35 research outputs found
Monitoring and estimating the consumption of certified sustainable cocoa and coffee in the Netherlands : availability and application of data
Er zijn verschillende instanties die (niet-)systematische informatie verzamelen over de Nederlandse koffie- en cacaosectoren die bruikbaar is om het behalen van de doelstellingen van de intentieverklaringen in de koffie in cacaosectoren12 te meten: individuele bedrijven en sectororganisaties, publieke en private instellingen voor marktonderzoek. Volgens de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Koffie en Thee (KNVKT) was het marktaandeel van duurzaam gecertificeerde koffie op de Nederlandse markt in 2012 40%. Dit gegeven zal systematisch en periodiek worden geactualiseerd op de website van de KNVKT. Andere informatie die de monitoring van de resultaten van de inspanningen van de sectoren in Nederland mogelijk zou kunnen maken, is echter beperkt door hoge kosten en complexiteit van de koffie- en cacaoketens. De sectoren worden gedomineerd door grote internationale bedrijven die in meerdere landen actief zijn. Voorts is er sprake van een grote differentiatie van soorten consumentenproducten, met name in de cacaosector. Adhocinformatie maakt slechts een enkele (grove) schatting voor een bepaalde periode mogelijk. Volgens deskundigen uit het cacaoverwerkingssegment was het aandeel gecertificeerde duurzame cacao in consumentenproducten die verkocht zijn op de Nederlandse markt in 2012 niet hoger dan 25%. Andere verzamelde (ad-hoc)informatie over de cacaomarkt geeft geen aanleiding om deze schatting te verwerpen. Het onderzoek naar koffiesector is verricht in 2012 met enkele relevante updates in 2013. Het onderzoek naar cacaosector is verricht in 2012 en 2013 met enkele relevante updates voor 2014
Sturen op innovatie in de levensmiddelenindustrie – wat levert het op? Meten en evalueren in een internationale context
Nederland exporteert relatief veel levensmiddelen en de bedrijfstak is belangrijk voor de Nederlandse economie in termen van toegevoegde waarde en omzet. De Nederlandse levensmiddelenindustrie (voedingsmiddelen en dranken) bestaat voor 98% uit MKB bedrijven. MKB bedrijven zijn goed voor ongeveer 45% van de omzet in de voedingsmiddelenbranche en 24% in de drankenindustrie. Een groot deel van de MKB bedrijven exporteert niet. De cijfers hierover verschillen een beetje per bron; maar op basis van CBS cijfers schatten we dat in 2011 circa 75% van de MKB bedrijven niet exporteerde. In de periode 2006-2008 heeft minder dan de helft van de bedrijven op de één of andere manier geïnnoveerd. De omzet die Nederlandse levensmiddelenbedrijven gemiddeld in 2006-2008 uit nieuwe producten haalden was minder dan 10% van de totale omzet. Ter vergelijking, in Duitsland was dat bijna 18%. De Duitse levensmiddelenindustrie wordt overigens niet als erg innovatief gezien. Nederlandse bedrijven doen het wel redelijk goed als het gaat om het percentage bedrijven met geheel nieuwe producten (‘novel product innovators’), maar ook daar moet Nederland bijvoorbeeld Denemarken en Duitsland voor zich dulden. Het LEI heeft in opdracht van het ministerie van EL&I de Nederlandse levensmiddelenindustrie op het gebied van innovatie vergeleken met een achttal andere landen: Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Polen, Spanje, het VK en de VS. Er is gekeken naar een groot aantal indicatoren van innovatie; zowel input, output, als contextvariabelen. Daarnaast is gekeken naar de rol van het MKB voor innovatie en de belemmeringen die juist kleine en middelgrote bedrijven ondervinden
Food waste reduction in supply chains through innovations: a review
Purpose: Agri-food supply chains are facing a number of challenges, which cause inefficiencies resulting in the waste of natural and economic resources, and in negative environmental and social impacts. Food waste (FW) is a result of such inefficiencies and supply chain actors search for economically viable innovations to prevent and reduce it. This study aims to analyse the drivers and the barriers that affect the decision of supply chain operators to adopt innovations (technological – TI, organisational – OI and marketing – MI) to reduce FW. Design/methodology/approach: The analysis was carried out using a four-step approach that included: a literature review to identify factors affecting the decision to adopt innovations; analysis of FW drivers and reduction possibilities along agri-food supply chains through innovations; mapping the results of Steps 1 and 2 and deriving conclusions regarding the factors affecting the adoption of innovations to reduce and prevent FW. Findings: Results show that different types of innovations have a high potential in reducing and preventing FW along