In het laatste der dagen. Eindtijdverwachting in Nederland op de drempel van de moderne tijd (1790-1880)

Het uitbreken van de Franse Revolutie ging in West-Europa en Noord-Amerika gepaard met een krachtige herleving van de bijbelse eindtijdverwachting (eschatologie). Sommigen zagen de heilsorde die volgens de profetieën in het verschiet lag vol optimisme tegemoet, anderen raakten in de greep van cultuurpessimisme en ondergangsdenken. Dit proefschrift richt zich op de eschatologische revival in Nederland, waarover vooralsnog weinig bekend was. Deze ideeën vonden breed weerklank, niet alleen bij eenvoudige gelovigen als de eindtijdpublicist Hendrik Hentzepeter (portier in het Mauritshuis) en de Zwijndrechtse Nieuwlichters, maar ook bij de hoger opgeleiden van de orthodox-protestantse Réveil-beweging, die zich lieten inspireren door Willem Bilderdijk en Isäac da Costa. In hun toekomstvisioenen domineerde de vrees voor een Antichrist die zich als politieke onderdrukker zou manifesteren, en was weinig plaats voor vooruitgangsoptimisme. Rond 1850 werd door de Christelijke Vrienden, voortgekomen uit het Réveil, een geloofsoffensief gelanceerd, waarbij door middel van evangelisatieverenigingen werd geprobeerd de voortgaande secularisering van de samenleving terug te draaien. Daarbij werden het opkomende socialisme en de moderne bijbelkritiek als antichristelijk afgeschilderd, een boodschap die bij de arbeiders- en middenklasse in vruchtbare aarde viel. Dat heeft een vertragend effect gehad op het moderniseringsproces dat zich gedurende de negentiende eeuw in Nederland voltrok.Collective identities and transnational networks in medieval and early modern Europe, 1000-180

Politiële gegevensverwerking en Privacy. Naar een effectieve waarborging

Recente technologische ontwikkelingen en een toenemende belangstelling voor veiligheidsdenken hebben tot verschuivingen geleid in het privacyrecht. Een stringent privacyrecht staat mogelijk een effectief optreden van de politie en het openbaar ministerie tegen onder meer terroristen, fraudeurs en veelplegers in de weg. Daarom worden ruimere bevoegdheden tot het gebruik van persoonsgegevens door politie en justitie noodzakelijk geacht. Om die reden is de Wet politieregisters (Wpolr) per 1 januari 2008 vervangen door de Wet politiegegevens (Wpolg). Diepgaand onderzoek naar de Wpolr leidde tot diverse knelpunten. De vraag is of de Wpolg in staat is de verwerking van politiegegevens effectie ver te waarborgen dan zijn voorganger. De auteur geeft op overzichtelijke wijze inzicht in de veranderingen in het wettelijk regime met de komst van de Wpolg. Het gaat dan om de bevoegdheden tot gegevensverwerking, het kennisnemingsrecht en controle en toezicht op politiële gegevensverwerking. Verder wordt ook de fundamentele vraag onderzocht welke belangen in het gedrang komen bij de verwerking van politiegegevens. Ons onderzoek geeft duidelijk aan dat door de Wpolg meer grondrechten beschermd zouden moeten worden dan het recht op privacy alleen. Met de komst van de Wpolg is de discussie over de reikwijdte en betekenis van de bevoegd - heden tot politiële gegevensverwerking dan ook geenszins ten einde, aldus de auteur.LEI Universiteit LeidenNWO, projectnummer 634.000.017, SIKS 2010-09, E.M. Meijers Instituut voor Rechtswetenschappelijk onderzoekEffective Protection of Fundamental Rights in a pluralist worl

Zou Qilai!: Musical Subjectivity, Mobility, and Sonic Infrastructures in Postsocialist China

