Methodiek Schoolverlatersinformatiesysteem 1998

Dit werkdocument gaat in op de methodiek die in het uitvoeringsjaar 1998 is gehanteerd binnen het schoolverlatersonderzoek zoals dat door het ROA wordt uitgevoerd. Dit betreft de enquêtes Registratie van Uitstroom en Bestemming van Schoolverlaters (RUBS), HBO-Monitor en WO-Monitor. Sinds 1996 is het ROA-schoolverlatersonderzoek in vergaande mate geïntegreerd. Hierdoor is een vergelijkbaar systeem ontstaan, het Schoolverlatersinformatiesysteem (SIS) genoemd, met gegevens over schoolverlaters uit vrijwel het gehele secundair en tertiair onderwijs. In het kader van het onderzoek binnen dit informatiesysteem zijn onder andere het rapport Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1998 en een bijbehorende bijlage Statistische Bijlage gepubliceerd. Daarnaast is er een specifieke rapportage verschenen over de arbeidsmarktpositie van de afgestudeerden van het HBO. De lerarenopleidingen zullen in een aparte rapportage worden behandeld. Voor de afgestudeerden van het kunstvakonderwijs verschijnt in de loop van 2000 ook een specifiek rapport. Tevens zullen de belangrijkste resultaten van de WO-Monitor in een landelijke rapportage worden gepresenteerd. Naast de hierboven genoemde schoolverlatersonderzoeken zijn in 1998 enkele, in 1997 gestarte, ''pilot''-onderzoeken voortgezet. Dit betreft enquêtes onder schoolverlaters van de Beroepsbegeleidende leerweg (BBL) en ex-cursisten van het Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO). Er is eveneens een éénmalige enquête verricht onder ex-cursisten van de basiseducatie (BE). Hierover zal in aparte rapportages zowel methodologisch als inhoudelijk verslag worden gedaan.labour market entry and occupational careers;

Gebruikersonderzoek ROA-rapport 'De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2000'

Dit werkdocument is een verslag van het enquête-onderzoek dat door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt is uitgevoerd onder de afnemers van het tweejaarlijkse ROA-rapport De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2000 en de hierbij behorende, jaarlijks uitgegeven Statistische Bijlage.education, training and the labour market;

Pilotstudie voortijdig schoolverlaters 1995/1996

Dit werkdocument doet verslag van het onderzoek onder voortijdig schoolverlaters van het Algemeen Voortgezet Onderwijs (AVO), het Voortgezet Beroepsonderwijs (VBO) en de Beroepsopleidende Leerweg (BOL niveaus 1 tot en met 4) uit het schooljaar 1995/1996. Doel van het onderzoek was om door middel van een pilot-studie de positie van deze groep schoolverlaters in het vervolgonderwijs en op de arbeidsmarkt in kaart te brengen en daar waar mogelijk een vergelijking te maken met de reguliere gediplomeerde schoolverlaters. Daarnaast is getracht om tot een duidelijke en hanteerbare definitie te komen van het begrip ''voortijdig schoolverlater . Het onderzoek is intern begeleid door dr. J. Allen en het verslag is geschreven door drs. T. Huijgen. Een eerste aanzet voor het werkdocument is gemaakt door drs. R. Welters. De enquêtering van de respondenten heeft telefonisch plaatsgevonden en is uitgevoerd door DESAN Marktonderzoek BV.labour market entry;

Valorisation of lignin – Achievements of the LignoValue project

Lignocellulosic biorefinery for production of biofuels, materials and chemicals requires valorization of all fractions including lignin. As a consequence of its poly-aromatic structure, lignin potentially serves as a source for aromatic chemicals. The developed biorefinery concept of the LignoValue project comprises two major steps: (1) Organosolv fractionation of wheat straw and willow into (hemi)cellulose and high purity lignin. (2) Further conversion of the isolated lignin via catalytic pyrolysis, supercritical depolymerization and partial hydrodeoxygenation (HDO) into different components like low molecular phenolic compounds, wood adhesives and fuel additives. The cellulose fraction resulting after organosolv fractionation is effectively hydrolysed by enzymes for biofuel production. Quality assessment of the liberated lignins shows interesting characteristics for follow-up chemistry such as high purity, relatively low molar mass and polydispersity. Catalytic pyrolysis in a fluidised bed at 400-500°C was found to convert organosolv lignin in 35-55% phenolic oil, 10% identified monomeric phenolic compounds, 10-20% water, 5-20% gas and 35-55% char. Supercritical depolymerisation of lignin in carbon dioxide based solvents resulted in a similar spectrum of products, however, at a lower temperature (ca 300°C) but at higher pressures. In both thermochemical processes the use of promotors or catalysts lead to an improved yield of the target monomeric aromatic products. Also the residual char fraction shows interesting properties for use in bio-char applications. Catalytic semi-continuous HDO of lignin in hydrogen atmosphere can be manipulated to yield both light oils or heavy oils as potential additives to fuels. Suitable catalysts were found to convert depolymerised lignin to phenolic oils in high yields. In this process no char formation is observed. The lignin oils were successfully tested on lab scale as partial substitution of phenol in resins for gluing wood panels. The LignoValue concept is critically reviewed in a techno-economic analysis demonstrating the potential for further commercial development and adoptation of this innovative biorefinery process in Europe

