956 research outputs found
Onwetende bestuurders
Wie de kunst verstaat schaarse productiemiddelen optimaal in te zetten, is een goede ondernemer. De optimale inzet van productiemiddelen gaat met onzekerheid gepaard. Die onzekerheid brengt kansen en risicoâs met zich: de kans winstgevende beslissingen te nemen die anderen niet durven nemen of niet onderkennen; het risico dat de beslissingen verliesgevend blijken te zijn. Informatie, eventueel ingewonnen bij anderen, is het middel bij uitstek om de kansen die onzekerheid biedt, zo veel mogelijk te benutten en de risicoâs te beperken. Bestuurders van vennootschappen behoren voor elke beslissing te beoordelen of zij voldoende informatie ter beschikking hebben en of de risicoâs van de beslissing aanvaardbaar zijn..
Measurements on top quark pairs in proton collisions recorded with the ATLAS detector
Het onderzoek in de Large Hadron Collider op CERN in Geneve gaat over veel meer dan het Higgsdeeltje. Met de protonbotsingen wordt ook gezocht naar tekortkomingen van het huidige Standaard Model van elementaire deeltjes. Het Standaard Model beschrijft de kleinste bouwstenen van de natuur, en de krachten die deze ondergaan. De topquark wordt in dit proefschrift gebruikt om te zoeken naar sporen van deeltjes die alternatieve modellen voorspellen. Het ontstaan van de topquark -- extreem veel zwaarder dan de andere vijf quarks -- is relatief zeldzaam, maar ook heel gevoelig voor zulke alternatieve modellen. We meten met de ATLAS-detector hoe vaak de topquark voorkomt in protonbotsingen en vergelijken dat met de verwachtingen van het Standaard Model. Daarnaast kijken we of de vervalsrichting van de topquark en de anti-topquark verschilt -- dit zou direct duiden op de aanwezigheid van nieuwe, onontdekte deeltjes. De twee metingen lijken echter aan de verwachtingen van het Standaard Model te voldoen, binnen de bereikte meetonzekerheid. We hebben laten zien dat met een identieke analyse van de groter
Het tegenstrijdige belang van de vennootschap en het handelsverkeer
De auteur onderzoekt in hoeverre de huidige en de voorgestelde wettelijke regeling van een tegenstrijdige belang bij vennootschapsbestuurders het beoogde doel bereiken. Hij doet twee concrete suggesties om mogelijke problemen die de voorgestelde regeling met zich meebrengt op te lossen
Vertrouwen op informatie bij bestuurlijke taakvervulling
Ondernemingen worden groter en ingewikkelder. Bestuurders kunnen daarom niet op de hoogte zijn van alles wat in de organisatie speelt. Bij gebrek aan tijd of deskundigheid moeten zij vertrouwen op informatie van anderen, zoals werknemers of externe specialisten. Deze realiteit moet in het vennootschapsrecht worden onderkend. Dat is de voornaamste conclusie uit het juridische proefschrift âVertrouwen op informatie bij bestuurlijke taakvervullingâ van Maarten Mussche.
De roep uit de samenleving om de top van het bedrijfsleven te kunnen âaanpakkenâ lijkt door de kredietcrisis te zijn versterkt. Juristen benadrukken echter steeds vaker de mogelijke nadelen daarvan. Als bestuurders snel aansprakelijk worden gehouden, zouden zij tĂ© voorzichtig kunnen worden bij hun taakvervulling. In lijn met deze gedachte betoogt Mussche dat niet van bestuurders moet worden geĂ«ist dat zij altijd volledig geĂŻnformeerd zijn: te veel informatie belemmert ondernemerschap, duurt lang en kost vaak veel geld. Bestuurders mogen daarom soms met minder informatie genoegen nemen, zolang deze voldoende betrouwbaar is.
