374 research outputs found
Samenwerken aan duurzame regionale ontwikkeling in de Noordoostpolder : rapportage C2C Agropark Flevoland
“Er is pas sprake van innovatie als de schop in de grond gaat.” Dat is het motto van het TransForum project Cradle to Cradle (C2C) Agropark Flevoland geweest. In dit project waren ondernemers uit de Noordoostpolder, kennisinstellingen en regionale partijen betrokken. Zij hebben samen een ontwerp gemaakt van een C2C Agropark wat past bij het gebied en daarvan de haalbaarheid in grote lijnen beoordeeld. Er is gewerkt aan een aantal thema’s: 1. Energie en CO2. De betrokken glastuinders waren in het begin van het project vrijwel volledig afhankelijk van aardgas voor de verwarming van de kassen. Door de sterk gestegen gasprijs in 2008/2009 was de urgentie groot om (goedkopere) alternatieven te ontwikkelen. Het eerste idee was om samen met één of meer melkveehouders een co-vergistingsinstallatie te realiseren die energie levert aan de glastuinbouw. In de verdere uitwerking bleek dat een installatie op basis van mest minder goed past bij de situatie. De warmtevraag van de tuinders is groot en er zijn weinig veehouders in de buurt. Daarnaast is het product (digestaat) niet zo aantrekkelijk voor de plantaardige sectoren in de regio. Het ontwerp is daarom gewijzigd en nu gebaseerd op plantaardige reststromen, zoals GFT en ander groenafval uit de regio. Afhankelijk van het type installatie levert dit een aantrekkelijk product op voor bodemverbetering. Een van de deelnemers was een groot melkveebedrijf met een bestaande vergistingsinstallatie. De restwarmte van deze installatie werd niet benut, maar de glastuinbouw is te ver weg om de warmte daarheen af te zetten. Deze ondernemer heeft in het project een plan verkend om de warmte op het eigen bedrijf te benutten voor de verwerking van digestaat tot strooisel en het drogen van veevoerproducten van het land (gras/luzerne). 2. Bodemkwaliteit. De bodemkwaliteit is de basis voor een duurzame productie in de toekomst. Met name op de lichte gronden is het organische stofgehalte zover gedaald dat er problemen ontstaan in de teelt. Enkele ondernemers in Ens hebben daarom in het project een groep gevormd met huurders en verhuurders uit verschillende sectoren om een plan te maken voor duurzaam bodembeheer, gecombineerd met een training en veldexperimenten/demo’s. Daarnaast is een relatie gelegd met de vergistingsinstallatie die de tuinders van warmte moet voorzien. Deze installatie zou bij de juiste grondstoffen en een geschikte installatie ook een geschikte bodemverbeteraar op kunnen leveren. 3. Afzet en Logistiek. In het project zijn kansen verkend voor samenwerking in afzet en logistiek. In het project zijn twee sporen in beeld gebracht: efficiëntieverbetering en waarde-creatie. Er liggen wel kansen, bijvoorbeeld voor de realisatie van een multifunctioneel logistiek centrum bij Emmeloord. Deze kansen blijken relatief ver bij de ondernemers en hun corebusiness vandaan te staan en in sommige gevallen is sprake van concurrentiegevoeligheid. Het initiatief moet daarom waarschijnlijk van buiten de groep komen
Samen sterk : de ontwikkeling van Grootlandbouwbedrijf De Sjalon
De ontwikkeling van de Sjalon is ondersteund door een innovatieproject van TransForum Agro & Groen. In dit rapport worden de resultaten en lessen van dit project gedeeld met het brede publiek. Het is geen wetenschappelijke verhandeling, maar het document heeft het karakter van een ervaringsdocument. In hoofdstuk 2 wordt het ontwikkelingsproces van de Sjalon chronologisch beschreven. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het concept van het Grootlandbouwbedrijf en de voor- en nadelen daarvan zoals die in de Sjalon ervaren zijn. In hoofdstuk 4 worden de lessen van het Sjalonproject samengevat voor een aantal specifieke doelgroepen. Hoofdstuk 5 gaat kort in op het perspectief van samenwerking in de agrarische sector. In de hoofdstukken 6 en 7 wordt de waarde van TransForum voor de Sjalon en omgekeerd besproken
Economische- en milieuresultaten biologisch systeem Meterik positief
Er zijn met het biologisch bedrijfssysteem in Meterik (noord Limburg, zandgronden) economisch en op milieugebied goede resultaten behaald. Enkele ziekten en plagen zijn echter nog moeilijk te beheersen
