34 research outputs found
Dermacentor reticulatus: a vector on the rise
Dermacentor reticulatus is a hard tick species with extraordinary biological features. It has a high reproduction rate, a rapid developmental cycle, and is also able to overcome years of unfavourable conditions. Dermacentor reticulatus can survive under water for several months and is cold-hardy even compared to other tick species. It has a wide host range: over 60 different wild and domesticated hosts are known for the three active developmental stages. Its high adaptiveness gives an edge to this tick species as shown by new data on the emergence and establishment of D. reticulatus populations throughout Europe. The tick has been the research focus of a growing number of scientists, physicians and veterinarians. Within the Web of Science database, more than a fifth of the over 700 items published on this species between 1897 and 2015 appeared in the last three years (2013–2015). Here we attempt to synthesize current knowledge on the systematics, ecology, geographical distribution and recent spread of the species and to highlight the great spectrum of possible veterinary and public health threats it poses. Canine babesiosis caused by Babesia canis is a severe leading canine vector-borne disease in many endemic areas. Although less frequently than Ixodes ricinus, D. reticulatus adults bite humans and transmit several Rickettsia spp., Omsk haemorrhagic fever virus or Tick-borne encephalitis virus. We have not solely collected and reviewed the latest and fundamental scientific papers available in primary databases but also widened our scope to books, theses, conference papers and specialists colleagues’ experience where needed. Besides the dominant literature available in English, we also tried to access scientific literature in German, Russian and eastern European languages as well. We hope to inspire future research projects that are necessary to understand the basic life-cycle and ecology of this vector in order to understand and prevent disease threats. We conclude that although great strides have been made in our knowledge of the eco-epidemiology of this species, several gaps still need to be filled with basic research, targeting possible reservoir and vector roles and the key factors resulting in the observed geographical spread of D. reticulatus. ELECTRONIC SUPPLEMENTARY MATERIAL: The online version of this article (doi:10.1186/s13071-016-1599-x) contains supplementary material, which is available to authorized users
Huidklachten door cosmetische producten : Trendrapportage 2011 - 2012
Cosmetische producten veroorzaken soms huidklachten, zoals roodheid en jeuk. Het RIVM beheert een systeem waarin huidklachten en andere overgevoeligheidsreacties na het gebruik van cosmetica kunnen worden geregistreerd (CESES). Net als in voorgaande jaren worden dergelijke klachten vooral gemeld na het gebruik van haarproducten, huidverzorgingsproducten en make-up; vooral bij producten die speciaal zijn bedoeld voor gebruik op of rond de ogen, zoals oogcontourcrème, oogmake-up en oogmake-upremover. Daarnaast zijn er relatief veel klachten binnengekomen over zonnecosmetica. Ook worden regelmatig allergische reacties gemeld als gevolg van geurstoffen en zogeheten isothiazolinonen, een conserveringsmiddel in cosmetica. Trends in 2011 en 2012 Behalve deze aanhoudende trends vallen in 2011 en 2012 een aantal zaken op. Zo blijkt het UV-filter octocrylene, dat in zonnebrandcrèmes zit, allergische reacties te veroorzaken. De laatste jaren neemt het aantal meldingen van contacteczeem door deze stof toe. Verder hebben opvallend veel kappers contacteczeem gemeld nadat ze in aanraking waren gekomen met ammoniumpersulfaten in haarbleekmiddelen. Deze resultaten blijken uit de trendrapportage 2011 - 2012 van CESES (Consumer Exposure Skin Effects and Surveillance). Het RIVM vindt het belangrijk om ongewenste effecten van cosmetische producten en ingrediënten in cosmetica te monitoren. Deze monitoring kan gebruikt worden om na te gaan of Europese wetgeving en handhaving voldoende beschermt. Ook worden risico's voor werknemers, zoals blootstelling aan ammoniumpersulfaten bij kappers, hiermee geïdentificeerd. CESES Binnen het registratiesysteem