35 research outputs found

    Ontwikkeling van enkele mosselbanken in de Nederlandse Waddenzee; situatie 2010

    Get PDF
    In dit project wordt de lange termijnontwikkeling van mosselbanken, en de factoren die het al dan niet overleven van mosselbanken bepalen, onderzocht. Hiervoor worden door IMARES enkele individuele mosselbanken in detail bestudeerd. Drie mosselbanken worden sinds 1997 gevolgd, één sinds 1998, twee sinds 2002, één sinds 2003 en zeven mosselbanken worden sinds 2006 gevolgd. In deze rapportage wordt de ontwikkeling van deze veertien mosselbanken tot en met 2010 beschreven. De meeste mosselbanken uit het project bestaan inmiddels uit mosselen van meerdere jaarklassen. Uit de gegevens die gedurende de jaren zijn verzameld blijkt dat naarmate een mosselbank ouder wordt het percentage levende mosselen langzaam afneemt tot ongeveer 40%. De rest van het oppervlak van de mosselbank bestaat dan uit lege mosselschelpen, ingevangen schelpen van andere soorten, slakken, andere schelpdieren, pokken en macro-algen. De afname in levende mosselen op een mosselbank wordt voornamelijk veroorzaakt door stormen en predatie. Lokale, matige mosselbroedvallen op individuele mosselbanken kunnen de afnemende mosselpopulatie op de korte termijn in stand houden, maar af en toe optredende goede broedvallen zijn nodig voor lange termijnoverleving van een mosselbank. De laatste jaren zijn veel van de onderzochte mosselbanken bedekt geraakt met Japanse oesters. Toch zijn er tussen de oesters nog veel mosselen te vinden en kan gesproken worden van gemengde mosselbanken. De oesters in de mosselbanken lijken in sommige gevallen voor extra stevigheid te zorgen, hoewel er ook delen met oesters verdwijnen tijdens winterstormen

    Ecologische ontwikkeling in een voor menselijke activiteiten gesloten gebied in de Nederlandse Waddenzee: Tussenrapportage drie jaar na sluiting (najaar 2008)

    Get PDF
    De Nederlandse overheid heeft in november 2005 een referentiegebied ingesteld om te voldoen aan de internationale verplichting dat voldoende grote gebieden in de Waddenzee worden aangewezen waarbinnen geen exploitaties en verstorende activiteiten mogen plaatsvinden. In dit project wordt de nadruk gelegd op het volgen van de ontwikkeling van het ecosysteem in een voor de garnalen- en schelpdiervisserij gesloten gebied (Schild en Boschwad) en dit te vergelijken met een gebied waar garnalenvisserij zal blijven (Zuidoost Lauwers en Spruit). Om de ontwikkeling van dit ongestoorde gebied te volgen zijn er vóór de instelling van dit gebied bemonsteringen uitgevoerd door IMARES (2002, 2003 en 2005). Na de instelling van het referentiegebied (november 2005) worden jaarlijks bemonsteringen uitgevoerd. In dit rapport wordt een weergave gegeven van de ontwikkelingen in het referentiegebied drie jaar na sluiting. Prioriteit gaat hierbij uit naar benthische mariene fauna (jaarlijks), maar ook de litorale mosselbanken (jaarlijks), de visfauna (elke 5 jaar), de zeehondenpopulatie (elke 5 jaar) en de vogelvoorkomens (elke 5 jaar) worden in dit project meegenomen

    De effecten van mechanische kokkelvisserij op de benthische macrofauna en hun habitat; eindverslag EVA II (evaluatie schelpdiervisserij tweede fase); deelproject C1/3

