94 research outputs found

    Beyond the Pale

    Get PDF
    On 17 August 1945, two days after the Japanese surrender that also brought an end to the Second World War in Asia, Indonesia declared its independence. The declaration was not recognized by the Netherlands, which resorted to force in its attempt to take control of the inevitable process of decolonization. This led to four years of difficult negotiations and bitter warfare. In 2005, the Dutch government declared that the Netherlands should never have waged the war. The government’s 1969 position on the violence used by the Dutch armed forces during the war remained unchanged, however: although there had been ‘excesses’, on the whole the armed forces had behaved ‘correctly’. As the indications of Dutch extreme violence mounted, this official position proved increasingly difficult to maintain. In 2016, the Dutch government therefore decided to fund a broad study on the dynamics of the violence. The most important conclusions of that research programme are summarized in this book. The authors show that the Dutch armed forces used extreme violence on a structural basis, and that this was concealed both at the time and for many years after the war by the Dutch government and by society more broadly. All of this – like the entire colonial history – is at odds with the rose-tinted self-image of the Netherlands

    Beyond the Pale

    Get PDF
    On 17 August 1945, two days after the Japanese surrender that also brought an end to the Second World War in Asia, Indonesia declared its independence. The declaration was not recognized by the Netherlands, which resorted to force in its attempt to take control of the inevitable process of decolonization. This led to four years of difficult negotiations and bitter warfare. In 2005, the Dutch government declared that the Netherlands should never have waged the war. The government’s 1969 position on the violence used by the Dutch armed forces during the war remained unchanged, however: although there had been ‘excesses’, on the whole the armed forces had behaved ‘correctly’. As the indications of Dutch extreme violence mounted, this official position proved increasingly difficult to maintain. In 2016, the Dutch government therefore decided to fund a broad study on the dynamics of the violence. The most important conclusions of that research programme are summarized in this book. The authors show that the Dutch armed forces used extreme violence on a structural basis, and that this was concealed both at the time and for many years after the war by the Dutch government and by society more broadly. All of this – like the entire colonial history – is at odds with the rose-tinted self-image of the Netherlands

    Over de grens

    Get PDF
    On 17 August 1945, two days after the Japanese surrender that also brought an end to the Second World War in Asia, Indonesia declared its independence. The declaration was not recognized by the Netherlands, which resorted to force in its attempt to take control of the inevitable process of decolonization. This led to four years of difficult negotiations and bitter warfare. In 2005, the Dutch government declared that the Netherlands should never have waged the war. The government’s 1969 position on the violence used by the Dutch armed forces during the war remained unchanged, however: although there had been ‘excesses’, on the whole the armed forces had behaved ‘correctly’. As the indications of Dutch extreme violence mounted, this official position proved increasingly difficult to maintain. In 2016, the Dutch government therefore decided to fund a broad study on the dynamics of the violence. The most important conclusions of that research programme are summarized in this book. The authors show that the Dutch armed forces used extreme violence on a structural basis, and that this was concealed both at the time and for many years after the war by the Dutch government and by society more broadly. All of this – like the entire colonial history – is at odds with the rose-tinted self-image of the Netherlands

    Over de grens

    Get PDF
    On 17 August 1945, two days after the Japanese surrender that also brought an end to the Second World War in Asia, Indonesia declared its independence. The declaration was not recognized by the Netherlands, which resorted to force in its attempt to take control of the inevitable process of decolonization. This led to four years of difficult negotiations and bitter warfare. In 2005, the Dutch government declared that the Netherlands should never have waged the war. The government’s 1969 position on the violence used by the Dutch armed forces during the war remained unchanged, however: although there had been ‘excesses’, on the whole the armed forces had behaved ‘correctly’. As the indications of Dutch extreme violence mounted, this official position proved increasingly difficult to maintain. In 2016, the Dutch government therefore decided to fund a broad study on the dynamics of the violence. The most important conclusions of that research programme are summarized in this book. The authors show that the Dutch armed forces used extreme violence on a structural basis, and that this was concealed both at the time and for many years after the war by the Dutch government and by society more broadly. All of this – like the entire colonial history – is at odds with the rose-tinted self-image of the Netherlands

    Thematische collectie: Erfgoed van de Oorlog, Nederlandse oud-gevangenen van kamp Buchenwald