This dissertation is an ethnography centered around two bands based in Guangzhou and their relationships with one of China’s largest record companies. Bridging ethnomusicology, popular music studies, cultural geography, media studies, vocal anthropology, and the anthropology of infrastructure, it examines emergent forms of musical creativity and modes of circulation as they relate to shifts in concepts of self, space, publics, and state instigated by China’s political and economic reforms. Chapter One discusses a long history of state-sponsored cartographic musical anthologies, as well as Confucian and Maoist ways of understanding the relationships between place, person, and music. These discussions provide a context for understanding contemporary musical cosmopolitanisms that both build upon and disrupt these histories; they also provoke a rethinking of ethnomusicological and related linguistic theorizations about music, place, and subjectivity. Through biographies of seven musicians working in present-day Guangzhou, Chapter Two outlines a concept of “musical subjectivity” that looks to the intersection of personal histories, national histories, and creativity as a means of exploring the role of individual agency and expressive culture in broader cultural shifts. Chapter Three focuses on the intertwining of actual corporeal mobilities and vicarious musical mobilities, and explores relationships between circulations of global popular musics, emergent forms of musical creativity, and an evolving geography of contemporary China. Chapter Four extends these concerns to a discussion of media systems in China, and outlines an approach to “sonic infrastructures” that puts sound studies in dialogue with the anthropology of infrastructure in order to understand how evolving modes of musical circulation and the listening practices associated with them are connected to broader economic, political, and cultural spatialities. Finally, Chapter Five examines the intersecting aesthetic and political implications of popular music sung in local languages (fangyan) by focusing on contemporary forms of articulation between music, language, listening, and place. Taken together, these chapters explore musical cosmopolitanisms as knowledge-making processes that are reconfiguring notions of self, state, publics, and space in contemporary China

Significance of phosphorus inclusions and discrete micron-sized grains of apatite in postglacial forest soils

Recent advances in soil phosphorus (P) studies have revealed unique P hot spots and discrete micron-sized grains at soil microsites, but the significance of these so-called 'hot spots' and grains in P cycling and long-term supply is yet to be determined. We examined soil particles and pore space distribution at a micro-scale in two postglacial forest soils by laser ablation ICP-MS imaging. This allowed us to semi-quantitatively reveal both axial and lateral abundance, distribution, and co-localization of P with elements known to influence its chemical speciation (e.g., Si, Al, Mn, Ca, and Fe). The results show topsoil P to be co-localised predominantly with Si, Al, and Fe. However, in the subsoils, P was co-localised mainly with Ca, Si, Al, and Mg in spots within Si and Al-bearing minerals and with only Ca in discrete micron-sized grains. While the spots of P-Ca inclusions were similar to 1000 mu m apart and present at 40-100 cm depth in Tarnsjo, the discrete grains of P-Ca were similar to 700-1200 mu m apart and present at 90-100 cm depth in Tonnersjoheden. The P concentrations in these 'hot spots' and grains were 7 to 600 times greater than the average soil P concentrations, with the highest values (3434-8716 mmol P kg(-1)) occurring in the C horizons of the two soils. When combined with previous P speciation results obtained by synchrotron P K-edge XANES in the same soils, our work confirms geogenic apatite to have been dissolved in the topsoil and its P transformed to P adsorbed by Al-Si and Fe phases, and to organic P. Most importantly, our work shows subsoil spots of P-Ca inclusions and micron-sized grains to be a long-term source of P and Ca. Highlights The significance of high-P spots and discrete grains to long-term P supply is largely unknown. For the first time, P concentration and speciation was resolved by LA-ICP-MS multi-elemental analysis. The P spots exist as dispersed apatite inclusions and micron-sized grains in the subsoil. P in these spots and grains were up to 600 times greater than the bulk soil P concentrations

Understanding the Law: a method for legal knowledge dissemination

FdR – Publicaties niet-programma gebonde

Understanding the law: improving legal knowledge dissemination by translating the contents of formal sources of law

Effective Protection of Fundamental Rights in a pluralist worl

Identifying Logical Homogeneous Clusters for Efficient Wide-area Communications

Recently, many works focus on the implementation of collective communication operations adapted to wide area computational systems, like computational Grids or global-computing. Due to the inherently heterogeneity of such environments, most works separate "clusters" in different hierarchy levels. to better model the communication. However, in our opinion, such works do not give enough attention to the delimitation of such clusters, as they normally use the locality or the IP subnet from the machines to delimit a cluster without verifying the "homogeneity" of such clusters. In this paper, we describe a strategy to gather network information from different local-area networks and to construct "logical homogeneous clusters", better suited to the performance modelling.Comment: http://www.springerlink.com/index/TTJJL61R1EXDLCM