18 research outputs found

    Towards quality criteria for regional public health reporting: concept mapping with Dutch experts

    Get PDF
    Background: In the Netherlands, municipal health assessments are carried out by 28 Regional Health Services, serving 418 municipalities. In the absence of guidelines, regional public health reports were developed in two pilot regions on the basis of the model and experience of national health reporting. Though they were well received and positively evaluated, it was not clear which specific characteristics determined ‘good public health reporting’. Therefore, this study was set up to develop a theoretical framework for the quality of regional public health reporting in The Netherlands. Methods: Using concept mapping as a standardized tool for conceptualization, 35 relevant reporting experts formulated short statements in two different brainstorming sessions, describing specific quality criteria of regional public health reports. After the removal of duplicates, the list was supplemented with international criteria, and the statements were sent to each participant for rating and sorting. The results were processed statistically and represented graphically. The output was discussed and interpreted, leading to the final concept map. Results: The final concept map consisted of 97 criteria, grouped into 13 clusters, and plotted in two dimensions: a ‘product’ dimension, ranging from ‘production’ to ‘content’, and a ‘context’ dimension, ranging from ‘science’ to ‘policy’. The three most important clusters were: (i) ‘solution orientation’, (ii) ‘policy relevance’ and (iii) ‘policy impact’. Conclusion: This study provided a theoretical framework for the quality of regional public health reporting, indicating relevant domains and criteria. Further work should translate domains and criteria into operational indicators for evaluating regional public health reports

    Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg

    No full text
    Het is een actueel register dat apothekers, artsen, bachelor medisch hulpverleners (tijdelijke registratie, fysiotherapeuten,  geregistreerd-mondhygiënisten (tijdelijke registratie), gezondheidszorgpsychologen, klinisch technologen, orthopedagogen-generalist, physician assistants, psychotherapeuten, tandartsen, verpleegkundigen en verloskundigen.registreert. Vastgelegd worden persoonsgegevens, beroep en eventueel specialisme(n) of aanvullende bevoegdheden, eventuele bevoegdheidsbeperkingen en indien van toepassing voorwaarden

    Registratie privé klinieken en particuliere verzorgings- en verpleegtehuizen

    No full text
    Vanaf 1 januari 2016 is de plicht tot inschrijving in het Zorgregister vervallen. de registratie is daarom gestopt. Wat is het Zorgregister? Een aantal categorieën zorgaanbieders en zorginstellingen kan zich registreren in het Zorgregister. Deze registratie ondersteunt de toezichtstaak van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Voor een aantal categorieën is registratie wettelijk verplicht. Er zijn ook zorgaanbieders die zich vrijwillig kunnen registreren in het Zorgregister. Inschrijven in het Zorgregister hoeft niet als een zorgaanbieder al is ingeschreven in het Wtzi-register.  Beschrijving Een aantal categorieën zorgaanbieders en zorginstellingen kan zich registreren in het Zorgregister. Voor een aantal categorieën is het wettelijk verplicht zich te registreren. Er zijn ook zorgaanbieders die zich vrijwillig kunnen registreren in het Zorgregister. Verplicht om zich te laten registreren zijn Privéklinieken, Particuliere verpleeghuizen en Particuliere verzorgingshuizen. Vrijwillige registratie nieuwe toetreders Nieuwe toetreders zijn alle instellingen zonder een WTZi-toelating die actief zijn op de zorgmarkt. Het aanbod kan heel divers zijn, maar bestaat tenminste uit een van de volgende functies: verpleging, persoonlijke verzorging, begeleiding, behandeling en/of verblijf. Het begrip nieuw betekent: nieuwe instellingen die net zijn gestart op de zorgmarkt. Of instellingen die al zorg bieden, maar niet bekend zijn bij de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ). Waarom vrijwillig registreren? Vindbaar zijn voor (potentiële) cliënten. Vindbaar zijn voor collega-aanbieders. Bekend zijn bij de IGZ

    Thematische collectie: Erfgoed van de Oorlog

    No full text
    Het aantal mensen dat de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt, wordt de komende jaren kleiner. Daarmee verdwijnt een generatie die uit eigen herinnering kan verhalen over deze periode. Terwijl persoonlijke getuigenissen inzicht kunnen geven in de motieven en dilemma’s waarmee mensen te maken kregen in een tijd van onderdrukking, vervolging en verzet. Ze geven ook inzicht in de rol die de oorlogservaringen zijn blijven spelen in het leven van de betrokkene. Daarbij is belangrijk dat unieke materialen en verhalen uit de Tweede Wereldoorlog behouden blijven. Op deze manier worden deze verhalen levend gehouden en zijn voor iedereen goed toegankelijk, zo kunnen mensen een eigen beeld vormen over de vele grote en kleine gebeurtenissen met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in 2007-2009 subsidie verleend aan het programma 'Erfgoed van de Oorlog' als eenmalige en tijdelijke impuls om belangrijk materiaal uit en over de Tweede Wereldoorlog te behouden en het gebruik van dit materiaal te stimuleren. De oral history projecten 'Getuigen Verhalen', 'Bystander Memories' en de 'Collectie Diederichs' maken deel uit van het subsidieprogramma Erfgoed van de Oorlog. Persoonlijke verhalen en herinneringen van ooggetuigen van de Tweede Wereldoorlog zijn via gefilmde interviews vastgelegd, het accent ligt vooral op tot nu toe nog onderbelichte thema’s, invalshoeken en groeperingen