    Get PDF
    Dit rapport beschrijft de resultaten van onderzoek aan de effecten van mechanische kokkelvisserij op kokkelbanken in de Nederlandse Waddenzee. Veldwerk werd verricht in het voorjaar van 1999 en het voorjaar van 2000, op 139 verschillende kokkelbanken, verspreid over de hele Nederlandse Waddenzee. Een deel van deze banken lag in de zogenaamde gesloten gebieden (voor schelpdiervisserij), waardoor er een vergelijking kon worden gemaakt tussen deze gebieden en de rest van de Waddenzee, waar schelpdiervisserij was toegestaan, waarbij steeds gecorrigeerd werd voor verschillen in sediment en droogligtijd van de banken. De kokkels zelf bleken een invloed te hebben op andere wadorganismen. Hiermee rekening houdend met behulp van speciaal voor dit probleem ontwikkelde statistische toetsmethoden, bleek de mechanische kokkelvisserij van op allerlei wadorganismen. Dichtheden aan kokkels, mosselen en nonnetjes waren vaak verlaagd op beviste kokkelbanken en die van sommige wormen verhoogd. De mate van effect verschilde echter aanzienlijk tussen jaren en er kon geen effect van kokkelvisserij op het sediment worden aangetoond. Een nulmeting, die de vergelijking tussen open en gesloten gebieden veel scherper had kunnen toetsen, kon niet worden uitgevoerd omdat dit onderzoek pas plaatsvond nadat er al een jaar gevist was na de relevante broedval, en er sowieso een hele historie van visserij was in de Waddenzee. Een strict experimentele aanpak was wetenschappelijk verkiesbaar geweest, maar was in praktijk niet mogelijk op de schaal van de hele Waddenzee

    Ontwikkeling van enkele mosselbanken in de Nederlandse Waddenzee; situatie 2008

    Get PDF
    In het kader van onderzoek naar de lange termijn ontwikkeling van mosselbanken en de factoren die het al dan niet overleven van mosselbanken bepalen, worden door IMARES enkele individuele mosselbanken in detail bestudeerd. Drie mosselbanken worden sinds 1995 gevolgd, één sinds 1998, drie banken sinds 2003 en vijf banken worden sinds 2006 gevolgd. In deze rapportage wordt de ontwikkeling van deze banken tot en met het voorjaar van 2008 beschreven. De resultaten van de jaarlijkse kartering en populatiemeting geven een beeld van de ontwikkeling van mosselbanken over een groot aantal jaren. De resultaten uit de hier gepresenteerde bemonsteringen geven aan dat mosselbanken, ondanks dat ze vrij dynamisch van vorm, oppervlakte en bedekking zijn, een groot aantal jaren aanwezig kunnen zijn. Daarnaast kunnen de langjarige gegevens over de ontwikkeling van mosselbanken bijdragen aan meer kennis met betrekking tot de factoren die al dan niet overleven bepalen. Hiervoor zouden naast informatie over de ontwikkeling van de banken ook gegevens verzameld moeten worden met betrekking tot predatie, klimatologische en fysische parameters

    Ecologische ontwikkeling in een voor menselijke activiteiten gesloten gebied in de Nederlandse Waddenzze: tussenrapportage twee jaar na sluiting (najaar 2007)

    Get PDF
    De Nederlandse overheid heeft in november 2005 een referentiegebied ingesteld om te voldoen aan de internationale verplichting dat voldoende grote gebieden in de Waddenzee worden aangewezen waarbinnen geen exploitaties en verstorende activiteiten mogen plaatsvinden. In dit project wordt de nadruk gelegd op het volgen van de ontwikkeling van het ecosysteem in een voor de visserij gesloten gebied (Schild en Boschwad) en dit te vergelijken met een gebied waar garnalenvisserij zal blijven (Zuidoost Lauwers en Spruit). Om de ontwikkeling van dit ongestoorde gebied te volgen zijn er vóór de instelling van dit gebied bemonsteringen uitgevoerd door IMARES. Na de instelling van het referentiegebied (november 2005) worden jaarlijks bemonsteringen uitgevoerd. In dit rapport wordt een weergave gegeven van de ontwikkelingen in het referentiegebied twee jaar na sluitin