CESES wordt op twee manieren informatie ingewonnen. Ten eerste kunnen consumenten zelf hun klacht melden op de website www.cosmeticaklachten.nl. Daarnaast registreren deelnemende dermatologen huidklachten van patiënten waarbij cosmetica de mogelijke oorzaak zijn. Bij deze patiënten wordt vervolgens een allergieonderzoek uitgevoerd om vast te stellen welk(e) productingrediënt(en) de klacht veroorzaakt.Cosmetic products may lead to undesirable reactions, such as itching and erythema. RIVM has set up a monitoring system in which undesirable reactions caused by cosmetics can be registered (CESES). As in the previous years, these undesirable reactions are mainly reported after the use of hair products, skin products and make-up, including primarily those products intended to use on or around the eyes, such as eye contour cream, eye make-up and eye-make-up remover. Furthermore, relatively many reported undesirable reactions concerned sunscreens. Also, allergic reactions due to fragrances and so-called isothiazolinones, a preservative in cosmetics, are frequently reported. Trends in 2011 and 2012 In addition to these on-going issues, some new trends are noted in 2011 and 2012. It turns out that octocrylene, a UV filter used in sunscreens, is able to cause allergic reactions. Over the last years more and more reports of (photo)allergic contact dermatitis are presented. Furthermore, relatively many hairdressers reported contact dermatitis after coming into contact with ammonium persulfates in hair bleaching products. These results are presented in the trend report 2011 - 2012 of CESES (Consumer Exposure Skin Effects and Surveillance). RIVM acknowledges the value of monitoring undesirable reactions attributable to cosmetics and cosmetic ingredients. This information could contribute to the assessment of whether current EU legislation on cosmetics provides adequate protection. In addition, risks for workers, such as exposure to ammonium persulfates in hairdressers, can be identified. CESES Within CESES, general practitioners, dermatologists, and consumers in The Netherlands completed questionnaires on reported undesirable effects to cosmetics. Dermatologists also carried out patch tests and, where necessary, tests with specific batch ingredients of the associated cosmetic product. A website and a public awareness campaign were launched to encourage consumers to report undesirable effects.Nederlandse Voedsel- en Warenautoritei
Adverse reactions to cosmetic products
Huidklachten door cosmetische producten Meer aandacht is nodig voor allergische reacties op (co)polymeren en isothiazolinonen in cosmetica. Isothiazolinonen worden veel als conserveringsmiddel gebruikt in cosmetica. (Co)polymeren komen er ook vaak in voor. Dit blijkt uit de eindrapportage van het pilotproject CESES, een systeem waarin huidklachten en andere overgevoeligheidsreacties na het gebruik van cosmetica kunnen worden geregistreerd. CESES staat voor Consumer Exposure Skin Effects and Surveillance en is sinds 1 juli 2009 operationeel. Sindsdien zijn ruim 1700 meldingen ontvangen van zowel burgers als deelnemende huisartsen en dermatologen. Vooral huidverzorgings- en haarproducten geven huidklachten Uit deze rapportage blijkt dat vooral huidverzorgingsproducten en haarproducten huidklachten veroorzaken. Daarnaast worden make-up en zonnecosmetica relatief vaak als oorzaak van de klacht genoemd. Opvallend veel klachten worden gemeld over producten die speciaal zijn bedoeld voor gebruik op of rondom de ogen, zoals oogcontourcrème, oogmake-up en oogmake-upremover. De klachten betreffen vooral roodheid en jeuk. Meer aandacht nodig voor isothiazolinonen en (co)polymeren Om te onderzoeken welk product(ingrediënt) de klacht veroorzaakt, voeren de deelnemende dermatologen plakproeven uit bij mensen die allergische klachten hebben gemeld na gebruik van cosmetische producten. Hierbij wordt een reeks van stoffen op de (rug)huid geplakt, waarna al dan niet een reactie optreedt. Resultaten hiervan laten zien dat opvallend veel patiënten reageren op (co)polymeren en isothiazolinonen. Gezien dit aantal reacties en de wijdverbreide toepassing van deze stoffen in consumentenproducten wordt aanbevolen om klachten hierover binnen CESES