    Neonatale Hielprik Screening

    No full text
    In deze registratie worden de resultaten van de Neonatale Hielprik Screening (de hielprik) van pasgeboren kinderen bijgehouden. Vijf screeningslaboratoria leveren uitslagen van bloedonderzoek via gespecificeerde elektronische berichten

    Landelijk Implantatenregister

    No full text
    Zijn er problemen met een implantaat? Dan moeten de dragers van deze implantaten snel gevonden kunnen worden. Alleen dan kunnen zij op tijd informatie en behandeling krijgen, als die nodig is. Daarom komt er een wettelijke verplichting tot het registreren van implantaten. Implantaten worden opgenomen in het Landelijk Implantaten Register (LIR). Tot 2019 werd het register op vrijwillige basis gevuld met gegevens van vier bestaande kwaliteitsregisters. Het gaat dan om cardiologische, orthopedische en gynaecologische implantaten en borstimplantaten die deel uitmaken van de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten (LROI), de National Cardiovascular Data Registry (NCDR), de Dutch Breast Implant Register (DBIR), en het register van de Nederlandse Vereniging voor Gynaecologie en Obstetrie (POMT/NGR). Per 1 januari 2019 is de aanlevering van gegevens wettelijk verplicht, en vindt dit via zorgaanbieders plaats. Dat is geregeld in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). De registratieplicht geldt behalve voor de hierboven reeds genoemde categorieën implantaten ook voor enkele andere categorieën implantaten die als hoogrisico implantaten bekend staan. Welke dat zijn, staat op de inclusielijst zoals bepaald in het Besluit registratie implantaten dat dient als aanvulling op de Wkkgz

    Thematische collectie: Erfgoed van de Oorlog

    No full text
    Het aantal mensen dat de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt, wordt de komende jaren kleiner. Daarmee verdwijnt een generatie die uit eigen herinnering kan verhalen over deze periode. Terwijl persoonlijke getuigenissen inzicht kunnen geven in de motieven en dilemma’s waarmee mensen te maken kregen in een tijd van onderdrukking, vervolging en verzet. Ze geven ook inzicht in de rol die de oorlogservaringen zijn blijven spelen in het leven van de betrokkene. Daarbij is belangrijk dat unieke materialen en verhalen uit de Tweede Wereldoorlog behouden blijven. Op deze manier worden deze verhalen levend gehouden en zijn voor iedereen goed toegankelijk, zo kunnen mensen een eigen beeld vormen over de vele grote en kleine gebeurtenissen met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in 2007-2009 subsidie verleend aan het programma 'Erfgoed van de Oorlog' als eenmalige en tijdelijke impuls om belangrijk materiaal uit en over de Tweede Wereldoorlog te behouden en het gebruik van dit materiaal te stimuleren. De oral history projecten 'Getuigen Verhalen', 'Bystander Memories' en de 'Collectie Diederichs' maken deel uit van het subsidieprogramma Erfgoed van de Oorlog. Persoonlijke verhalen en herinneringen van ooggetuigen van de Tweede Wereldoorlog zijn via gefilmde interviews vastgelegd, het accent ligt vooral op tot nu toe nog onderbelichte thema’s, invalshoeken en groeperingen

    Trimbos-instituut (1996-1999) NEMESIS-1 Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-1: NEMESIS-1

    No full text
    Een bevolkingsonderzoek naar de psychische gezondheidstoestand onder de Nederlandse bevolking van 18 tot en met 64 jaar. NEMESIS-1 bevat As-1 stoornissen volgens de DSM-III-R gemeten met de Composite International Diagnostic Interview (CIDI) 1.1. In een aanvullende vragenlijst werden achtergrondkenmerken zoals demografie vastgesteld en mogelijke verklarende factoren zoals persoonlijke kwetsbaarheid gemeten. Er zijn drie metingen uitgevoerd in 1996 (baseline), 1997 en 1999 en deze leveren een schat aan gegevens op over de psychische gezondheidstoestand en het zorggebruik van de Nederlander. De studie geeft inzicht in de aanwezigheid (prevalentie) en het ontstaan (incidentie) van psychische aandoeningen en de risicofactoren daarvan; het beloop van psychische aandoeningen; het functioneren bij psychische aandoeningen; ziekteverzuim vanwege psychische en somatische aandoeningen en het zorggebruik. Met deze metingen wordt het mogelijk het langere beloop (in termen van o.a. terugval en chroniciteit) van psychische aandoeningen in de bevolking te onderzoeken. Doel was het verkrijgen van epidemiologische gegevens over de algemene bevolking wat betreft psychiatrische stoornissen, inclusief verslaving

    Onwenselijk gedrag in de sport

    No full text
    Onderzoek naar onwenselijk gedrag in de sport bij sportverenigingen (2008, 2011, 2013) en bij de Nederlandse bevolking (2010, 2011). De onderzoeken zijn uitgevoerd in het kader van het monitoren van onwenselijk gedrag in de sport. De eerste meting bij sportverenigingen is uitgevoerd in het kader van het onderzoek naar misstanden in de sport in samenwerking met het SCP in opdracht van VWS. De metingen onder de bevolking en verenigingen in 2010 en 2011 zijn uitgevoerd in het kader van het monitoren van het programma ‘Samen voor Sportiviteit en Respect’ dat onder regie en coördinatie stond van de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond. Dat programma is overgegaan in het programma ‘Samen naar een Veiliger Sportklimaat’. Het Mulier Instituut voert hier de monitoring voor uit in opdracht van het Ministerie van VWS
    corecore