Immunogenicity does not influence treatment with etanercept in patients with ankylosing spondylitis

Background: Immunogenicity, specifically the onset of antibodies against tumour necrosis factor (TNF) blocking agents, seems to play an important role in non-response to treatment with these drugs. Objectives: To assess the relation of clinical response of ankylosing spondylitis (AS) to etanercept with etanercept levels, and the presence of antibodies to etanercept. Methods: Patients with AS were treated with etanercept 25 mg twice weekly, according to the international Assessment in Ankylosing Spondylitis (ASAS) working group consensus statement. Sera were collected at baseline and after 3 and 6 months of treatment. Clinical response was defined as a 50% improvement or as an absolute improvement of 2 points on a (0-10 scale) Bath Ankylosing Spondylitis Disease Activity Index (BASDAI) score. Functional etanercept levels were measured by a newly developed ELISA, measuring the binding of etanercept to TNF. Antibodies against etanercept were measured with a two-site assay and antigen binding test. Clinical data were used to correlate disease activity with serum etanercept levels. Results: In all, 53 consecutive patients were included. After 3 months of treatment 40 patients (76%) fulfilled the response criteria. Mean etanercept levels were 2.7 mg/litre and 3.0 mg/litre after 3 and 6 months respectively. Characteristics and etanercept levels of responders and non-responders were similar. No antibodies to etanercept were detected with any of the assays. Conclusion: Etanercept levels of responders and non-responders were similar and no antibodies to etanercept were detected with any of the assays. This study indicates that etanercept is much less immunogenic compared with the other TNF-blocking agent

Quasi Stable Black Holes at the Large Hadron Collider

We adress the production of black holes at LHC and their time evolution in space times with compactified space like extra dimensions. It is shown that black holes with life times of hundred fm/c can be produced at LHC. The possibility of quasi-stable remnants is discussed.Comment: 4 pages, 3 figures, typos removed, omitted factors included, accepted for publicatio

Does Reverse Causality Underlie the Temporal Relationship between Depression and Crohn's Disease?

Background: Studies suggest that there is a temporal relationship between depression and Crohn's disease (CD) activity. However, these studies assumed a unidirectional relationship and did not examine the possibility of reverse causality and the risk of a spurious association due to the overlap of symptoms underlying the depression-CD relationship. We evaluated the existence of reverse causality reflected in a possible bidirectional relationship between patient-reported CD activity and an affective-cognitive dimension of depression. Methods: We studied 3307 adult volunteers with a self-reported diagnosis of CD who completed a baseline survey that included demographics, CD activity, and an affective-cognitive index of depression. Crohn's disease status and the affective-cognitive index of depression were also measured 6 and 12 months after the baseline evaluation. We used structural equation models to evaluate whether the effect of depression on future CD activity is stronger than the effect of CD activity on future depression. We calculated the likelihood that each of these hypotheses is supported by the data and calculated the likelihood ratio to provide a relative measure of which hypothesis best accounts for the data. Results: The results of the informative hypothesis testing showed the most support for the hypothesis stating that an affective-cognitive dimension of depression is a stronger predictor of patient-reported CD activity than the converse. Conclusions: The hypothesis that an affective-cognitive dimension of depression predicts patient-reported exacerbation of CD is 218 times more likely to account for the data than the converse

The Need for Laboratory Measurements and Ab Initio Studies to Aid Understanding of Exoplanetary Atmospheres

Laboratory astrophysics and astrochemistr

Stand van zaken rond waterveiligheid in Nederland

Vorig jaar kwamen de resultaten van de derde landelijke toetsing van de veiligheid van de primaire waterkeringen beschikbaar. Ongeveer eenderde van de meer dan 3.700 km dijken en duinen voldoet niet aan de normen. Er bestaat dus een aanzienlijke opgave om de keringen te laten voldoen aan de huidige normen. Deze krijgt vorm in het (nieuwe) hoogwaterbeschermingsprogramma. Daarnaast wordt in het deltaprogramma uitgewerkt hoe de overstromingsrisico’s in de toekomst beperkt kunnen worden. Nieuwe inzichten in dijksterkte en meerlaagsveiligheid krijgen hierin een belangrijke plek.Hydraulic EngineeringCivil Engineering and Geoscience