Bestuurders van ondernemingen schakelen voor hun informatievoorziening voortdurend anderen in, zoals werknemers of externe advocaten en accountants. Volgens Mussche hoeven bestuurders niet persoonlijk in te staan voor de juistheid van de informatie van anderen, maar mogen zij handelen op basis van voldoende betrouwbare informatie. Aan de hand van een rechtsvergelijking met o.a. de Verenigde Staten en Duitsland formuleert Mussche omstandigheden voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van informatie. Deze omstandigheden hebben onder andere betrekking op de deskundigheid en integriteit van de adviseur en de wijze van totstandkoming van de informatie. Als een bestuurder die omstandigheden zorgvuldig heeft afgewogen, zou hij niet aansprakelijk moeten zijn voor later gebleken onjuistheden, aldus Mussche in zijn proefschrift
Fred or farÄ«d, bacon or bayážun (âeggâ)? Proper Names and Cultural-specific Items in the Arabic Translation of Harry Potter
This paper investigates the transfer of proper names and references to food in the Arabic translation of the first three Harry Potter volumes. The focus of the study is twofold: (1) What is the relation between the different transfer procedures employed in the translation process and the formal, semantic and cultural properties of the source text material? And (2) what is the effect of the applied procedures on the textual and stylistic features of the target text? The major finding that emerges from the investigation is that the main translation strategy is that of simplification. Occasionally, foreignisation is involved as well, but domestication is virtually absent. The findings broadly concur with converging evidence from the translation of other cultural-specific items in the corpus such as references to school and education, kinship and family ties, and the use of dialect and slang, which additionally demonstrate the role of attenuation and normalisation.Le prĂ©sent article dĂ©crit les procĂ©dĂ©s mis en oeuvre pour transfĂ©rer les noms propres et noms de produits alimentaires dans la traduction arabe des trois premiers volumes de Harry Potter. Les deux questions centrales de lâĂ©tude sont les suivantes : Quelle est la relation entre les procĂ©dĂ©s employĂ©s et les traits formels, sĂ©mantiques et culturels des donnĂ©es de base dans le texte de dĂ©part ? Quels sont les effets textuels et stylistiques de ces procĂ©dĂ©s dans le texte dâarrivĂ©e ? Lâanalyse met en Ă©vidence lâimportance dâune stratĂ©gie visant Ă simplifier un grand nombre de donnĂ©es du texte anglais original. LâĂ©trangĂ©isation est un procĂ©dĂ© parfois employĂ©, mais les vernacularisations sont rares. Lâanalyse est par ailleurs enrichie dâexemples relatifs Ă lâĂ©cole, Ă lâĂ©ducation, Ă la famille et Ă la parentĂ©, ainsi que de variations dialectales ou argotiques. Ces exemples constituent des illustrations supplĂ©mentaires des stratĂ©gies dâattĂ©nuation et de normalisation utilisĂ©es
Quantitative proteomics analysis in cultured skin fibroblasts from patients with rare genetic disorders
Over the last decades, the responsible gene defects have been identified in many inherited diseases. This has certainly led to a better diagnosis of these diseases. Also, identification of the underlying gene defect has helped enormously genetic counselling in affected families resulting in better prevention of these disorders. Initially, it was thought that it would also lead to the development of effective new treatments. Gene therapy consisting of introducing a full-length gene into the affected tissues of the patient was harder than scientists initially thought. Only a few disorders can nowadays be treated by gene therapy.
New techniques are being developed for intervention on the gene itself such as the exonskipping technique used, for example, as treatment of Duchenne disease. An alternative way to treat patients with inborn defects is the administration of a small chemical substance that blocks the molecular mechanism responsible for cell damage and cell death and by this way prevents progression of the disease. For this purpose, a good knowledge of the molecular pathophysiological mechanism is necessary. In the PhD work presented here, three genetic disorders are studied: Giant Axonal Neuropathy (GAN), Ullrich Congenital Muscular Dystrophy (UCMD) and Pseudoxanthoma Elasticum (PXE). The underlying gene defect in these disorders is known but the molecular mechanism leading to cell damage is not. In the study presented here, much work has been done in an effort to gain better insight into the underlying pathogenetic mechanism in these disorders. In all three disorders, skin fibroblasts are involved in the disease process. Cultured skin fibroblasts are used as a cell model for the disease. A proteomics quantification method is applied to study the pathogenic alterations in these cells
Acedia : Een onderzoek naar de zondeleer bij Karl Barth in KD IV/2 §65.1-2
In deze scriptie wordt onderzocht hoe de zondeleer van Karl Barth zoals beschreven in KD IV/2 en dan in het bijzonder paragraaf 65.1 en 2 ons helpt bij het spreken over de zonde.
In het eerste hoofdstuk komen de relevantie, motivatie, methode en de vraagstelling aan de
orde. In het eerste deel van de scriptie wordt nagegaan welke methode Barth kiest en wordt
uiteengezet hoe hij dit toepast. In paragraaf 65.1 laat hij zien hoe Jezus Christus, de openbaring van God Zich verhoudt tot de mens. Vervolgens wordt nader onderzocht in paragraaf 65.2 wie Jezus Christus is ten opzichte van de mensen.
In hoofdstuk 3 wordt nagegaan tegen welke achtergrond Barth zijn vrijheidsbegrip heeft ontwikkeld. Zijn stelling is dat alleen God werkelijk vrij is. Barth stelt dat de mens de zonde doet en wil, maar tegelijkertijd camoufleert zij de zonde.
