1,692 research outputs found
Modeling the variations of Dose Rate measured by RAD during the first MSL Martian year: 2012-2014
The Radiation Assessment Detector (RAD), on board Mars Science Laboratory's
(MSL) rover Curiosity, measures the {energy spectra} of both energetic charged
and neutral particles along with the radiation dose rate at the surface of
Mars. With these first-ever measurements on the Martian surface, RAD observed
several effects influencing the galactic cosmic ray (GCR) induced surface
radiation dose concurrently: [a] short-term diurnal variations of the Martian
atmospheric pressure caused by daily thermal tides, [b] long-term seasonal
pressure changes in the Martian atmosphere, and [c] the modulation of the
primary GCR flux by the heliospheric magnetic field, which correlates with
long-term solar activity and the rotation of the Sun. The RAD surface dose
measurements, along with the surface pressure data and the solar modulation
factor, are analysed and fitted to empirical models which quantitatively
demonstrate} how the long-term influences ([b] and [c]) are related to the
measured dose rates. {Correspondingly we can estimate dose rate and dose
equivalents under different solar modulations and different atmospheric
conditions, thus allowing empirical predictions of the Martian surface
radiation environment
Structure of the cyanobactin oxidase ThcOx from Cyanothece sp. PCC 7425, the first structure to be solved at Diamond Light Source beamline I23 by means of S-SAD
Acknowledgements We thank Diamond Light Source for providing access to beamline I23. We also thank Thomas Sorensen and his staff for access to and support on beamline I02. This research was supported by grants from the UK Biotechnology and Biological Research Council (No. BB/K015508/1; JHN and MJ) and the European Research Council (No. 339367; JHN and MJ). Mass-spectrometric analysis was carried out by the Biomedical Sciences Research Complex Mass Spectrometry and Proteomics Facility, University of St Andrews and was funded by the Wellcome Trust (grant Nos. 094476/Z/10/Z and WT079272AIA). JHN is a Royal Society Wolfson Merit Award Holder and 1000 Talent scholar at Sichuan University.Peer reviewedPublisher PD
Iatrogenic Subtotal Stenosis of the Right Subclavian Artery Treated With Percutaneous Transluminal Angioplasty
This report describes a rare vascular complication of surgical placement of a marking clip and a possible approach to problem solving. A 55-year-old patient presented with loss of sensation in the fingers and loss of peripheral pulsations in the right arm 4 days after right upper lobectomy for a pT2N1 moderately differentiated adenocarcinoma of the lung. Duplex examination and computed tomography were performed the same day and showed a subtotal stenosis of the right subclavian artery, which was caused by the surgical placement of a metal clip to mark the surgical boundary. Selective angiography was subsequently performed. Percutaneous transluminal angioplasty (PTA) successfully dilated the stenosis and pushed the clip off. Flow in the right subclavian artery (RSA) was completely restored as were neurology and peripheral pulses. In conclusion, arterial stenosis by a surgical (marking) clip may be feasibly treated with PTA
Retrospective analysis of treatment outcome in 315 patients with oligodendroglial brain tumors
Although chemotherapy with procarbazine, lomustine and vincristine (PCV) is considered to be well tolerated, side effects frequently lead to dose reduction or even discontinuation of treatment of oligodendroglial brain tumors. The primary objective of the analysis was to retrospectively compare progression-free survival (PFS) after PCV vs. PC chemotherapy (without vincristine to avoid side effects). Patients were retrospectively identified from a database containing our patients between 1990 and 2003. For the selected cases, all histopathology reports were re-evaluated by a local neuropathologist. Based on the updated histology data, patients were included in the study if they had at least one histological diagnosis of an oligodendroglial tumor. PFS after start of PCV (n = 61) and PC (n = 84) chemotherapy identical (median 30 months). Multivariate analysis adjusting for prognostic imbalances favouring the PC group showed a minor, statistically non-significant benefit for PCV (hazard ratio 0.81, 95% confidence interval 0.53–1.25; p = 0.346). Younger age (< 50 y) was a statistically significant predictor of longer PFS. Significant advantages in terms of overall survival after first diagnosis of oligodendroglial tumor (OS, n = 315) were found for patients < 50 y (p < 0.001), oligodendrogliomas versus oligoastrocytomas (p = 0.002), and WHO°II vs. °III (p < 0.001). Three risk groups regarding OS were identified. Findings support the hypothesis that PC may be as effective as PCV chemotherapy, while avoiding the additonal risks of vincristine. Younger age, lower tumor grade and histology of an oligodendroglioma were identified to be favorable prognostic factors
Bestrijding Black Mold in geoculeerde rozenteelt 2008-2009
Black Mold (Chalaropsis thielavioides) is een schimmel die in 2007 veel schade heeft veroorzaakt in de struikrozen. De schimmel infecteert de oculatiewond met als gevolg dat het oculatieoog niet aanslaat. Op sommige percelen ging tot wel 70% van de enten verloren. In een tweejarig PT project is onderzocht wateen goede beheersingsstrategie voor Black Mold is. Er is gekeken naar de volgende punten: Bestrijding van Black Mold met chemische middelen. In het kader van het ontwikkelen van een bestrijdingsstrategie van Black Mold zijn verschillende middelen getest. Het druppelen van middel T in de T-snede bleek goed te werken tegen Black Mold. Het was echter niet mogelijk Black Mold te bestrijden via de traditionele manier zoals het bespuiten van de stam of de plant in zijn geheel. Ook het bespuiten van de T-snede werkte niet. Het bleek dat Black Mold alleen bestreden kon worden wanneer het bestrijdingsmiddel in de T-snede werd gedruppeld. Resistente onderstammen. In de literatuur waren aanwijzingen gevonden dat er rozenonderstam varianten zouden bestaan die resistent zijn tegen Black Mold. Smid’s Ideal en Multiflora zijn beide in een kas- en veldproef getest en bleken vatbaar voor Black Mold te zijn. Epidemiologie van Black Mold. Verschillende facetten van de epidemiologie van Black Mold zijn onderzocht. het was niet mogelijk een relatie tussen de weersomstandigheden in 2007 en de grootschalige uitbraak van Black Mold vast te stellen. Onder laboratorium condities is uitgezocht dat Black Mold verschillende optimum temperaturen heeft. Zo is de optimum temperatuur voor myceliumgroei 24°C, voor kieming 15°C en voor sporulatie 30°C. Het is echter nog niet duidelijk wat de optimale infectie temperatuur van Black Mold is. Verder is er gekeken of Black Mold in de grond een infectiebron kan zijn. Stukjes peen zijn gebruikt in een lokaastoets omdat Black Mold ook peen infecteert. Met behulp van deze toets kon echter niet worden vastgesteld dat percelen met grootschalige Black Mold uitbraken ook meer stukjes peen aantastten. . Klaarblijkelijk is de hoeveelheid van Black Mold in de grond niet van belang. Verder is gekeken of besmette grond Black Mold infecties kon veroorzaken door de grond op te laten spatten of aan te aarden. Dit bleek niet het geval. Plant materiaal en het oculatiemes zijn waarschijnlijk geen grote infectiebronnen van Black Mold. Het is echter wel gebleken dat Black Mold via het mes verspreid kan worden. Daarom is het effect van mesontsmetting ook onderzocht. Het is aan te raden het mes regelmatig te ontsmetten met spiritus of alcohol
- …