73 research outputs found

    Tulpenmozaïekvirus: onzichtbare risico's vragen om aangepaste bestrijding bladluis

    Get PDF
    In tulpen veroorzaakt het tulpenmozaïekvirus van alle virussen de meeste schade. Het virus lijkt steeds moeilijker te beheersen. PPO Bloembollen onderzocht wanneer de virusverspreiding plaatsvindt, welke bladluizen een rol spelen en hoe het risico op virusverspreiding het beste vooraf in te schatten is. Dit heeft geleid tot verrassende resultaten die vragen om een aangepaste bestrijding. Duidelijk is geworden dat gewasbescherming tegen virusoverdracht al moet starten, zodra de temperatuur rond de 12-13°C kom

    Onderzoek naar mechanische verspreiding van Tulpenvirus X onder praktijkomstandigheden

    Get PDF
    Uit eerder onderzoek bij PPO-BBF kwam de tulpengalmijt als vector van Tulpenvirus X (TVX) naar voren. In 2008 is ontdekt dat TVX tijdens de bewaring waarschijnlijk ook via de stromijt kan worden verspreid. Daarnaast is gedurende de periode 2006-2008 bekend geworden dat mechanische verspreiding van TVX via koppen een belangrijke besmettingsroute voor dit virus kan zijn. Deze kennis is gebaseerd op relatief kleine veldproeven en handmatig koppen. Tegenwoordig is handmatig koppen niet meer gangbaar en worden de tulpenvelden machinaal gekopt. Vanwege de sterke toename van het TVX-probleem in de praktijk is het van groot belang het risico op mechanische TVX-verspreiding bij machinaal koppen verder in kaart te brengen. Aansluitend kunnen passende maatregelen genomen worden om virusverspreiding tijdens machinaal koppen te beperken. Een proefveld is aangelegd waarin tulpen onder praktijkomstandigheden zijn gekopt. Er is zowel ‘normaal’ gekopt waarbij uitsluitend de bloemsteel machinaal werd afgesneden als ook ‘diep’ gekopt waarbij de bloemsteel als ook de bovenste delen van het blad machinaal werden afgesneden. Na een strook viruszieke planten is een strook virusvrij planten gekopt waarna het uitsmeereffect van het virus is bestudeerd. Tijdens het machinaal koppen van (viruszieke) tulpen vindt er inderdaad verspreiding van TVX via de kopmachine plaats. Echter, de omvang van de virusverspreiding is relatief laag en de uitsmering is gering. In de praktijk zal het risico op virusverspreiding bij ‘diep koppen’ niet groter of kleiner zijn dan bij ‘normaal koppen’. Hierbij moet gemeld worden dat de weersomstandigheden tijdens het koppen zeer gunstig waren om virusverspreiding te beperken. Wanneer er bij minder gunstige omstandigheden wordt gekopt ( bijv. op koele dagen met een hoge luchtvochtigheid), dan wordt verwacht dat het risico op virusverspreiding zal toenemen. De relatief geringe mate waarin in dit project de virusverspreiding is waargenomen, kan de sterke toename van TVX in de praktijk niet verklaren. Virusverspreiding door mijten tijdens de bewaring, en mogelijk andere manieren van virusverspreiding spelen zeker in de praktijk een belangrijke rol. Beheersing van de TVX-problematiek moet daarom gedurende alle fasen van de teelt en broeierij punt van aandacht zijn. Een uitgebreide lijst van aanbevelingen voor de praktijk is geformuleerd waarmee verspreiding van TVX tijdens koppen, maar ook gedurende andere fasen van de teelt beperkt moet kunnen worden

    Wordt nerfstrepenziekte in tulpen door een virusbesmetting veroorzaakt?

    Get PDF
    Nerfstrepenziekte in tulpen is een verschijnsel waarbij de planten te kort blijven, de bladeren soms krom en gedraaid groeien en necrotische strepen zichbaar zijn rond de nerven nabij de bladoksels. Daardoor ontstaat soms veel economische schade. Bij nerfstrepenziekte wordt vanuit oud virologisch onderzoek vermoed dat sprake is van een besmetting met het tobacco ringspot virus (TRSV) zonder dat een directe relatie voldoende duidelijk is aangetoond. Intussen zijn de detectietechnieken om virussen aan te tonen de laatste jaren aanzienlijk gevoeliger en beter geworden zodat er meer mogelijkheden bestaan om te achterhalen welk virus mogelijk een rol speelt bij de verschijnselen van nerfstrepenziekte. In het broeiseizoen 2010/2011 werden verschillende monsters tulpen met verschijnselen van nerfstrepenziekte aangeboden voor diagnostisch onderzoek. Dit leek een goed moment om nog eens na te gaan of werkelijk sprake was van een virusbesmetting. Daartoe zijn 12 verschillende monsters tulpen verzameld en met behulp van PCR-technieken getoetst op aanwezigheid van virussen. Daarnaast is plantensap uit een aantal monsters tulpen verzameld en op zogenaamde toetsplanten aangebracht zodat een eventuele virusbesmetting zichtbaar gemaakt kon worden