Measuring Agility in Tennis, Badminton, and Squash:A Systematic Review

A systematic review in PubMed, Web of Science, SPORTDiscus, PsycINFO, and Google Scholar was conducted to provide a state-of-the-science overview of agility tests in the racquet sports tennis, badminton, and squash while evaluating their measurement properties. Twenty articles were included covering 28 agility tests. Results showed 10 sport-specific agility tests of which 5 were assessed on reliability and 6 on validity. Both the Badcamp and the badminton-specific speed ("agility") test were identified as suitable agility tests available for badminton. For tennis and squash, there were no sport-specific agility tests identified in the literature showing both reliable and valid results. Future research should focus on developing sport-specific agility tests for tennis and squash, including assessment of the reliability and validity of the tests.</p

Relationships between adolescent students’ reading skills, historical content knowledge and historical reasoning ability

The ability to apply various reading skills is an important prerequisite to comprehend expository texts commonly found in history textbooks, but it is unclear which specific skills contribute to students’ historical content knowledge and historical reasoning abilities. This study used a digital learning environment (DLE) to measure and support lower secondary students’ subject-specific reading skills, and explored the relationships with students’ historical content knowledge and historical reasoning ability. Results showed that subject-specific reading skills, such as explaining historical events, correlated significantly with both historical content knowledge and historical reasoning ability, but not all skills were significant predictors. These findings indicate that to promote the advanced practice of historical reasoning, history teachers should pay attention to students’ reading comprehension skills

The value of technical characteristics for future performance in youth tennis players:A prospective study

The aim of this study is to examine whether technical characteristics predict current and future tennis performance of youth tennis players. Twenty-nine male youth tennis players (age 13.40 ± .51) were assessed on anthropometrical characteristics (height, weight, maturity status) and technical characteristics (ball speed, accuracy and percentage errors) using an on-court tennis test when they were under-14 (U14). Game situations were simulated, which were either fixed or variable. The variable game situations required players to consider the direction of the ball, as opposed to the fixed game situations where players needed to play every ball to the same side. Players' tennis ratings were obtained U14 ('current performance') and under-18 (U18) ('future performance'). According to their rating U18 players were classified as future elite (n = 9) or future competitive (n = 20). A multiple linear regression analysis showed that ball speed and accuracy were significant predictors of current and future performance (p < .001), with R2 of .595 and .463, respectively. When controlling for age, a one-way MANCOVA revealed that future elite players were more accurate than future competitive players (p = .048, 95% CI [.000 to .489]), especially in variable compared to fixed game situations (p < .05). In conclusion, the current study is the first to show that technical characteristics are crucial for current as well as future performance in youth male tennis players. Findings of this prospective study provide essential information to coaches about characteristics that require most attention in performance development in youth players

Technisch rapport WO-Monitor 1998

In 1998 is onder auspiciën van de VSNU de WO-Monitor van start gegaan. Aanleiding hiervoor was de behoefte om over landelijke gegevens te beschikken met betrekking tot de arbeidsmarktintrede van afgestudeerden. Weliswaar werd op diverse plaatsen reeds onderzoek verricht naar de overgang van het WO naar de arbeidsmarkt, maar door de uiteenlopende designs en vraagstellingen leverde dit geen onderling vergelijkbare gegevens op. Het Algemeen Bestuur van de VSNU heeft daarom besloten tot invoering van een landelijke WO-Monitor, waarin alle universiteiten participeren.labour market entry and occupational careers;