    No full text
    Op de Ettersberg, een forse met bossen begroeide heuvel acht kilometer ten noorden van Weimar, werd in 1937 door de nazi"s het concentratiekamp Buchenwald opgericht. Het werd al snel een van de grootste concentratiekampen van het Derde Rijk. En het kamp was al snel ook berucht: van de naar schatting 240.000 mensen die in het kamp gevangen zaten, zijn er officieel 34.000 gestorven. Maar tegenwoordig schat men het sterftecijfer veel hoger, namelijk op 50.000. Nadat Nederland in mei 1940 door Duitsland was veroverd, werden er al snel ook Nederlanders na Buchenwald getransporteerd: het gaat naar schatting om 3300 mensen. Het betrof onder andere gijzelaars, joden, verzetsmensen, Jehova"s Getuigen en werkweigeraars. Hoe het hen in Buchenwald is vergaan, is lang niet altijd meer te achterhalen. Zeker is wel dat er 497 Nederlanders in Buchenwald zijn omgekomen en dat toen het kamp werd bevrijd zich daar nog 384 Nederlanders bevonden. In de periode 2000-2001 zijn er daarvan 38 geïnterviewd. De voormalige Vereniging van Oud-Buchenwalders heeft in 2002 de gefilmde interviews van Nederlandse oud-gevangenen van kamp Buchenwald overgedragen aan het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Deze interviews zijn financieel mogelijk gemaakt door het Ministerie van VWS in het kader van het project 'Tegoeden Tweede Wereldoorlog'. Met dit interviewproject greep de Vereniging Oud-Buchenwalders een van de laatste mogelijkheden aan om de ervaringen van deze ooggetuigen vast te leggen. In 2001 werd de Vereniging opgeheven en vervangen door het Herdenkingscomité Buchenwald dat zich primair richt op de voortgang van de herdenkingen. Het NIOD heeft de interviews digitaal ontsloten en doorzoekbaar gemaakt. Dit werd financieel mogelijk gemaakt door het Ministerie van VWS in het kader van het project 'Erfgoed van de Oorlog' (2007-2009). In opdracht van het NIOD heeft filmmaker Emiel Bakker, op basis van de interviews, de documentaire 'Vooral niet opvallen. Nederlanders in Buchenwald' (2008) gemaakt. De documentaire is in november 2008 tijdens het 21e "International Documentary Film Festival Amsterdam" (IDFA) in première gegaan en op 4 mei 2009 door de NPS op TV uitgezonden

    Nederlandse oud-gevangenen van kamp Buchenwald, interview 23, Pieter Nieuwstraten

    No full text
    De heer Pieter Nieuwstraten vertelt dat hij tijdens de meidagen in militaire dienst was. Na de Duitse overwinning mocht hij in juli naar huis in Vlaardingen en ging hij werken bij het bedrijf van zijn vader. Al in augustus 1940 werd hij gevraagd voor het Geuzenverzet. Hij gaf leiding aan enkele groepen. Hij hield zich voornamelijk bezig met het verzamelen en doorgeven van informatie over de haven van Vlaardingen. Na de eerste arrestatieronde van de Geuzen legde Nieuwstraten contact met de Haagse verzetsgroep Nederland voor Oranje. Later kreeg hij ook een contactpersoon bij de Ordedienst. Door het verraad van Anton van der Waals werd zijn groep gearresteerd. Nieuwstraten werd op 30 juli 1942 opgepakt en overgebracht naar de gevangenis in Scheveningen. Na te zijn verhoord, werd hij midden oktober 1942 overgebracht naar de gevangenis in de Gansstraat in Utrecht. Hij werd ter dood veroordeeld, maar zijn vader wist via contacten en omkoping uitstel van executie te verkrijgen. Nieuwstraten werd op transport gesteld naar Duitsland en kwam in de strafgevangenis van Anrath terecht. Daar verbleef hij totdat de Amerikanen Aken naderden. Hij werd afgevoerd naar een tuchthuis in Waldheim. Na vijf maanden waren de Russen in aantocht en werd hij wederom op transport gesteld. Op 13 maart 1945 arriveerde hij in Buchenwald. Enkele dagen later werd hij met acht jonge Russen naar een zoutmijn bij Bad Salzungen gebracht. Daar was weinig werk en op 7 april keerde hij weer terug naar Buchenwald. Dit verblijf duurde tot 9 april. Hij werd wederom op transport gesteld en arriveerde in Tsjecho-Slowakije. Van daaruit gingen ze te voet naar kamp Flossenbürg. Na een aantal dagen moesten de gevangenen vanaf daar wederom te voet verder. Onderweg werden ze ingehaald door Amerikaanse tanks die hen bevrijdden. Na te zijn hersteld van dysenterie, reisde Nieuwstraten via Frankrijk terug naar Nederland