    Vatbaarheid van Nerine voor PlAMV : voortgezet diagnostisch onderzoek 2013

    Get PDF
    Nerine blijkt niet vatbaar te zijn voor het PlAMV-virus. Het onderzoek naar de vatbaarheid van Nerine geeft dan ook geen aanleiding om de bestaande teeltstrategie aan te passen. Nerine wordt veelal in vruchtwisseling geteeld met lelie. Lelie is de laatste jaren getroffen door het PlAMV (Plantago asiatica mosaic virus). Dit virus kan tijdens de teelt via de bodem verspreiden. Ook bij hergebruik van grond afkomstig van PlAMV-lelieteelt is er (tijdens de broei in de kas) een risico op infectie van de nieuwe lelieteelt. Omdat Nerinebollen vaak naast lelies worden geteeld en/of in vruchtwisseling met lelies plaatsvindt, is er een grote angst dat PlAMV mogelijk ook voor grote problemen kan zorgen bij dit gewas. Een besmetting van Nerine met PlAMV zou een decimering van de teelt betekenen. Er is een besmettingsproef uitgevoerd in de periode van augustus 2013 t/m januari 2014 met Nerine bowdeni ‘Favourite’ en ‘Van Roon’ om vast te stellen of Nerine vatbaar is voor een besmetting met PlAMV. Het virus is via verschillende methoden overgebracht op Nerine, maar vervolgens is bij geen enkele plant of bol besmetting aangetoond, terwijl dit wel het geval was bij controle leliebollen/planten. Op basis van dit onderzoek kan de conclusie worden getrokken dat Nerine niet vatbaar is voor PlAMV

    Beperken van virusverspreiding en invloeden op symptoomvorming door virussen in Zantedeschia

    Get PDF
    De teelt van Zantedeschia is de laatste jaren sterk in opkomst. Minpunt van dit gewas is dat er vrij veel verschillende virussen in voor kunnen komen. Om virusverspreiding tegen te gaan zijn eind jaren ’90 goede resultaten verkregen middels bespuitingprotocollen. Toch blijkt de laatste jaren meer virusverspreiding plaats te vinden. In 2005 is bij Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit, een project gestart waarbij in verschillende onderdelen is gekeken naar de mate van virusverspreiding en eventuele praktische oplossingen om virusverspreiding te voorkomen. Het onderzoek is eind 2007 afgerond en in dit verslag staan de resultaten beschreven. Doel van dit onderzoek is het oplossen van onduidelijkheden met betrekking tot virusverspreiding en de ontwikkeling van virussymptomen bij Zantedeschia. De centrale vraag daarbij is of er meer virus zichtbaar is door een toename van infecties of omdat de symptomen op de verschillende momenten nog niet goed bekend zijn

    Vaste planten waardplant voor PlAMV? : consultancy onderzoek

    Get PDF
    In dit onderzoek wordt van tien belangrijke vaste planten bepaald of zij waardplant voor PlAMV zijn. Dit Plantago Asiatica Mosaic Virus veroorzaakt schade in lelies. Er wordt aangesloten bij het project "Virusarme vaste plantenteelt"