voortaan te monitoren. Ook is het belangrijk nader onderzoek te doen naar de (allergene) potentie van (co)polymeren. Ook geurstoffen zijn belangrijke contactallergenen in cosmetica: 20 procent van de geteste patiënten reageert positief op parfum.Since the start of the Consumer Exposure Skin Effects and Surveillance (CESES) Project in July 2009, the RIVM has received more than 1700 reports of adverse reactions to cosmetic products. The most commonly reported product categories were skin care products and hair care products. A relatively high number of complaints about make-up and sun care products have also been received. Especially cosmetic products that have been designed for use on or around the eyes, such as eye contour cream, eye make-up and eye make-up remover, are frequently mentioned as a potential cause of the adverse effect. To investigate the cause of the adverse reaction, a dermatologist can perform a patch test in which a series of substances are applied onto the skin of the back. Of the patients who underwent a patch test by dermatologists involved in the CESES-project, 23% responded to isothiazolinones. Isothiazolinones are potent allergens that are frequently used as preservatives in consumer products. Results of patch tests with specific product ingredients showed that 20% of the tested patients responded to (co)polymers. These findings are supported by recent literature in which (co)polymers in a sun cream were found to be responsible for the development of allergic contact dermatitis in some patients. These data are remarkable because (co)polymers are not known to possess an allergenic potential. Also fragrance allergens are important allergenic substances present in cosmetics: 20% of the tested patients responded to perfume. Considering the number of positive patch test reactions to isothiazolinones and (co)polymers as well as the widespread use of these compounds in consumer products such as cosmetics, it is recommended that adverse effects caused by isothiazolinones and (co)polymers - as found in the CESES project - are further monitored. Moreover, it is important to further investigate the allergenic potential of these (co)polymers.VW
Huidklachten door cosmetische producten : eindrapportage CESES
Huidklachten door cosmetische producten Meer aandacht is nodig voor allergische reacties op (co)polymeren en isothiazolinonen in cosmetica. Isothiazolinonen worden veel als conserveringsmiddel gebruikt in cosmetica. (Co)polymeren komen er ook vaak in voor. Dit blijkt uit de eindrapportage van het pilotproject CESES, een systeem waarin huidklachten en andere overgevoeligheidsreacties na het gebruik van cosmetica kunnen worden geregistreerd. CESES staat voor Consumer Exposure Skin Effects and Surveillance en is sinds 1 juli 2009 operationeel. Sindsdien zijn ruim 1700 meldingen ontvangen van zowel burgers als deelnemende huisartsen en dermatologen. Vooral huidverzorgings- en haarproducten geven huidklachten Uit deze rapportage blijkt dat vooral huidverzorgingsproducten en haarproducten huidklachten veroorzaken. Daarnaast worden make-up en zonnecosmetica relatief vaak als oorzaak van de klacht genoemd. Opvallend veel klachten worden gemeld over producten die speciaal zijn bedoeld voor gebruik op of rondom de ogen, zoals oogcontourcrème, oogmake-up en oogmake-upremover. De klachten betreffen vooral roodheid en jeuk. Meer aandacht nodig voor isothiazolinonen en (co)polymeren Om te onderzoeken welk product(ingrediënt) de klacht veroorzaakt, voeren de deelnemende dermatologen plakproeven uit bij mensen die allergische klachten hebben gemeld na gebruik van cosmetische producten. Hierbij wordt een reeks van stoffen op de (rug)huid geplakt, waarna al dan niet een reactie optreedt. Resultaten hiervan laten zien dat opvallend veel patiënten reageren op (co)polymeren en isothiazolinonen. Gezien dit aantal reacties en de wijdverbreide toepassing van deze stoffen in consumentenproducten wordt aanbevolen om klachten hierover binnen CESES voortaan te monitoren. Ook is het belangrijk nader onderzoek te doen naar de (allergene) potentie van (co)polymeren. Ook geurstoffen zijn belangrijke contactallergenen in cosmetica: 20 procent van de geteste patiënten reageert positief op parfum