13 research outputs found

    Anxiety and Depression: Family Matters:Offspring Risk and Resilience, Prevention and Treatment

    Get PDF
    Meer kans op angst- en stemmingsstoornissen bij kinderen van wie de ouder zijn eigen opvoeding als emotioneel verwaarlozend heeft ervaren Angst- en stemmingsstoornissen zijn ernstige, veel voorkomende aandoeningen, die een grote impact kunnen hebben op iemands functioneren. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat kinderen een groter risico lopen op het ontwikkelen van angst - en stemmingsstoornissen als een ouder last heeft van een angst- of stemmingsstoornis. De verschillende studies in het proefschrift van Helma Festen onderzoeken verschillende aspecten van preventie, risicofactoren voor het ontwikkelen van angst- en stemmingsstoornissen bij kinderen en factoren die behandeluitkomsten kunnen beïnvloeden. Uit kwalitatief onderzoek blijkt dat ouders met psychische klachten ambivalent staan tegenover preventieve zorg en onderzoek daarnaar voor hun kinderen. Ouders geven aan wel behoefte te hebben aan informatie voor en over hun kinderen, over risicofactoren en opvoeden als je zelf met psychische klachten kampt. Daarnaast rapporteren hulpverleners ook een gebrek aan aandacht voor kinderen van patiënten. Het beschikbaar maken van informatie over risico- en beschermende factoren bij kinderen van patiënten, over opvoeden met psychische klachten en over ouder-kind factoren zou een belangrijke eerste stap kunnen zijn in het vergroten van het draagvlak voor (verder onderzoek naar) preventieve interventies voor ouders en kinderen. Bij kinderen van patiënten lijkt de kans op het zelf ook ontwikkelen van angst of depressie groter wanneer die ouder zijn eigen opvoeding als emotioneel verwaarlozend heeft ervaren en er sprake is van impliciete negatievere zelf-associaties. Bij kinderen met meerdere risicofactoren die de kans op een angst- of stemmingsstoornis vergroten, lijken sterkere negatieve zelf-associaties nog geen rol te spelen. Wel rapporteren deze kinderen minder optimisme en meer pessimisme. De kans op een effectieve angstbehandeling voor kinderen neemt toe, wanneer moeders aangeven minder somber en angstig in het leven te staan en wanneer moeders emotioneel warm opvoeden

    Preventing mood and anxiety disorders in youth: a multi-centre RCT in the high risk offspring of depressed and anxious patients

    Get PDF
    <p>Abstract</p> <p>Background</p> <p>Anxiety and mood disorders are highly prevalent and pose a huge burden on patients. Their offspring is at increased risk of developing these disorders as well, indicating a clear need for prevention of psychopathology in this group. Given high comorbidity and non-specificity of intergenerational transmission of disorders, prevention programs should target both anxiety and depression. Further, while the indication for preventive interventions is often elevated symptoms, offspring with other high risk profiles may also benefit from resilience-based prevention programs.</p> <p>Method/design</p> <p>The current STERK-study (Screening and Training: Enhancing Resilience in Kids) is a randomized controlled clinical trial combining selected and indicated prevention: it is targeted at both high risk individuals without symptoms and at those with subsyndromal symptoms. Individuals without symptoms meet two of three criteria of the High Risk Index (HRI; female gender, both parents affected, history of a parental suicide (attempt). This index was developed in an earlier study and corresponds with elevated risk in offspring of depressed patients. Children aged 8–17 years (n = 204) with subthreshold symptoms or meeting the criteria on the HRI are randomised to one of two treatment conditions, namely (a) 10 weekly individual child CBT sessions and 2 parent sessions or (b) minimal information. Assessments are held at pre-test, post-test and at 12 and 24 months follow-up. Primary outcome is the time to onset of a mood or anxiety disorder in the offspring. Secondary outcome measures include number of days with depression or anxiety, child and parent symptom levels, quality of life, and cost-effectiveness. Based on models of aetiology of mood and anxiety disorders as well as mechanisms of change during interventions, we selected potential mediators and moderators of treatment outcome, namely coping, parent–child interaction, self-associations, optimism/pessimism, temperament, and emotion processing.</p> <p>Discussion</p> <p>The current intervention trial aims to significantly reduce the risk of intergenerational transmission of mood and anxiety disorders with a short and well targeted intervention that is directed at strengthening the resilience in potentially vulnerable children. We plan to evaluate the effectiveness and cost-effectiveness of such an intervention and to identify mechanisms of change.</p> <p>Trial registration</p> <p>NTR2888</p
    corecore