Nadat het contrast tussen Christus en de mens geschetst is wordt aansluitend de zonde van de
traagheid behandeld. In paragraaf 65.2 werkt Barth de zonde van de traagheid uit. Traagheid is volgens hem weigeren te geloven in Jezus, omdat je Hem niet wilt volgen en niet wil worden vernieuwd. De zonde van de traagheid wordt daarin zichtbaar, dat wij niet in relatie met God willen leven,maar alleen willen zijn zonder God. De trage mens weigert om in de gemeenschap met zijn medemensen te leven.
Voordat de balans wordt opgemaakt tussen de hoofdstukken over Christus en de mens wordt er eerst nog gekeken naar Barths Bijbelse Exkurse. In deze Exkurse laat hij zien hoe de zonde
weergegeven wordt in de Bijbel.
In hoofdstuk 6 wordt de balans opgemaakt. Barth begint zijn zondeleer met de christologie als
zijn uitgangspunt. Vanuit de christologie brengt hij de dogmaâs van de triniteit, incarnatie en de soteriologie ter sprake. In Jezus wordt zichtbaar wie God is, hoe Hij verschijnt op aarde en wat Hij doet om mensen te redden. Hij laat zien wat de mens is zonder God â namelijk een zondaar â en wat de mens wordt gegeven als hij gelooft in Jezus Christus, de ware Mens.
Deze benadering gaat radicaal in tegen het idee dat de zelfstandige mens het uitgangspunt is.
Barth laat in de behandelde paragrafen ook zien dat de mens niet zelf God tegen kan komen.
Het is juist andersom volgens hem, de mensen wordt door God gezocht en aan zijn zonde
ontdekt. Maar dat betekent niet dat de mens volledig passief is, integendeel. Barth laat zien dat de mens geacht wordt te reageren op Gods genadegave in Jezus Christus. Hij kan gelovig amen zeggen op wat God geeft of Jezus afwijzen. Dit eerste is Gods doel en het tweede is de zonde van traagheid.
Tenslotte wordt afgesloten met de conclusies en evaluatie. De zondeleer van Barth is voor de
kerk en prediking van vandaag relevant om de volgende vier punten:
1. In zijn zondeleer stelt Barth Jezus Christus centraal. Hij is de maatstaf en door Hem wordt
zichtbaar hoe zondig wij zijn. 2. Hij laat ons zien hoe diep de zonde werkelijk zit. Zij is niet slechts daad, maar zij bepaalt ons
zijn. De zonde zit dus in ons DNA.
3. Hij neemt alle initiatief bij de mens weg en laat zo zien dat zonde ons alleen kan worden
geopenbaard door Christus.
4. Naast een stevige zondeleer die confronterend is, laat Barth ook zien dat Degene die ons de
zonde laat zien tegelijk onze Redder en Heiland is
Verborgen en geopenbaarde dingen : spreken over soevereiniteit en verantwoordelijkheid
Masterthesis Systematische theologi
Novel preconcentration technique for on-line coupling to high-speed narrow-bore capillary gas chromatography: sample enrichment by equilibrium (ab)sorption, II: Coupling to a portable micro gas chromatograph
The technique of equilibrium (ab)sorption has been proven to be a powerful method for preconcentration of gaseous samples for high-speed narrow-bore capillary gas chromatography (GC) in general and field-portable GC instruments, often referred as micro GCs, in particular. Using a simple experimental set-up equipped with the open-tubular enrichment column it is possible to produce a homogeneously enriched sample plug, allowing reproducible injections of an enriched sample into the micro GC. Using a non-polar trapping column enrichment factors found for n-alkanes in the range of C7 to C10 ranged from 15 to 150 and agree well with calculated values. Using a highly retentive Thermocap column, the enrichment factor observed for heptane was above 500. As the use of this new preconcentration method requires only minimum modification of the micro GC, the chromatographic performance of the instrument was not compromised by direct coupling to the preconcentration device. Examples of on-line enrichment with portable micro GC analysis of VOCs from air are shown. These examples clearly demonstrate the potentials of the new method in field analysis
A Hilton-Milner theorem for vector spaces
We show for k = 2 that if q = 3 and n = 2k + 1, or q = 2 and n = 2k + 2, then any intersecting family F of k-subspaces of an n-dimensional vector space over GF(q) with nFÂżF F = 0 has size at most (formula). This bound is sharp as is shown by Hilton-Milner type families. As an application of this result, we determine the chromatic number of the corresponding q-Kneser graphs
- âŠ