Bemesting; strategie en resultaten
Met hulp van de bemestingsstrategie op Meterik (noord Limburg) zijn zowel de productie- als de milieudoelstellingen bevredigend
Multifunctioneel ondernemerschap in het concept van Farm & Fun : een aanzet tot een visie
De functie van agrarische bedrijven is niet beperkt tot het produceren van voedsel en groene grondstoffen. Multifunctionele bedrijven spelen in op maatschappelijke vragen en versterken de verbinding met de samenleving. Ondernemerschap is daarbij een belangrijk thema: enerzijds omdat ondernemerschap bij zou kunnen dragen aan het verbreden van agrarische bedrijven, anderzijds omdat ondernemerschap ook nodig is om deze bedrijven verder te professionaliseren. Een interessante vraag die voortdurend terugkomt is: Is multifunctioneel ondernemerschap anders dan ‘gewoon’ ondernemerschap? Stelt multifunctionele landbouw andere eisen aan het ondernemerschap dan productielandbouw? Deze vraag werd in 2009 aan Wageningen UR gesteld door Farm & Fun, een initiatief om het aanbod van recreatieve activiteiten van multifunctionele agrarische bedrijven in de Betuwe te bundelen en te vermarkten. Een van de vragen daarbij was: Past het ondernemerschap van Betuwse ondernemers bij dit concept
Natural handicaps in Dutch agricultural areas : assessment of less favoured areas based on economic criteria
Smit en Brouwer (2009) hebben bodems met een landbouwkundige handicap geselecteerd aan de hand van biofysische criteria. De relevante biofysische criteria waren gerelateerd aan bodemeigenschappen: drainage, textuur, aanwezigheid van stenen en chemische eigenschappen. Textuur en aanwezigheid van stenen zijn onderverdeeld in verschillende klassen: grof materiaal, grof en middelgrof zand, zware klei, veengronden, zwel en krimpverschijnselen en het opkomen van stenen uit de ondergrond. Verzilting is de enige chemische eigenschap die relevant is voor Nederland. Naast een selectie van gebieden op grond van biofysische eigenschappen, moet ook een verfijnde selectie worden uitgevoerd. Deze verfijnde selectie is gebaseerd op de verschillen in saldo per hectare tussen gebieden met en zonder de landbouwkundige gevolgen van de biofysische eigenschappen. De belangrijkste landbouwkundige gevolgen voor de verschillende categorieën waren de gevoeligheid voor winderosie bij grof en middelgrof zand; de beperkingen van de bewerkbaarheid van de grond en de beperkingen in het bouwplan op de zware kleigronden en lagere netto productie en de onmogelijkheid om maïs te verbouwen op veengronde
Verbindingen tussen agrarische ondernemers en burgers. Verkennend onderzoek naar verschillende typen verbindingen
Agrarische ondernemers en burgers zijn in de loop der jaren van elkaar verwijderd geraakt. Veel burgers komen nog maar weinig op het platteland, kennen geen boeren meer en het voedsel dat ze kopen komt niet meer van de boer om de hoek. Deze ontwikkelingen kunnen ertoe leiden dat het maatschappelijk draagvlak voor de land- en tuinbouw afneemt. Tegelijkertijd is er ook een andere trend waarneembaar; een trend waarin steeds meer ondernemers burgers bij hun bedrijf betrekken, ze uitnodigen op het bedrijf of producten en diensten aanbieden die de burger naar het bedrijf trekken. Ook veel burgers zijn actief op zoek naar een nieuwe relatie met de beheerder van het platteland en de producent van zijn voedsel. Daardoor ontstaan (nieuwe) verbindingen tussen boeren en burgers. Hierbij is niet alleen sprake van een economische relatie maar ook van een proces van opgaan in de maatschappij, van vermaatschappelijken. Onderwerp van dit onderzoek zijn de (nieuwe) verbindingen tussen agrarisch ondernemer en burger
Akkerbouw onder hoogspanning : rapport over landbouwkundige gevolgen van 380 kV hoogspanningslijn Noord-Holland
TenneT wil een hoogspanningslijn realiseren van Wateringen naar Beverwijk (TenneT, 2007). In 2011 start de inspraakprocedure. Het voorkeurstracé doorkruist een aantal landbouwgebieden. De Stichting van Bemmelenhoeve heeft Praktijkonderzoek Plant & Omgeving opdracht gegeven om de gevolgen in kaart te brengen voor akkerbouwbedrijven in de buurt van Hoofddor
- …