only one center had a standardized thromboprophylaxis protocol (n = 1/23). RCs most frequently started thromboprophylaxis from CS diagnosis onwards (n = 11/23), and the majority stopped thromboprophylaxis based on individual patient characteristics, rather than standardized treatment duration (n = 15/23). Factors influencing the initiation of thromboprophylaxis were 'medical history of VTE' (n = 15/23) and 'severity of hypercortisolism' (n = 15/23). Low-Molecular-Weight-Heparin was selected as the first-choice anticoagulant drug for thromboprophylaxis by all RCs (n = 23/23). Postoperatively, the majority of RCs reported 'severe immobilization' as an indication to start thromboprophylaxis in patients with CS (n = 15/25). Most RCs (n = 19/25) did not provide standardized testing for variables of hemostasis in the postoperative care of CS. Furthermore, the majority of the RCs provided preoperative medical treatment to patients with CS (n = 23/25). About half of these RCs (n = 12/23) took a previous VTE into account when starting preoperative medical treatment, and about two-thirds (n = 15/23) included 'reduction of VTE risk' as a goal of treatment. Conclusions There is a large practice variation regarding thromboprophylaxis management and perioperative medical treatment in patients with CS, even in Endo-ERN RCs. Randomized controlled trials are needed to establish the optimal prophylactic anticoagulant regimen, carefully balancing the increased risk of (perioperative) bleeding, and the presence of additional risk factors for thrombosis.Clinical epidemiolog

Praktijkervaringen met waterberging in natuur(ontwikkelings)gebieden : hoofdrapport pilotprogramma waterberging en natuur

In 2002 is het “Pilotprogramma Waterberging-Natuur”gestart. Het hoofddoel van het pilotprogramma was waterbeheerders, terreinbeherende instanties en provincies te ondersteunen in het koppelen van de functies waterberging en natuur. Daarbij is het pilotprogramma primair gericht geweest op het opdoen en verspreiden van ervaringskennis. Dit rapport geeft een overzicht van de belangrijkste resultaten van het pilotprogramma waterberging-natuur. Naast dit hoofdrapport is er per pilot een achtergrondrapport beschikbaar waar in meer detail wordt ingegaan op aanpak van de monitoring en de resultaten. Een samenwerking tussen vele partijen: WUR, Deltares, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, RU Groningen, Twentse Vogelwerkgroep, waterschappen, Rijkswaterstaat en LNV (Natuur, Kennis

Low prevalence of neuropathic-like pain symptoms in long-term controlled acromegaly

Purpose: Pain is a common symptom of acromegaly, impairing health-related quality of life (HR-QoL) significantly despite long-term disease remission. Neuropathic-like pain (NP-like) symptoms are invalidating, with great impact on HR-QoL. Studies characterizing or investigating the etiology of pain in acromegaly are scarce. Therefore, we aimed to assess NP-like symptoms in a cohort of controlled acromegaly patients. Methods: Forty-four long-term controlled acromegaly patients (aged 62.6 ± 12.6 years; 56.8% female) were included in this cross-sectional study. NP-like symptoms were assessed using the validated painDETECT questionnaire. Patients were divided in three probability-based NP-like symptoms categories based on the total score (range 0–35): unlikely (≤ 12), indeterminate (13–18) and likely (≥ 19). HR-QoL (physical component score (PCS), and mental component score (MCS)), and self-reported pain were assessed using Short Form-36 (SF-36). Potential risk factors were determined using linear regression analyses. Results: Self-reported pain was reported by 35 patients (79.5%). Likely NP-like symptoms were present in 4/44 patients (9.1%), and indeterminate NP-like symptoms in 6/44 patients (13.6%). All patients with likely NP-like symptoms were female. Higher painDETECT scores were negatively associated with HR-QoL (PCS: r = − 0.46, P = 0.003; MCS: r = − 0.37, P = 0.018), and SF-36 pain scores (r = − 0.63, P < 0.0001). Female sex was a risk factor for NP-like symptoms. Conclusions: Pain was prevalent in controlled acromegaly patients, whereas NP-like symptoms were relatively infrequent, and only observed in females. NP-like symptoms were associated with lower HR-QoL in acromegaly. Since specific analgesic therapy is available, awareness for characterization, increased understanding, and clinical trials regarding neuropathic pain identification and treatment in acromegaly patients are warranted

Praktijkervaringen met waterberging en natuur in een beekdal : achtergrondrapport : Beerze

Hoofddoel van het pilotprogramma is waterbeheerders, terreinbeherende instanties en provincies te ondersteunen in hun activiteiten een koppeling tot stand te brengen tussen waterberging en - buffering en natuurbehoud en -ontwikkeling. Eén van de geselecteerde pilots uit het pilotprogramma ligt langs de Beerze. De Beerze is representatief voor de huidige situatie in veel Brabantse beekdalen: er is sprake van een waterkwantiteitsprobleem, en (tijdelijke) berging van het beekwater in natuurgebieden stuit op problemen, vooral vanwege de (eutrofe) waterkwaliteit. Tegelijkertijd speelt verdroging van natuurgebieden een rol. De pilot Beerze ligt in het traject Logtse Baan - Logtse Velden - Smalbroeken. De onderzoeksperiode van deze pilot besloeg 2004 tot medio 200