Delineating the corporate elite: Inquiring the boundaries and composition of interlocking directorate networks

Corporate elite studies have for long investigated networks of interlocking directorates to test and corroborate key theoretical expectations regarding the cohesive organization of such an elite and their ability and willingness to act on behalf of general business interests. These studies typically collect data on a list of 50, 100, 200 or 500 corporations ranked by economic size, sometimes stratified in sectors. The sampling approach often follows previous studies in order to increase comparability. These relatively arbitrary sampling practices are problematic because they impact the empirical results and our therefore the conclusions drawn from it. Using a sample of 3251 Canada‐based corporations, we establish that indeed different sampling criteria – that is sample size, proportion of financial firms, inclusion of state‐owned enterprises and so on – significantly impacts network properties of corporate elite networks. We establish rather disturbing differences, especially for smaller sample sizes (<100). Subsequently, we develop alternative demarcation criteria of the corporate elite based on a k‐core decomposition. We conclude by emphasizing that the sampling decisions in interlocking directorate studies should much more be carefully be thought through in future research on the topic, both in corporate elite studies and beyond

Julia Data Science

This book describes the basics of the Julia programming language DataFrames.jl for data manipulation and Makie.jl for data visualization

Vermogensrechtelijke afwikkeling in verband met de woning na informeel samenleven: wat werkt en wat niet?: Een analyse van recente rechtspraak en lessen voor de rechtspraktijk

In de rechtspraak bestaat onduidelijkheid over de afwikkeling van vermogensverschuivingen tussen informeel samenlevenden, gerelateerd aan een woning. In deze bijdrage worden de resultaten besproken van een systematische jurisprudentie-analyse voor de periode 2018-2020, die ziet op drie typen van dergelijke vermogensverschuivingen: de inbreng van een geldsom bij de aankoop van een woning, betaling van kosten voor verbouwing van een woning en aflossing van een schuld die is aangegaan in verband met de woning. Daarbij wordt aandacht besteed aan de vraag hoe de uitspraak van de Hoge Raad van 10 mei 2019, waarin meer duidelijkheid over dit vraagstuk is gegeven, wordt toegepast door rechtbanken en hoven