Teenagers and biodiversity - worlds apart? : an essay on young people's views on nature and the role it will play in their future

The children of today have plenty of toys to play with in comparison with some decades ago. Instead of playing outside, they watch television. Recent research in the UK has revealed that primary schoolchildren know more about the different ‘species’ of Pokémon than about plants and animals. Nature is something they see on television, preferably in programs featuring dangerous and spectacular animals. The aim of this study was to find out what young people think biodiversity or nature will mean to their lives in about twenty years time. One of the goals of nature policy is to bring nature closer to people. This study looked at teenagers as a possible target group of government policy. It has thrown up some pointers for meeting young people’s needs and raising their appreciation and understanding of nature and biodiversity. It uncovered a wider gap between young people and nature than the researchers had expected, but also sparked of a desire to know more, and not only among the schoolchildren. This study attracted attention from the media and the subject was discussed on meetings about nature and environmental education. Although the research was conducted in the Netherlands, the picture obtained may also apply to at least the more urbanised regions of Europe where the cultural, economic and social climates are broadly simila

Benchmarking als stimulans voor de verdere ontwikkeling van het recreatieve fietsaanbod in regio's; pilot-studie naar de ontwikkeling van een instrumentarium

Een instrumentarium is ontwikkeld voor een vergelijkend en rangschikkend onderzoek (benchmarking) van de kwaliteit van regio's met betrekking tot het recreatieve fietsen. Het instrumentarium bestaat uit twee hoofdindicatoren: landschap en voorzieningen én beleid, product en promotie, ieder met hun eigen subindicatoren. Zes regio's en vier GIOS-steden zijn onderworpen aan de pilot. De Achterhoek en de GIOS-stad Emmen komen als aantrekkelijkste gebieden naar voren. Met name de hoofdindicator beleid, product en promotie biedt perspectieven voor landelijke toepassing, vanwege de invloed die regio's via verbeteringen hebben op hun positie in het klassement. De huidige opzet van deze hoofdindicator kent een aantal zwakheden in met name de dataverzameling, die weggenomen moeten worden. Voor de hoofdindicator landschap en voorzieningen geldt dat het aantal subindicatoren uitgebreid moet worden met indicatoren die beter beïnvloedbaar zijn. Indicatoren die betrekking hebben op het voorzieningenniveau (zowel in kwantiteit als in kwaliteit/ onderhoud) lenen zich hiervoor

Verkenning kosteneffectiviteit natuur voor mensen

Het Natuurplanbureau ontwikkelt kennis om een antwoord te kunnen geven op de vraag in hoeverre verschillende fysieke maatregelen uit het natuurbeleid bijdragen aan de beoogde doelen van dit beleid in relatie tot de inzet van financiële rijksmiddelen. Dit rapport richt zich op de doelen `natuur voor mensen' uit de beleidsnota Natuur voor mensen, mensen voor natuur. Er is beschreven welke bestaande onderzoeken, methoden en modellen gebruikt kunnen worden om de in totaal 25 ¿mensendoelen¿ te operationaliseren. In totaal zijn 32 onderzoeken beschreven die met de nodige creativiteit gebruikt kunnen worden om 20 doelen te operationaliseren. Tevens blijken er 13 subsidieregelingen te zijn om de doelen te bereiken. Voor drie doelen zijn geen subsidieregelingen gevonden

Het meten van beleving; inventarisatie van bestaande indicatoren en meetmethoden

Het rapport geeft een evaluatie van zes concrete en min of meer gestandaardiseerde meetmethoden van belevingsonderzoek zoals die in Nederland in meer of mindere mate worden toegepast. Het inventariseren van bruikbare indicatoren is uitgevoerd met behulp van een literatuurstudie en interviews met de ontwikkelaars van de genoemde meetmethoden. Op basis van deze criteria zijn drie methoden geselecteerd die momenteel de meeste houvast bieden voor het meten van de beleving van (veranderingen in) het landschap. De keuze tussen deze methoden is afhankelijk van de context van het onderzoek. De factoren die van belang zijn binnen deze context worden in het rapport nader uitgewerkt

