Cnemidophorus laredoensis

Number of Pages: 5Integrative BiologyGeological Science

Observations on the Natural History of the Mediterranean Gecko, Hemidactylus turcicus (Sauria: Gekkonidae) in Northwest Arkansas

The Mediterranean gecko, Hemidactylus turcicus, is a small nocturnal lizard introduced into the U.S. A stable population on the campus of Westark Community College in Fort Smith, Sebastian County, Arkansas represents the northernmost U.S. population presently known. We report data on microhabitat usage, feeding behavior, reproduction, and activity patterns. This gecko is active on the outside of buildings during warm months of the year and occasionally inside buildings during the winter. It is most abundant on buildings with many crevices that are used as daytime retreats. It avoids direct illumination of artificial light and usually perches at heights greater than 7.5 meters. Geckos are not territorial during their nocturnal foraging period and employ a sit-and-wait tactic to capture insect prey. Eggs are laid in mid-June and hatch in mid August; this reproductive season is later and shorter than it is in more southern populations. Communal nesting may be employed. A nightly bimodal activity pattern was observed with peaks of activity at 2300 and 0300 after which activity declined rapidly

Aspidoscelis laredoensis and A. gularis hybridization.

13 pages : illustrations (some color) ; 26 cm.Karyotypes and allozyme data for 32 genetic loci overwhelmingly support the conclusion that Aspidoscelis laredoensis is a diploid all-female species that had a hybrid origin between A. gularis x A. sexlineatus. Comparisons of allozymes in individuals representing three mother-to-daughter generations raised in the laboratory suggest that they reproduce by parthenogenetic cloning. In addition to two previously described morphotypes (pattern classes A and B) that occur in southern Texas, we report the existence of three all-female clonal lineages based on allozymes. Individuals of at least one of these lineages occasionally hybridize in nature with males of A. gularis, producing viable and healthy triploid offspring that can grow to adulthood, one of which herself produced an offspring in the laboratory and could have represented a new, clonal triploid species. The possibility exists that cloned offspring of triploid hybrids are present in South Texas and/or northern Mexico, awaiting discovery. These would represent a new species that would appear to be very similar to A. laredoensis

Klimaateffectschetsboek Zuid-Holland

In het klimaateffectschetsboek worden de primaire en secundaire effecten van klimaatverandering op kaart gezet. Primaire effecten zijn de veranderingen in temperatuur, neerslag, wind en zeespiegel. Secundaire effecten zijn verdroging, vernatting, overstromingskansen of verzilting. Deze hangen af van de fysisch-geografische aspecten van een gebied, zoals hoogteligging, bodemtype, rivier- en bekenstelsels, en van de manier waarop een gebied is ingericht met (af)wateringssystemen, dijken, verharding en begroeiing. In de praktijk betekent dit dat de primaire effecten door het KNMI naar het provinciale schaalniveau geïnterpoleerd zijn, en dat veel van de secundaire effecten alleen beschreven worden. Daar waar relevant worden deze effecten in 2050 gerelateerd aan de ruimtelijke functies van dit momen

Klimaateffectschetsboek Drenthe en Groningen

In het klimaateffectschetsboek worden de primaire en secundaire effecten van klimaatverandering op kaart gezet. Primaire effecten zijn de veranderingen in temperatuur, neerslag, wind en zeespiegel. Secundaire effecten zijn verdroging, vernatting, overstromingskansen of verzilting. Deze hangen af van de fysisch-geografische aspecten van een gebied, zoals hoogteligging, bodemtype, rivier- en bekenstelsels, en van de manier waarop een gebied is ingericht met (af)wateringssystemen, dijken, verharding en begroeiing. In de praktijk betekent dit dat de primaire effecten door het KNMI naar het provinciale schaalniveau geïnterpoleerd zijn, en dat veel van de secundaire effecten alleen beschreven worden. Daar waar relevant worden deze effecten in 2050 gerelateerd aan de ruimtelijke functies van dit momen

