Vermist in de Wijtschateboog. Toevalsvondst langs de Wijtschatestraat in Wijtschate.

Werkzaamheden in de tuin van een particulier te Wijtschate leidden op 19/05/2020 tot de vondst van de stoffelijke resten van 2 Duitse soldaten. Ze waren secundair begraven, mogelijk in een schuttersput die voor de gelegenheid werd hergebruikt. De stoffelijke resten werden waarschijnlijk door Duitse militairen kort na of tijdens de gevechten van het najaar van 1914 van het slagveld gehaald en herbegraven. Dergelijke praktijken zijn historisch weinig gedocumenteerd. Het is niet geweten of en op welke schaal ze vroeg in de oorlog plaatsvonden. De waarde van deze vondst ligt dan ook niet zozeer in de artefacten of de menselijke resten die werden aangetroffen. Eerder gaat te om de manier waarop de archeologische registratie en studie een beeld reconstrueert van de manier waarop tijdens de chaotische eerste oorlogsmaanden met stoffelijke resten op het slagveld werd omgegaan

In de schaduw van de toren. Resultaten van het archeologisch onderzoek van het Sint-Romboutskerkhof in Mechelen (basisrapportage)

Dit rapport werd ingediend bij het agentschap samen met een aantal afzonderlijke digitale bijlagen. Een aantal van deze bijlagen zijn niet inbegrepen in dit pdf document en zijn niet online beschikbaar. Sommige bijlagen (grondplannen, fotos, spoorbeschrijvingen, enz.) kunnen van belang zijn voor een betere lezing en interpretatie van dit rapport. Indien u deze bijlagen wenst te raadplegen kan u daarvoor contact opnemen met: [email protected]

Toevalsvondst langs de Haezeweidestraat in Langemark-Poelkapelle (W.-Vl.). Eindverslag van een toevalsvondst

Tijdens het plaatsen van een regenwaterput langs de Haezeweidestraat te Langemark-Poelkapelle, werd de schedel van een gesneuvelde militair geraakt. De vermiste militair behoorde tot het 1st/5th Yorkshire Battalion. Deze eenheid was op 25 april 1915 betrokken bij gevechten bij Fortuin net ten zuiden van Sint-Juliaan

Vermist in de Ypres Salient. Twee toevalsvondsten in een tuin langs de Wervikstraat in Zillebeke (Ieper, W.-Vl.). Eindverslag van twee toevalsvondsten

Tijdens werken voor de aanleg van een nieuwe garage, terras en tuinpad in de tuin van een privéwoning in Zillebeke zijn op twee plaatsen stoffelijke resten aan het licht gekomen. De toevalsvondst leverde de verspreide resten op van minstens vier gesneuvelden voor vondstlocatie A en mogelijk twee gesneuvelden voor vondstlocatie B. De menselijke resten bevonden zich hierbij niet in een duidelijk afgelijnd spoor, maar wel in een naoorlogs vergraven en genivelleerd pakket. Op basis van het aangetroffen vondstmateriaal kan voorzichtig geponeerd worden dat deze gesneuvelden in totaal minstens vijf, maar vermoedelijk zes wellicht tot het Franse leger behoorden. Indien het effectief om Franse gesneuvelden gaat, dan zijn deze vermoedelijk afkomstig uit het begin van de oorlog toen het Franse leger de sector rondom de vondstlocatie bezette. Vanaf februari 1915 werd de sector rondom de vindplaats namelijk tot het einde van de oorlog overgenomen door het Britse leger

Drie toevalsvondsten langs de Wallemolenstraat te Passendale. Eindverslag van drie toevalsvondsten

Tijdens rioleringswerken in een tuin langs de Wallemolenstraat te Passendale (Zonnebeke) werden op 30 november 2022 menselijke resten en vondsten uit de Eerste Wereldoorlog aangetroffen. Enkele maanden later, op 1 februari 2023, werden opnieuw menselijke resten en vondsten aangetroffen in diezelfde tuin. Omdat vlak tegen de eerste twee vindplaatsen ook nog een zwembad zou aangelegd worden, werd preventief nog een bijkomend onderzoek uitgevoerd binnen de contouren van de geplande uitgraving. De menselijke resten bevonden zich in een loopgraaf en in een granaattrechter. Twee gesneuvelden waren achtergebleven in een granaattrechter. Hun houdingen en het feit dat de volledig uitrusting nog aanwezig was, wees uit dat ze ter plekke waren omgekomen. De derde gesneuvelde werd aangetroffen in de loopgraaf maar was beperkt bewaard gebleven niet meer dan de voeten in schoenen. Het vierde individu was niet meer dan een radius die in een granaattrechter was terecht gekomen. Op basis van het aangetroffen vondstmateriaal kon geconcludeerd worden dat de gesneuvelden in de granaattrechter behoorden tot het Britse leger. Aan de hand van insignes, gecombineerd met andere uitrustingsstukken en de locatie, wees alles in de richting van Schotten uit het 7de bataljon Seaforth Highlanders, omgekomen op 12 oktober 1917, tijdens de Derde Slag om Ieper. Voor de overige twee kon geen eenheid of sterfdatum bepaald worden. Op het moment van dit schrijven wordt het dossier nog onderzocht door het Britse Ministerie van Defensie