    Nederlandse oud-gevangenen van kamp Buchenwald, interview 03, Piet Wiers

    No full text
    De heer Piet Wiers vertelt dat hij tijdens de oorlog een vrij bestaan leidde als visser totdat hij op zijn zestiende verjaardag een oproep kreeg om zich te melden bij de Arbeidsdienst. Hij dook onder, maar werd tijdens een overnachting in zijn ouderlijk huis opgepakt en opgesloten in de gevangenis van Hoorn. Vervolgens werd hij naar de gevangenis aan de Euterpestraat gebracht, daarna naar die aan de Amstelveenseweg. Uiteindelijk kwam hij via kamp Amersfoort in Buchenwald terecht. Daar was hij werkzaam in de steengroeve, bij het Bahnhofkommando en bij het crematorium. Op een gegeven moment werd hij door de andere gevangenen van blok 32 benoemd tot nachtwacht en tafeloudste. Eind november 1944 werd hij samen met vijfenzeventig andere gevangenen overgebracht naar kamp Langenstein. Na een paar dagen in de Stollen te hebben gewerkt, werd hij stoker op een locomotief. Tijdens deze werkzaamheden raakte hij ernstig gewond aan zijn bil. Vervolgens werd hij opgenomen in de ziekenbarak. Daar werd hij op 11 april 1945 door de Canadezen bevrijd. Hij reisde samen met een groep krijgsgevangenen per bus terug naar Nederland. Met name de eerste paar jaar was het voor Wiers moeilijk om de draad van het gewone leven weer op te pakken. Gedurende vijfendertig jaar heeft hij zijn herinneringen aan de kampperiode onderdrukt. Tijdens het herstel van een scooterongeluk kwam het kampsyndroom naar boven. Sindsdien is Wiers diverse keren teruggeweest in Buchenwald in de hoop zijn ervaringen te kunnen verwerken

    Nederlandse oud-gevangenen van kamp Buchenwald, interview 29, Klaas Schuitemaker

    No full text
    De heer Klaas Schuitemaker vertelt dat hij tijdens de oorlog vlugschriften verspreidde voor de communistische partij. Toen hij een oproep kreeg om tewerkgesteld te worden in Duitsland, dook hij onder, aanvankelijk in Amsterdam. Op 7 oktober 1943 werd hij op weg van Amsterdam naar een nieuw onderduikadres in Culemborg in de trein opgepakt door de SD. Hij had geen Ausweis bij zich. Bij Geldermalsen ondernam hij een vluchtpoging. Deze mislukte en hij werd overgebracht naar kamp Amersfoort, waar hij te werk werd gesteld in de Nederlandse Sein Fabriek (NSF, of ‘Radiocommando’). Dit betekende geen appèl, geen werk buiten en voldoende te eten. Op 18 april 1944 werd hij op transport gezet naar Buchenwald. Hij arriveerde er een dag later. Daar werkte hij in de Gärtnerei en de steengroeve. Enige tijd voor de bevrijding werd hij met een twintigtal anderen in een buitenkamp geplaatst, waar ze hout moesten hakken, dat diende als brandstof voor autogenerators. In het buitenkamp werd hij bevrijd door de Amerikanen. Hij reisde terug naar Limburg, waar hij zes weken verbleef om op te knappen. Bovendien was Noord-Holland nog niet bevrijd. Na zijn terugkeer in Amsterdam pakte hij de draad weer op en ging hij werken bij zijn voormalige werkgever

    Thematische collectie: Erfgoed van de Oorlog, Nederlandse oud-gevangenen van kamp Buchenwald