Nederland veilig, nu en later

De Jonge Deltacommissie is een open en onafhankelijk netwerk dat bestaat uit alle jonge professionals die ideehebben ingezonden om Nederland waterveilig te houden. De Jonge Deltacommissie zal na het uitbrengen van het advies van de Deltacommissie een vervolg krijgen. De Jonge Deltacommissie wil dat Nederland de komende eeuwen goed beschermd is tegen overstromingen en wateroverlast en meent dat, dat ook kan. De Jonge Deltacommissie wil dat er voldoende zoet water in Nederland beschikbaar blijft. De Jonge Deltacommissie wil een bestuurder met lef en visie! Ieder bestuurlijk organisatorisch model kent zijn beperkingen een bestuurder met lef stapt over deze beperkingen heen. De Jonge Deltacommissie meent dat leven met water risicos met zich meebrengt en dat deze in zekere mate beheersbaar en voorspelbaar moeten blijven Helaas lukt dit bij water niet altijd. Wij menen dat de onvoorspelbaarheid van water en de risicos die dit met zich meebrengt geen inrichtingsvoorwaarden voor ons leven in Nederland moet zijn, maar juist een kans moet zijn voor de inrichting van water in Nederland. De Jonge Deltacommissie heeft in korte tijd 64 ideeverzameld. Deze ideezijn tijdens een druk bezocht symposium aangeboden aan de Deltacommissie. Op eigen initiatief hebben jonge professionals ideeuitgewerkt, ingestuurd en gepresenteerd aan elkaar, aan een raad van Oude Wijzen en aan de Deltacommissie. De Jonge Deltacommissie voorziet in een behoefte als een platform maar ook als een denktank. Het thema waterveiligheid leeft bij jonge professionals. Wat opvalt is dat de jonge professionals kijken naar meerdere oplossingsrichtingen. Ze kijken niet alleen naar technische oplossingen, maar juist ook ruimtelijke, economische, educatie en bestuurlijke oplossingsrichtingen. De ingediende ideegeven zo een goed beeld van de breedte van het tegenwoordige debat over water en waterveiligheid. Voor al deze oplossingsrichtingen wordt uitgegaan van een bepaalde mate van bescherming hoewel dat in de ideeniet altijd voorop staat. Zo staan ook randvoorwaarden als extreme neerslag en droogte centraal. Ook worden radicale plannen niet geschuwd, zoals gedeeltelijke terugtrekking. Deze plannen lijken vaak onhaalbaar, en zullen dat misschien ook zijn, maar verdienen wel aandacht te krijgen. Geen enkel idee bevat de absolute oplossing. Sterker nog, enige mate van restrisico zal er altijd zijn. Aandacht voor dit restrisico is noodzakelijk. Zo bevat een groot aantal ideeook aandacht voor gevolg beperkingen van een ramp als een overstroming in Nederland en het omgaan met de gevolgen, bijvoorbeeld door evacuatie en verzekeringsconstructies. Dat er meerdere problemen kunnen zijn in een gebied waarvoor er ook andere oplossingen nodig zijn. Onze ideezijn bouwstenen voor het maken van plannen. Per probleemgebied, en per probleem, kunnen combinaties van ideevan jonge professionals en andere ideesamen worden uitgewerkt en vergeleken met andere alternatieven. Tijdens het symposium is gebleken dat de inzenders van de ideehier aan kunnen werken, aandacht hebben voor de voor- en de nadelen en ideeleiden tot bijstellen en combineren. De inbreng van jonge professionals is belangrijk en wordt gewaardeerd. Zowel de Deltacommissie, overheid als de provincie Zuid-Holland, Innovatieprogrammas als Leven met Water, Netwerk Deltatechnologie, en het Innovatieplatform hebben zich uitgesproken voor een voortzetting van de Jonge Deltacommissie. De organisaties van de inzenders (universiteiten, bedrijfsleven, overheid, onderzoeksinstituten) hebben deze jonge professionals de ruimte geboden om zich te organiseren, en ideeuit te werken en te delen. Ook de bedrijven en universiteiten die de leden van het kernteam beschikbaar hebben gesteld hebben tijd en ruimte geboden aan deze mensen om alles te organiseren. Wat we zien is dat ook bij deze organisaties het belang van frisse ideeen ontwikkeling van young professionals wordt herkend. De ideevan jonge professionals zijn opgesteld om NU al te gebruiken. De ideegeven een impuls om verder na te denken over oplossingsrichtingen en innovaties. We kunnen hiermee invulling geven aan de aanbevelingen van de Deltacommissie. Voor de genoemde probleemgebieden kunnen we plannen maken en alternatieven eerlijk, helder en transparant beoordelen en afwegen. We hebben hiervoor een pamflet opgesteld met als motto: Aan de slag, we zijn er klaar voor.Civil Engineering and Geoscience