De beleving van het Nederlandse landschap door haar bewoners : de geschiktheid van het SPEL-instrumentarium voor monitoringsdoeleinden

Ten behoeve van het Monitoringsysteem Kwaliteit Groene Ruimte (MKGR) is gekeken in hoeverre met een directe meting invulling gegeven kan worden aan de graadmeter waardering door de bevolking. Er is gebruik gemaakt van een gestandaardiseerde vragenlijst voor belevingskwaliteiten, SPEL genaamd. De kleinste ruimtelijke eenheden waarover afzonderlijk uitspraken mogelijk moeten zijn, worden gevormd door regionale uitsplitsingen van de landschapstypen uit de Nota Landschap. Binnen de zo ontstane vijftien geregionaliseerde landschapstypen is nog weer een uitsplitsing gemaakt naar stedelijkheid: niet-stedelijk versus (op zijn minst enigszins) stedelijk. Per stratum zijn circa honderd bewoners schriftelijk ondervraagd over het hen omringende landschap

Conscious and unconscious processing of emotional words

Contains fulltext : 72928.pdf (publisher's version ) (Closed access)1 p

Waterbeelden; studie naar de beelden van water onder de Nederlandse bevolking

Via een gestructureerde vragenlijst is onderzocht welke beelden van waternatuur voorkomen onder de Nederlandse bevolking. Dit zijn het spontaan wilde, gecontroleerd wilde, harmonische, gemoedelijke en multifunctionele waterbeeld. Ze wijken van elkaar af in de mate waarin burgers vinden dat de mens moet ingrijpen in de natuur en de mate waarin men natuur met menselijke invloeden als echte en mooie natuur beschouwt. Vergelijking van de burgerwaterbeelden met de resultaten uit eerder onderzoek naar waterbeelden onder medewerkers van Rijkswaterstaat maakt duidelijk dat burgers en medewerkers van Rijkswaterstaat in grote lijnen dezelfde denkbeelden over waternatuur delen, maar dat op een meer gedetailleerd niveau ook opvallende verschillen aanwezig zijn.Om na te gaan of gegevensverzameling via internet een alternatief is voor de traditionele schriftelijke vragenlijsten is een experiment opgezet. Zowel qua hoogte van de respons als qua representativiteit van de respons lijkt internet geen goed alternatief te zijn

Aging and verbal working memory capacity

Objectives. The development of verbal working memory capacity over time was investigated. xxx Methods. Four different age groups were tested with the new standard computerized version of the reading span test (Van den Noort et al., 2006, 2008). xxx Results. Compared to the young adults, the old adults showed a significant decrease in verbal working memory capacity, a significant slowing down in mental processing, made significantly more intrusion errors, and had no recency-effect. xxx Conclusion. Interestingly, the results show that there are larger age-related effects in short term verbal memory span than was expected on the basis of aging theories so far

Verkenning kosteneffectiviteit natuur voor mensen

Het Natuurplanbureau ontwikkelt kennis om een antwoord te kunnen geven op de vraag in hoeverre verschillende fysieke maatregelen uit het natuurbeleid bijdragen aan de beoogde doelen van dit beleid in relatie tot de inzet van financiële rijksmiddelen. Dit rapport richt zich op de doelen `natuur voor mensen' uit de beleidsnota Natuur voor mensen, mensen voor natuur. Er is beschreven welke bestaande onderzoeken, methoden en modellen gebruikt kunnen worden om de in totaal 25 ¿mensendoelen¿ te operationaliseren. In totaal zijn 32 onderzoeken beschreven die met de nodige creativiteit gebruikt kunnen worden om 20 doelen te operationaliseren. Tevens blijken er 13 subsidieregelingen te zijn om de doelen te bereiken. Voor drie doelen zijn geen subsidieregelingen gevonden