Klimaateffectschetsboek Gelderland

In het klimaateffectschetsboek worden de primaire en secundaire effecten van klimaatverandering op kaart gezet. Primaire effecten zijn de veranderingen in temperatuur, neerslag, wind en zeespiegel. Secundaire effecten zijn verdroging, vernatting, overstromingskansen of verzilting. Deze hangen af van de fysisch-geografische aspecten van een gebied, zoals hoogteligging, bodemtype, rivier- en bekenstelsels, en van de manier waarop een gebied is ingericht met (af)wateringssystemen, dijken, verharding en begroeiing. In de praktijk betekent dit dat de primaire effecten door het KNMI naar het provinciale schaalniveau geïnterpoleerd zijn, en dat veel van de secundaire effecten alleen beschreven worden. Daar waar relevant worden deze effecten in 2050 gerelateerd aan de ruimtelijke functies van dit momen

Klimaateffectschetsboek Noord-Brabant

In het klimaateffectschetsboek worden de primaire en secundaire effecten van klimaatverandering op kaart gezet. Primaire effecten zijn de veranderingen in temperatuur, neerslag, wind en zeespiegel. Secundaire effecten zijn verdroging, vernatting, overstromingskansen of verzilting. Deze hangen af van de fysisch-geografische aspecten van een gebied, zoals hoogteligging, bodemtype, rivier- en bekenstelsels, en van de manier waarop een gebied is ingericht met (af)wateringssystemen, dijken, verharding en begroeiing. In de praktijk betekent dit dat de primaire effecten door het KNMI naar het provinciale schaalniveau geïnterpoleerd zijn, en dat veel van de secundaire effecten alleen beschreven worden. Daar waar relevant worden deze effecten in 2050 gerelateerd aan de ruimtelijke functies van dit momen

Role of aberrant metalloproteinase activity in the pro-inflammatory phenotype of bronchial epithelium in COPD

<p>Abstract</p> <p>Background</p> <p>Cigarette smoke, the major risk factor for COPD, is known to activate matrix metalloproteinases in airway epithelium. We investigated whether metalloproteinases, particularly A Disintegrin and Metalloproteinase (ADAM)17, contribute to increased pro-inflammatory epithelial responses with respect to the release of IL-8 and TGF-α, cytokines implicated in COPD pathogenesis.</p> <p>Methods</p> <p>We studied the effects of cigarette smoke extract (CSE) and metalloproteinase inhibitors on TGF-α and IL-8 release in primary bronchial epithelial cells (PBECs) from COPD patients, healthy smokers and non-smokers.</p> <p>Results</p> <p>We observed that TGF-α was mainly shed by ADAM17 in PBECs from all groups. Interestingly, IL-8 production occurred independently from ADAM17 and TGF-α shedding, but was significantly inhibited by broad-spectrum metalloproteinase inhibitor TAPI-2. CSE did not induce ADAM17-dependent TGF-α shedding, while it slightly augmented the production of IL-8. This was accompanied by reduced endogenous inhibitor of metalloproteinase (TIMP)-3 levels, suggesting that CSE does not directly but rather indirectly alter activity of ADAM17 through the regulation of its endogenous inhibitor. Furthermore, whereas baseline TGF-α shedding was lower in COPD PBECs, the early release of IL-8 (likely due to its shedding) was higher in PBECs from COPD than healthy smokers. Importantly, this was accompanied by lower TIMP-2 levels in COPD PBECs, while baseline TIMP-3 levels were similar between groups.</p> <p>Conclusions</p> <p>Our data indicate that IL-8 secretion is regulated independently from ADAM17 activity and TGF-α shedding and that particularly its early release is differentially regulated in PBECs from COPD and healthy smokers. Since TIMP-2-sensitive metalloproteinases could potentially contribute to IL-8 release, these may be interesting targets to further investigate novel therapeutic strategies in COPD.</p