    Ontwikkeling van enkele mosselbanken in de Nederlandse Waddenzee; situatie 2011 en 2012

    Get PDF
    In dit project wordt de lange termijnontwikkeling van mosselbanken onderzocht. Hiervoor worden door IMARES enkele individuele mosselbanken in detail bestudeerd. Drie mosselbanken worden sinds 1997 gevolgd, één sinds 1998, twee sinds 2002, één sinds 2003 en zeven mosselbanken worden sinds 2006 gevolgd. In deze rapportage wordt de ontwikkeling van deze veertien mosselbanken tot en met 2012 beschreven

    De ontwikkeling van de Japanse oester in de Nederlandse Waddenzee: Situatie 2006

    Get PDF
    In de Waddenzee werd de eerste Japanse oester waargenomen in 1983 bij de haven van Oudeschild, Texel. Rond het begin van de 21ste eeuw werd duidelijk dat de Japanse oester over de gehele Waddenzee voorkomt. Sinds 2002 wordt de ontwikkeling van enkele individuele oesterbanken in de Nederlandse Waddenzee gevolgd. In deze rapportage wordt een beschrijving gegeven van de ontwikkeling van deze individuele oesterbanken tot 2006. Op alle gevolgde locaties zijn op den duur oesterriffen ontstaan met verschillende jaarklassen. Het lijkt erop dat de dichtheden en oppervlakten op sommige locaties niet verder toenemen. Om inzicht te krijgen in groei en afname in dichtheden en oppervlakte van individuele oesterriffen is het van belang de ontwikkelingen van individuele oesterriffen te blijven volgen. Aangezien oesters een voorkeur lijken te hebben om zich op andere oesters te vestigen, is de verwachting dat er zich op meer plekken oesterriffen zullen ontwikkelen. Om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de Japanse oester in de Nederlandse Waddenzee is het van groot belang om een kwantitatieve monitoring op te zetten die speciaal gericht is op het vaststellen van de biomassa en verspreiding van de Japanse oester. Daarnaast is het noodzakelijk het ecologisch belang van dit nieuwe en blijvende habitattype nader te bestudere

    Ecologische ontwikkeling in een voor menselijke activiteiten gesloten gebied in de Nederlandse Waddenzee

    Get PDF
    De Nederlandse overheid heeft in november 2005 ten zuiden van Rottum een referentiegebied ingesteld om te voldoen aan de internationale verplichting dat voldoende grote gebieden in de Waddenzee worden aangewezen waarbinnen geen exploitaties en verstorende activiteiten mogen plaatsvinden. In dit referentiegebied wordt menselijke beïnvloeding met mogelijk negatieve effecten zoveel mogelijk beperkt. Het bestuderen van de ontwikkeling van een dergelijk referentiegebied is noodzakelijk om uitspraken te kunnen doen over de “favourable conservation status” van de rest van de Waddenzee ten aanzien van bepaalde activiteiten. In dit rapport wordt de ontwikkeling van de benthische mariene fauna en de ontwikkeling van enkele litorale mosselbanken, vier jaar na sluiting van het referentiegebied, weergegeven

    Ecologische ontwikkeling in een voor menselijke activiteiten gesloten gebied in de Nederlandse Waddenzee: tussenrapportage zes jaar na sluiting (najaar 2012)

    Get PDF
    Met ingang van november 2005 is in navolging van Duitsland en Denemarken een klein deel van de Nederlandse Waddenzee gesloten voor (potentieel) schadelijke menselijke activiteiten. Het betreft een geulsysteem ten zuiden van Rottumerplaat. Doel van deze sluiting is om de ongestoorde ontwikkeling van de natuur in de Waddenzee te kunnen volgen. De droogvallende platen en eilanden rond Rottum genieten reeds langer een hoog beschermingsniveau. Toegang is zeer beperkt, en er wordt al meer dan 20 jaar niet meer op schelpdieren gevist
    corecore