10 research outputs found

    Rotterdamse planningsnorm openbare zwembaden

    Get PDF
    In het Beleidskader Zwemmen van juni 2015 beschrijft de stad het beleid ten aanzien van het zwemmen in de stad voor de periode 2015-2025. Als onderdeel van dat beleidskader is benoemd dat een toekomstbestendige planningsnorm voor de Rotterdamse openbare zwembaden wordt ontwikkeld die rekening houdt met de Rotterdamse situatie, met het zwembeleid en met landelijke trends en ontwikkelingen. De gemeente heeft het Mulier Instituut en de Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB) gevraagd om deze planningsnorm te ontwikkelen. Bij de vraag naar en het aanbod van zwemwater gaat het zowel om het volume, de kwaliteit, als de samenstelling (type bad, uren). Daarbij is onderscheid gemaakt naar de volgende activiteiten: zwemonderwijs, zwemsport, doelgroepzwemmen, banenzwemmen en recreatiezwemmen. Alle calculaties zijn voor zes gebieden in de stad apart gemaakt. Er is voor het project enkel gekeken naar de overdekte zwembaden. Als tijdshorizon voor het project is 2030 gehanteerd. Voor het onderzoek is gebruikgemaakt van nationale (CBS) gegevens en van specifiek Rotterdamse gegevens (o.a. onderzoeken GGD en OBI, bezoekgegevens en roosters zwembaden). Verder zijn interviews afgenomen met bedrijfsleiders van zwembaden, zwemverenigingen en zwemlesaanbieders. De opdrachtgever heeft voor het onderzoek een begeleidingscommissie geformeerd, waarmee gedurende de ontwikkeling van de planningsnorm drie keer is gesproken. Samenvattend stellen de onderzoekers dat de capaciteit om zwemles te geven het grootste knelpunt vormt in de benodigde hoeveelheid zwemwater. Met name in Centrum doen zich behoorlijke tekorten voor

    Rotterdamse planningsnorm openbare zwembaden

    No full text
    In het Beleidskader Zwemmen van juni 2015 beschrijft de stad het beleid ten aanzien van het zwemmen in de stad voor de periode 2015-2025. Als onderdeel van dat beleidskader is benoemd dat een toekomstbestendige planningsnorm voor de Rotterdamse openbare zwembaden wordt ontwikkeld die rekening houdt met de Rotterdamse situatie, met het zwembeleid en met landelijke trends en ontwikkelingen. De gemeente heeft het Mulier Instituut en de Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB) gevraagd om deze planningsnorm te ontwikkelen. Bij de vraag naar en het aanbod van zwemwater gaat het zowel om het volume, de kwaliteit, als de samenstelling (type bad, uren). Daarbij is onderscheid gemaakt naar de volgende activiteiten: zwemonderwijs, zwemsport, doelgroepzwemmen, banenzwemmen en recreatiezwemmen. Alle calculaties zijn voor zes gebieden in de stad apart gemaakt. Er is voor het project enkel gekeken naar de overdekte zwembaden. Als tijdshorizon voor het project is 2030 gehanteerd. Voor het onderzoek is gebruikgemaakt van nationale (CBS) gegevens en van specifiek Rotterdamse gegevens (o.a. onderzoeken GGD en OBI, bezoekgegevens en roosters zwembaden). Verder zijn interviews afgenomen met bedrijfsleiders van zwembaden, zwemverenigingen en zwemlesaanbieders. De opdrachtgever heeft voor het onderzoek een begeleidingscommissie geformeerd, waarmee gedurende de ontwikkeling van de planningsnorm drie keer is gesproken. Samenvattend stellen de onderzoekers dat de capaciteit om zwemles te geven het grootste knelpunt vormt in de benodigde hoeveelheid zwemwater. Met name in Centrum doen zich behoorlijke tekorten voor

    Generation of superoxide anion and hydrogen peroxide at the surface of plant cells

    No full text
    corecore