12 research outputs found

    Cryptosporidium and Giardia in Rijn and Maas ; inventory on potential sources in the Maas

    No full text
    te bestellen bij RIWA, Postbus 8169, 1005 AD Amsterdam, fax: 020 6881641Betreft de resultaten van een inventariserend onderzoek naar dichtheden van Cryptosporidium en Giardia op een aantal locaties in het Rijn- en Maasstroomgebied en de relatie met indicatorparameters. Deze protozoa blijken algemeen voor te komen in Maas en Rijn. De gemiddelde dichtheden liggen in beide rivieren in dezelfde orde van grootte. De microbiologische kwaliteit van het Maaswater verbetert, gemeten aan alle microbiologische parameters, behalve voor Cryptosporidium. De gegevens van deze studie werden geclusterd om inzicht te krijgen in de locaties van potentieel belangrijke bronnen. De belangrijkste bronnen van Cryptosporidium en Giardia via huishoudelijk afvalwater lijken de ongezuiverde lozingen in het Belgische deel van het stroomgebied te zijn.Concerns an inventory on the densities of Cryptosporidium and Giardia at three sites in both large international rivers in the Netherlands, River Rhine and River Meuse. Mean densities, corrected for the recovery of the detection method, were similar in both rivers. Judged by all microbiological water quality parameters, except for Cryptosporidium, the quality of the River Meuse water improved after the river entered the Netherlands. For domestic waste water, all major point sources of both treated and untreated waste water are localised. The untreated waste water discharges by several Belgian cities appear to be important pollution sources for the River Meuse.DGM/DW

    Microbiological quality of source water and water produced by Water storage company Brabantse Biesbosch in 2001

    No full text
    Production of drinking water from the drinking water half-product produced by Water storage company Brabantse Biesbosch (WBB) to meet the requirements of the Dutch Drinking Water Act requires drinking water purification processes to reduce the number of Campylobacter by a minimum of 6.5 tot 7.3 log10-units and the number of culturable reo- and enteroviruses by a minimum of 2.8 tot 3.6 log10-units. Drinking water meeting these requirements is responsible for less than one infection in 10,000 persons per year. In 2001 the occurrence of noro- and rotaviruses in both the source and the water produced by WBB was studied, whereas the number of culturable reo- and enteroviruses in these waters was determined. Campylobacter numbers were determined in the produced water. The source water contained culturable reo- and enteroviruses in concentrations of 0.01 to 1 virus particle per litre. The water produced also contained culturable reo- and enteroviruses, with an average concentration was 0.001 to 0.007 culturable virus particles per litre. The decimal reduction caused by the WBB storage reservoirs was 1.4 log10-units for reoviruses and 2.1 log10-units for enteroviruses. Molecular methods did not detect rotavirus RNA in either the source water or the produced water. Norovirus RNA, however, was detected in several samples of source and produced water. The decimal reduction capacity of the WBB storage reservoirs for the norovirus RNA was 0.6 log10-units. Campylobacter was detected in 84 % of the samples of the produced water, the average most probable number was 6.9 per litre.Om van het afgeleverde water van Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch (WBB) drinkwater te maken dat voldoet aan de eisen uit het Nederlands Waterleidingbesluit dienen de zuiveringsprocessen de aantallen Campylobacter met minimaal 6,5 tot 7,3 log10-eenheden en de aantallen reo- en enterovirussen met minimaal 2,8 tot 3,6 log10 eenheden reduceren. Drinkwater dat aan deze eisen voldoet zal bij consumptie minder dan 1 infectie per 10.000 personen per jaar veroorzaken. In 2001 is onderzoek gedaan naar het voorkomen van noro- en rotavirussen in zowel het ingenomen als het afgeleverde water van WBB en werden de aantallen kweekbare entero- en reovirussen in deze wateren bepaald. Tevens werden de aantallen Campylobacter in het afgeleverde water bepaald. In het ingenomen water werden kweekbare reo- en enterovirussen in concentraties van 0,01 tot 1 virusdeeltje per liter aangetroffen. In het afgeleverde water werden eveneens kweekbare reo- en enterovirussen aangetoond, de gemiddelde concentratie bedroeg 0,001 tot 0,007 kweekbaar virusdeeltje per liter. De decimale reductie door de spaarbekkens van WBB bedroeg voor reovirussen 1,4 log10-eenheden en voor enterovirussen 2,1 log10-eenheden. Zowel in het ingenomen als in het afgeleverde water werd met moleculaire methoden geen RNA van rotavirussen aangetoond. Norovirus RNA werd zowel in enkele monsters van het ingenomen als van het afgeleverde water aangetroffen. De decimale reductie van norovirus RNA door de spaarbekkens bedroeg 0,6 log10-eenheden. Campylobacter werd aangetoond in 84 % van de monsters van het afgeleverde water, met een gemiddeld meest waarschijnlijk aantal van 6,9 bacterien per liter

