83 research outputs found

    Late Holocene ecological shifts and chironomid-inferred summer temperature changes reconstructed from lake Uddelermeer, the Netherlands

    Get PDF
    This paper presents a Late-Holocene chironomid-inferred July-air temperature record from a core obtained from Lake Uddelermeer in the Netherlands. A core interval, which dates from 2500 to 400 cal. yr. BP, was analysed at multidecadal resolution for organic content, pollen, spores and NPPs (Non Pollen Palynomorphs), and chironomid head capsules. These proxies indicate that, from 2500 to 1140 cal. yr. BP, the lake was mesotrophic and sustained a Littorellion, while the chironomid assemblage was dominated by littoral species associated with macrophytes. At 1140 cal. yr. BP a shift in the lake ecology occurred from low-nutrient to high-nutrient conditions dominated by algae. This shift might be linked to a concurrent increase in human impact and is reflected in the chironomid assemblage by increases in eurytopic taxa, which are resistant to disturbances. Shifts in the chironomid record between 2500 and 1140 cal. yr. BP do not coincide with changes in lake ecology and are presumably driven by climate change. Using a Norwegian-Swiss calibration dataset as a modern analogue, we produced a chironomid-inferred temperature (C-IT) reconstruction. This reconstruction compares well to other regional temperature reconstructions in timing and duration with a Roman Warm period between 2240-1760 cal. yr. BP, a Dark Age Cold Period starting at 1760 cal. yr. BP and the Medieval Climate Anomaly beginning at 1280 cal. yr. BP. The C-IT record indicates a temperature drop of 1.5°C from the Roman Warm Period to the Dark Age Cold Period. Findings improve knowledge of the first millennium AD in NW Europe, which was characterised by changes in landscape, vegetation, society and climate

    De Larven der Nederlandse Chironomidae (Diptera) : Orthocladiinae sensu lato

    No full text
    Systematiek De indeling van de Orthocladiinae levert zo mogelijk nog meer problemen op dan die van de andere subfamilies van de Chironomidae. Momenteel is het algemeen gebruikelijk de groep in vier subfamilies te splitsen: Diamesinae, Prodiamesinae, Orthocladiinae en Telmatogetoninae (zie bijv. Saether, 1979a; Ferrarese & Rossaro, 1981; Cranston, 1982). In oudere literatuur worden deze subfamilies vaak niet onderscheiden of wordt een andere indeling gemaakt (Brundin, 1956; Pankratova, 1970; Fittkau & Reiss, 1978). De Telmatogetoninae leven uitsluitend marien en zullen hier buiten beschouwing blijven. De verschillen tussen de larven van de overige subfamilies zijn voor een determineerwerk onpraktisch. Zo is het belangrijkste kenmerk van de Diamesinae-larven gelegen in de bouw van de hypopharynx en het verschil in de bouw van de antenne is niet bij alle soorten duidelijk. Daarom zijn in dit hoofdstuk de drie subfamilies nog als vanouds tesamen genomen en bij de beschrijvingen als één geheel alfabetisch gerangschikt. De alfabetische in plaats van systematische rangschikking is ingegeven door het grote aanta

    De waterwantsen en andere insekten van het Leersumse Veld

    No full text
    Van maart tot oktober 1959 werden in de Leersumse plassen monsters genomen ter bestudering van de voorkomende soorten der waterwantsen, in het bijzonder die der Duikerwantsen (Corixidae). Naast de waterwantsen werden ook andere diergroepen bestudeerd, in het bijzonder waterkevers en watervlooien; ook de vogels bleken van grote betekenis te zijn

    Lasodiamesa gracillis (Chironomidae: Podonominae) new for the Dutch fauna.

    Get PDF
    Contains fulltext : 121874.pdf (Publisher’s version ) (Open Access

    Metriocnemus carmencitabertarum, een nieuwe dansmug voor Nederland (Diptera: Chironomidae)

    No full text
    In augustus 2011 werd een larve van een dansmug gevonden in een emmer onder een dakgoot in Appingedam. Na uitkweken bleek het te gaan om Metriocnemus carmencitabertarum, een nieuwe soort voor Nederland. In het buitenland komt deze soort voor in met water gevulde natuurlijke kommen in rotsen en soortgelijke kunstmatige habitats als drinkbakken. Aan het eind van 2011 werden vrouwtjes dansmuggen gezien die hun eieren afzetten in dezelfde emmer. Dit gaf de unieke mogelijkheid om informatie over de biologie van deze mug te verzamelen

    Werkrapport Mergelland

    No full text
    RIN landschapsplan, hydrobiologie
    corecore