the supply chain; however, they still must be economically feasible to be adopted by decision makers in the food supply chain. TI, OI and MI are often interrelated and can trigger each other. When it comes to a combination of different types of innovation to reduce and prevent FW, a good example of combining TI, OI and MI may be observed in the retail sector in Europe. Here, innovative smartphone apps (TI) to promote the sale of products nearing their expiration dates (OI in terms of organising the sales differently and MI in terms of marketing it differently) were developed and adopted via different retailing channels, leading to the creation of a new business model. Practical implications: This study analyses the drivers of FW generation together with the factors affecting the decision to adopt innovations to reduce it and provides solutions to supply chain operators to prevent and reduce FW through different types of innovations. Originality/value: Literature has not systematically addressed innovations aiming at the reduction of FW yet. This paper provides a comprehensive literature review of the determinants of innovation adoption and offers a novel view on the problem of FW reduction by means of innovation, by linking factors affecting the decision to innovate with FW drivers
Dat smaakt naar meer! Innovatie in het Nederlandse levensmiddelen-mkb
De levensmiddelenindustrie bestaat uit voedingsmiddelen- en drankenproducenten: een veelzijdige bedrijfstak die vaak ongemerkt een heel belangrijke rol speelt in vrijwel ieders dagelijks leven. De levensmiddelenindustrie bestaat voor 98% uit micro-ondernemingen en mkb-bedrijven. In dit onderzoek is met behulp van een dataset over innovatie bij bedrijven (CIS 2008-2010 van CBS) bekeken hoe innovatief mkb-bedrijven in de levensmiddelenindustrie zijn ten opzichte van grote bedrijven en of er verschillen zijn tussen branches en regio’s
De economische waarde en het investeringspotentieel van het biobased cluster in Zuid-Holland
De biobased economy kan in de komende jaren een belangrijke motor worden voor regionale economische groei in de Provincie Zuid-Holland. Uit dit onderzoek blijkt dat op dit moment al circa 900 mln. euro toegevoegde waarde per jaar wordt gerealiseerd en dat ondernemers een verdubbeling van deze waarde verwachten in 2016. De Zuidvleugelpartners in Zuid-Holland hebben in 2012 een ambitieuze beleidsagenda uitgewerkt, met een stevige groeiverwachting ten aanzien van de biobased economy. In het verlengde daarvan ontstond bij beleidsmakers de behoefte aan feiten en cijfers ten aanzien van de bedrijvigheid en het groeipotentieel in deze nieuwe sector. Deze studie biedt hiertoe - op basis van een overzicht van de huidige biobased bedrijven in de provincie - een inventarisatie van de huidige economische waarde en een beschrijving van het investeringspotentieel en beleidsaanbevelingen
Innovatie in de levensmiddelenindustrie : een internationale benchmarkstudie
Doel van het onderzoek is innovatie in de Nederlandse levensmiddelenindustrie te benchmarken met Europese concurrenten aan de hand van een reeks beschikbare kernindicatoren
Food price monitoring and observatories: an exploration of costs and effects; Summary and Executive Summary
The Ministry of Economic Affairs asked what the costs and effects of a food price observatory and more intensive price monitoring would be for the Netherlands. In the first instance, price observatories such as those which exist in Spain and France were considered. Face-to-face interviews were conducted in these countries with individuals involved in the observatories, but also with chain parties, in order to catalogue costs and effects. The Belgian Prices Observatory, the European 'Food Prices Monitoring Tool' and the price monitoring in Germany were examined in more general terms using the literature, the internet and presentations to the 'High Level Forum for a better functioning Food Supply Chain'. In order to be able to compare properly, Dutch price monitoring was also described. In a literature study, it was ascertained on the basis of economic theory what transparency means for pricing and which new approaches - in addition to the more 'standard analyses' - are used to study price transmission
Prijsvorming van voedsel; Ontwikkelingen van prijzen in acht Nederlandse ketens van versproducten
Dit rapport beschrijft de prijsvorming van acht Nederlandse ketens van de versproducten aardappel, appel, brood, ei, komkommer, paprika, pluimveevlees en uien. Dit is een actualisatie van het onderzoek uitgevoerd in 2009. De hoofdvraag is of een prijsverandering in een product bij de boer doorgegeven worden aan consumenten. Speciale aandacht is er voor openbare noteringen van prijzen van agrarische producten