    Microbiological quality of source water and water produced by Water storage company Brabantse Biesbosch in 2001

    No full text
    Om van het afgeleverde water van Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch (WBB) drinkwater te maken dat voldoet aan de eisen uit het Nederlands Waterleidingbesluit dienen de zuiveringsprocessen de aantallen Campylobacter met minimaal 6,5 tot 7,3 log10-eenheden en de aantallen reo- en enterovirussen met minimaal 2,8 tot 3,6 log10 eenheden reduceren. Drinkwater dat aan deze eisen voldoet zal bij consumptie minder dan 1 infectie per 10.000 personen per jaar veroorzaken. In 2001 is onderzoek gedaan naar het voorkomen van noro- en rotavirussen in zowel het ingenomen als het afgeleverde water van WBB en werden de aantallen kweekbare entero- en reovirussen in deze wateren bepaald. Tevens werden de aantallen Campylobacter in het afgeleverde water bepaald. In het ingenomen water werden kweekbare reo- en enterovirussen in concentraties van 0,01 tot 1 virusdeeltje per liter aangetroffen. In het afgeleverde water werden eveneens kweekbare reo- en enterovirussen aangetoond, de gemiddelde concentratie bedroeg 0,001 tot 0,007 kweekbaar virusdeeltje per liter. De decimale reductie door de spaarbekkens van WBB bedroeg voor reovirussen 1,4 log10-eenheden en voor enterovirussen 2,1 log10-eenheden. Zowel in het ingenomen als in het afgeleverde water werd met moleculaire methoden geen RNA van rotavirussen aangetoond. Norovirus RNA werd zowel in enkele monsters van het ingenomen als van het afgeleverde water aangetroffen. De decimale reductie van norovirus RNA door de spaarbekkens bedroeg 0,6 log10-eenheden. Campylobacter werd aangetoond in 84 % van de monsters van het afgeleverde water, met een gemiddeld meest waarschijnlijk aantal van 6,9 bacterien per liter.Production of drinking water from the drinking water half-product produced by Water storage company Brabantse Biesbosch (WBB) to meet the requirements of the Dutch Drinking Water Act requires drinking water purification processes to reduce the number of Campylobacter by a minimum of 6.5 tot 7.3 log10-units and the number of culturable reo- and enteroviruses by a minimum of 2.8 tot 3.6 log10-units. Drinking water meeting these requirements is responsible for less than one infection in 10,000 persons per year. In 2001 the occurrence of noro- and rotaviruses in both the source and the water produced by WBB was studied, whereas the number of culturable reo- and enteroviruses in these waters was determined. Campylobacter numbers were determined in the produced water. The source water contained culturable reo- and enteroviruses in concentrations of 0.01 to 1 virus particle per litre. The water produced also contained culturable reo- and enteroviruses, with an average concentration was 0.001 to 0.007 culturable virus particles per litre. The decimal reduction caused by the WBB storage reservoirs was 1.4 log10-units for reoviruses and 2.1 log10-units for enteroviruses. Molecular methods did not detect rotavirus RNA in either the source water or the produced water. Norovirus RNA, however, was detected in several samples of source and produced water. The decimal reduction capacity of the WBB storage reservoirs for the norovirus RNA was 0.6 log10-units. Campylobacter was detected in 84 % of the samples of the produced water, the average most probable number was 6.9 per litre.Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosc

    Toxicological and ecological research of the Rhine in 1994

    No full text
    niet verkrijgbaar bij RIVM<br>In 1994 is het 'Toxicologisch en Ecologisch Onderzoek van de Rijn 1994' uitgevoerd. Hierbij zijn op een twaalftal locaties in het stroomgebied van de Rijn vanaf Bodensee tot en met IJsselmeer monsters genomen, die vervolgens aan een genotoxicologisch onderzoek (Ames-test), een ecotoxicologisch onderzoek (vijf toxiciteitstesten), onderzoek naar enzymremming (cholinesteraseremming) en een ecologisch onderzoek (exuviae, vervellingshuidjes van insecten) zijn onderworpen. Voor de drie eerstgenoemde deelonderzoeken zijn in drie periodes verspreid over 1994 met behulp van een boot monsternemingen uitgevoerd. De monsters ten behoeve van het ecologisch onderzoek zijn in augustus 1994 genomen vanaf de oever. De resultaten van het onderzoek geven aan dat er in het stroomgebied van de Rijn met de gehanteerde onderzoeksmethoden grote verschillen in waterkwaliteit worden gemeten. Er treedt benedenstrooms van Basel een geleidelijke verslechtering van de waterkwaliteit op die een direct verband lijkt te hebben met de mate van urbaniatie. Pas na het Ruhr-gebied treedt een geleidelijke verbetering op.-RIV
    corecore