14 research outputs found

    The conservative embrace of progressive values:On the intellectual origins of the swing to the right in Dutch politics

    Get PDF
    De observatie dat rond de eeuwwisseling sprake is van een breekpunt in de Nederlandse politieke cultuur wordt inmiddels tot de dooddoeners van het publieke debat gerekend. De bliksemsnelle opkomst en dramatische moord van Pim Fortuyn resulteerde in een verbluffende verkiezingsoverwinning van zijn partij, de Lijst Pim Fortuyn (LPF), in wat algemeen bekend is komen te staan als de Fortuyn-revolte. Sindsdien zijn identiteit, immigratie en law and order de dominante thema’s van het publieke debat. Het was het begin van de Nederlandse culture wars, een strijdterrein waar conservatieve voorstanders van een strenger immigratie- en integratiebeleid de degens kruisten met prudente progressieven. Dit proefschrift is een ideologiestudie van de Fortuyn-revolte. De vraag die centraal staat is hoe deze cultuuromslag begrepen kan worden in ideologische zin. Tot dusver hebben onderzoekers bovenal het populisme gebruikt als lens om de politieke transformatie in Nederland te duiden. Het is een focus die de nadruk legt op stijl, techniek en retoriek, maar weinig oog heeft voor ideeĂ«n. Niet de bovenkamer maar de onderbuik, niet ideeĂ«n maar de empirische werkelijkheid van de ‘man op straat’ werd gezien als doorslaggevende factor, verder versterkt door de nieuwe macht van de media en het persoonlijke charisma van de populistische leider. Dit proefschrift gaat tegen de stroom in en richt zich op intellectuele bronnen van de Fortuyn-revolte. Daarbij wordt een ruimer conceptueel vangnet gehanteerd dan wat gebruikelijk is in bestaande studies. Politieke leiders zoals Frits Bolkestein, Pim Fortuyn, Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders, zo luidt de stelling, zijn enkel de meest zichtbare exponenten van een breder conservatieve stroming, aangeduid als Nieuw Rechts. De term ‘Nieuw Rechts’ kwam in omloop in de VS en het VK om de conservatieve bewegingen aan te duiden die tegelijkertijd opkwamen met Nieuw Links in de jaren zestig en zeventig. De politiek van Thatcher en Reagan wordt wel gezien als het hoogtepunt van Nieuw Rechts. De centrale these van deze studie is dat de draai naar rechts in de Nederlandse politiek langs soortgelijke lijnen te begrijpen is, als een verlate pendant van de conservatieve backlash die zich in de Anglo-Amerikaanse context al eerder ontspon

    Neoliberal sermons: European Christian democracy and neoliberal governmentality

    No full text
    Responsibilization is a central theme in the literature on neoliberal governmentality. An underexplored element therein is the role of Christian democracy. The single most important source for Michel Foucault’s famous lectures on neoliberal governmentality were the writings of the German ordoliberals, who were allied with the West-German Christian Democratic Union (CDU) and combined neoliberal economic doctrine with Christian social ethics. This paper discusses a similar crossover: the Dutch market-oriented reforms of the 1980s. The Dutch Christian Democratic Appeal (CDA) defended these reforms quite literally as a strategy of responsibilization, an attempt to create a ‘responsible society’. While leading scholars have described neoliberal governmentality as economistic, individualistic and anti-moralistic, here we find that neoliberal reform can go hand in hand with a moralistic and communitarian discourse.SCOPUS: ar.jinfo:eu-repo/semantics/publishe

    Correction to: Between conflict and consensus: The Dutch depoliticized paradigm shift of the 1980s

    No full text

    Neoliberal Populism: The Case of Pim Fortuyn

    No full text
    After Trump and Brexit, a dominant narrative emerged that portrayed the rise of right-wing populism as a backlash to neoliberalism. While it is true that right-wing populism emerged during the heydays of neoliberal globalization in the 1980s and 1990s, the relationship between the two is more complex than often assumed. In a series of countries, right-wing populism emerged with, rather than against neoliberalism. The particular combination of “neoliberal populism,” however, is still underexplored. Studying this political discourse can help us understand the role of neoliberal ideology in the rise of right-wing populism. As a contribution to this end, this article offers an in-depth analysis of the ideological evolution of the Dutch neoliberal populist Pim Fortuyn (1948–2002). It places the development of his ideas against the backdrop of the Dutch neoliberal turn and shows how his populist establishment critique emerged out of a neoliberal critique of the Dutch corporatist welfare state.info:eu-repo/semantics/publishe

    Voorbij de controverse : het Nederlandse neoliberalisme als onderwerp van onderzoek