    No full text
    Op de Ettersberg, een forse met bossen begroeide heuvel acht kilometer ten noorden van Weimar, werd in 1937 door de nazi"s het concentratiekamp Buchenwald opgericht. Het werd al snel een van de grootste concentratiekampen van het Derde Rijk. En het kamp was al snel ook berucht: van de naar schatting 240.000 mensen die in het kamp gevangen zaten, zijn er officieel 34.000 gestorven. Maar tegenwoordig schat men het sterftecijfer veel hoger, namelijk op 50.000. Nadat Nederland in mei 1940 door Duitsland was veroverd, werden er al snel ook Nederlanders na Buchenwald getransporteerd: het gaat naar schatting om 3300 mensen. Het betrof onder andere gijzelaars, joden, verzetsmensen, Jehova"s Getuigen en werkweigeraars. Hoe het hen in Buchenwald is vergaan, is lang niet altijd meer te achterhalen. Zeker is wel dat er 497 Nederlanders in Buchenwald zijn omgekomen en dat toen het kamp werd bevrijd zich daar nog 384 Nederlanders bevonden. In de periode 2000-2001 zijn er daarvan 38 geïnterviewd. De voormalige Vereniging van Oud-Buchenwalders heeft in 2002 de gefilmde interviews van Nederlandse oud-gevangenen van kamp Buchenwald overgedragen aan het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Deze interviews zijn financieel mogelijk gemaakt door het Ministerie van VWS in het kader van het project 'Tegoeden Tweede Wereldoorlog'. Met dit interviewproject greep de Vereniging Oud-Buchenwalders een van de laatste mogelijkheden aan om de ervaringen van deze ooggetuigen vast te leggen. In 2001 werd de Vereniging opgeheven en vervangen door het Herdenkingscomité Buchenwald dat zich primair richt op de voortgang van de herdenkingen. Het NIOD heeft de interviews digitaal ontsloten en doorzoekbaar gemaakt. Dit werd financieel mogelijk gemaakt door het Ministerie van VWS in het kader van het project 'Erfgoed van de Oorlog' (2007-2009). In opdracht van het NIOD heeft filmmaker Emiel Bakker, op basis van de interviews, de documentaire 'Vooral niet opvallen. Nederlanders in Buchenwald' (2008) gemaakt. De documentaire is in november 2008 tijdens het 21e "International Documentary Film Festival Amsterdam" (IDFA) in première gegaan en op 4 mei 2009 door de NPS op TV uitgezonden

    Nederlandse oud-gevangenen van kamp Buchenwald, interview 34, Pieter Braaksma

    No full text
    De heer Pieter Braaksma vertelt dat hij voor aanvang van de oorlog naar de HBS te Rotterdam ging. Daarna ging hij naar de HTS om bouwkunde te studeren, maar ten gevolg van het uitbreken van de oorlog kwam hierin de klad. Hij ging werken bij de Rotterdamsche Lloyd. Begin oktober 1943 werd hij in Rotterdam tijdens een razzia aangehouden en gefouilleerd. Hij had twee exemplaren van Vrij Nederland bij zich en een vervalst persoonsbewijs. Hij werd gearresteerd en eerst naar de gevangenis op de Haagse Veer gebracht en daarna naar kamp Erica bij Ommen. Hij vertelt over de harde omstandigheden in dat kamp. Na twee weken werd hij naar kamp Amersfoort gebracht. Ook hier was het verschrikkelijk. Na een verblijf in het zware kleinhoutcommando en aardappelcommando kwam hij bij de NSF (een afdeling van de Nederlands Seintoestellen Fabriek) (ook wel ‘Radiocommando’) terecht. Hier waren de omstandigheden veel beter. Op een gegeven moment werd de gevangenen in kamp Amersfoort gevraagd zich op te geven om als frontarbeider te werken in Riga. Braaksma weigerde en werd op transport gesteld naar Buchenwald. In Buchenwald werkte hij onder andere in de steengroeve en aan de spoorrails. Hij bracht daarna periodes door in diverse buitenkampen, zoals kamp Wille bij Jena en Lager E bij Kahla. Na de bevrijding werkte hij twee weken als tolk Engels, totdat hij vlektyfus kreeg. Hij verbleef enige tijd in een ziekenhuis en keerde daarna per goederentrein terug naar Nederland
    • …
    corecore