    Beperken van verspreiding van Tulpenmozaïkvirus (TBV) in tulpen

    Get PDF
    In tulpen veroorzaakt het tulpenmozaïekvirus (Engels: Tulip Breaking Virus, TBV) van alle virussen de meeste schade. Er is directe schade zoals opbrengstverlies en kwaliteitsverlies veroorzaakt door virussymptomen. Daarnaast is er indirecte schade veroorzaakt door de beheersingsmaatregelen en verplichte keuringsmaatregelen. TBV behoort tot de familie van de potyvirussen, virussen die vooral door bladluizen of andere insecten worden overgebracht. Vooral in de gele (en witte) tulpencultivars is het virus steeds moeilijker onder controle te krijgen. Percentages TBV van 6% en hoger, waarbij virusbeheersing vrijwel onmogelijk is geworden, zijn geen uitzondering meer. Dit heeft onder anderen te maken met de schaalvergroting van bedrijven, waardoor er minder tijd en expertise beschikbaar is voor het ziekzoeken, de slechte of in de tijd zeer beperkte zichtbaarheid van symptomen (typerend voor gele en witte cultivars) en mogelijk de grotere vatbaarheid van deze cultivars voor TBV. Het verwijderen van virus(bron)planten gedurende de teelt door middel van ziekzoeken levert wel het hoogste rendement op in de virusbestrijding: het viruspercentage kan daardoor worden verlaagd en er is minder kans op virusverspreiding! Dit twee jarig onderzoek richt zicht op het beperken van TBV-verspreiding gedurende de teelt van de vooral gele tulpencultivars. Om dit te bereiken zijn de experimenten gericht op het bepalen van de mate van virusverspreiding onder invloed van diverse teelthandelingen en –omstandigheden

    Beperken van verspreiding van Tulpenvirus X in tulpen : een zoektocht naar de verschillende manieren van TVX verspreiding

    Get PDF
    De export van tulpen naar bijvoorbeeld Japan staat de laatste jaren onder druk door een toenemend percentage Tulpenvirus X (TVX). In 2004 is bij monsterkeuring door de BKD in 98 monsters TVX aangetroffen. Het afgekeurde areaal wegens meer dan 1.0% TVX is gestegen van 3 ha in 2000 via 23 ha in 2004 naar 45 ha in 2007. Uit eerder onderzoek bij PPO-BBF kwam de tulpengalmijt als vector van TVX naar voren. De tulpengalmijt veroorzaakt niet alleen schade aan de bol, maar zorgt tijdens de bewaring van bollen ook voor de verspreiding van TVX. Door de toename van TVX in de praktijk, zelfs op bedrijven waar geen tulpengalmijt is waargenomen, wordt er steeds meer getwijfeld of TVX alleen wordt verspreid door de tulpengalmijt tijdens de bewaring. Het TVX behoort tot de potexvirussen, virussen waarvan bekend is dat ze via mechanische wijze via verwonding van de plant worden verspreid. In de praktijk bestaat daarnaast het vermoeden dat hoge aantallen stro- en bollenmijten verantwoordelijk zijn voor virusoverdracht. Deze mijtensoorten veroorzaken mechanische beschadigingen, terwijl galmijten met hun monddelen dieper het weefsel ingaan (prikken). Dit maakt het op het eerste zicht onwaarschijnlijker dat stro- en bollenmijten ook verantwoordelijk kunnen zijn voor virusoverdracht naast galmijten. Deze verspreidingswijze is wel weer aannemelijker wanneer TVX ook langs mechanische weg wordt verspreid. Tijdens de teelt van tulp vindt er daarnaast uitgebreide mechanische schade en verwonding plaats tijdens het koppen en klepelen van het gewas. Deze gewasbehandelingen kunnen daarmee tevens een potentiële bron voor virusverspreiding zijn. In dit onderzoeksproject is een aantal onderwerpen bestudeerd om de verschillende manieren van TVX-verspreiding te leren kennen

    Meer bekend over het optreden van Lissers bij hyacint

    Get PDF
    Lissers is al een oud probleem dat vroeger zo nu en dan optrad, maar de laatste jaren een blijvend probleem is op sommige percelen. Voldoende kennis over de infectiebron, moment van overdracht en bestrijding ontbreekt nog. Na één jaar onderzoek is meer bekend geworden hoe het zit met de verspreiding en (on)mogelijkheden voor bestrijding. Helemaal voorkomen lijkt niet mogelijk, maar gestreefd kan worden om de bestrijding te velde zo optimaal mogelijk uit te voeren. Cicadenbestrijding lijkt voor mei niet nodig

    Non-persistente virusoverdracht door bladluizen in bloembollen

    Get PDF
    Dit driejarig onderzoeksproject naar non-persistente virusoverdracht door bladluizen in bloembollen heeft direct toepasbare kennis en gewasbeschermingsadviezen opgeleverd, maar ook heldere adviezen voor zowel de chemische als biologische bestrijding van virusoverdracht door bladluizen. Deze adviezen vormen de basis voor verder onderzoek om uiteindelijk de non-persistente virusverspreiding door bladluizen nog effectiever te kunnen bestrijden
    • …
    corecore