    No full text
    Het begrip neoliberalisme fungeert vaak als onderwerp van verwoede polemiekenin het publieke debat. Prominente Nederlandse auteurs hebben het neolibera‐lisme gelijkgesteld met fundamentalisme; sommigen identificeerden het zelfs als‘totalitair geloof’ (Achterhuis, 2010; Van Rossem, 2011; Wöltgens, 1996). Daarrecht tegenover staat het andere kamp. Volgens hen is het neoliberalisme eenstropop en een boeman, een scheldwoord dat critici gebruiken als onderdeel vaneen intellectuele heksenjacht tegen het liberalisme (Bolkestein, 2009; Sanders,2009; Van de Haar, 2012; Van Hees, Van Schie & Van de Velde, 2014).Het neoliberalisme is zeker niet de enige sociaalwetenschappelijke term met eendergelijke polemische status. Veelvoorkomende begrippen als populisme, nationa‐lisme, socialisme en conservatisme vormden de aanleiding voor vergelijkbarelanglopende onenigheid en soortgelijke aantijgingen van pejoratief gebruik. Watechter uitzonderlijk lijkt aan het debat over neoliberalisme in Nederland is dat erzeer weinig uitvoerige conceptuele, empirische of historische studies zijn gepubli‐ceerd over het onderwerp. Het begrip neoliberalisme komt weliswaar vaak terugin sociaalwetenschappelijk onderzoek, maar de meeste auteurs lijken de term tegebruiken zonder echt uit te wijden over wat ze er nou precies mee bedoelen (DeBeus, Van Doorn & De Rooij, 1996; Hemerijck, 1998; Touwen, 2014; Van Kers‐bergen, 1995; Voerman, 2011).Dit artikel begint met een verkenning van de controverse rond het begrip neolibe‐ralisme in zowel het internationale als het Nederlandse debat. Puttend uit eenrecente reeks toonaangevende historiografische publicaties schetst het de ont‐staansgeschiedenis van het begrip neoliberalisme. Het stelt vervolgens – alsmiddel om deze controverse te overstijgen – een ideeĂ«ngerichte benadering vanhet Nederlandse neoliberalisme voor. Na enkele voorlopige aanzetten hiertoe tehebben gegeven sluit het artikel af met een pleidooi voor verder onderzoek

    Friedrich Hayek: Ideoloog van de Vrije Markt

    No full text
    info:eu-repo/semantics/publishe

    Voorbij de controverse: het Nederlandse neoliberalisme als onderwerp van onderzoek

    No full text
    Het begrip neoliberalisme fungeert vaak als onderwerp van verwoede polemiekenin het publieke debat. Prominente Nederlandse auteurs hebben het neolibera‐lisme gelijkgesteld met fundamentalisme; sommigen identificeerden het zelfs als‘totalitair geloof’ (Achterhuis, 2010; Van Rossem, 2011; Wöltgens, 1996). Daarrecht tegenover staat het andere kamp. Volgens hen is het neoliberalisme eenstropop en een boeman, een scheldwoord dat critici gebruiken als onderdeel vaneen intellectuele heksenjacht tegen het liberalisme (Bolkestein, 2009; Sanders,2009; Van de Haar, 2012; Van Hees, Van Schie & Van de Velde, 2014).Het neoliberalisme is zeker niet de enige sociaalwetenschappelijke term met eendergelijke polemische status. Veelvoorkomende begrippen als populisme, nationa‐lisme, socialisme en conservatisme vormden de aanleiding voor vergelijkbarelanglopende onenigheid en soortgelijke aantijgingen van pejoratief gebruik. Watechter uitzonderlijk lijkt aan het debat over neoliberalisme in Nederland is dat erzeer weinig uitvoerige conceptuele, empirische of historische studies zijn gepubli‐ceerd over het onderwerp. Het begrip neoliberalisme komt weliswaar vaak terugin sociaalwetenschappelijk onderzoek, maar de meeste auteurs lijken de term tegebruiken zonder echt uit te wijden over wat ze er nou precies mee bedoelen (DeBeus, Van Doorn & De Rooij, 1996; Hemerijck, 1998; Touwen, 2014; Van Kers‐bergen, 1995; Voerman, 2011).Dit artikel begint met een verkenning van de controverse rond het begrip neolibe‐ralisme in zowel het internationale als het Nederlandse debat. Puttend uit eenrecente reeks toonaangevende historiografische publicaties schetst het de ont‐staansgeschiedenis van het begrip neoliberalisme. Het stelt vervolgens – alsmiddel om deze controverse te overstijgen – een ideeĂ«ngerichte benadering vanhet Nederlandse neoliberalisme voor. Na enkele voorlopige aanzetten hiertoe tehebben gegeven sluit het artikel af met een pleidooi voor verder onderzoek
    corecore