Duurzaamheid en grondstoffen voor diervoeding = Sustainability and feed commodity production

This study creates a preliminary framework to judge the sustainability of production of agricultural commodities for the purpose of animal nutrition. Criteria are selected according to the economic, societal and ecological dimensions of sustainability

Creatieve ontwikkeldagen rondom de toekomstbeelden : melkveehouderij met energie : melk, de minerale motor : groei door schaalverkleining

De resultaten van de creatieve ontwikkeldagen die gehouden zijn rondom drie toekomstbeelden worden besproken. Deze sessies zijn deel van het proces richting een her-ontwerp en co-ontwerp van een duurzamere melkveehouderij in Nederland. Kracht van Koeien werkt in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan een andere en meer duurzame melkveehouderi

Energie- en eiwitbehoefte van schapen

In 2004 is een literatuuronderzoek uitgevoerd om een betere onderbouwing en eventuele aanpassing van de behoeftenormen voor schapen mogelijk te maken. Op basis van deze literatuurstudie is aanpassing van de normen mogelijk. Het rapport levert echter geen ‘kant-en-klare’ voedernormen voor schapen, omdat geconstateerd is dat voor sommige onderdelen (door onvoldoende goede literatuurbronnen) de deskundigheid van een expertpanel nodig is om goed onderbouwde keuzes te maken. Samen met de bevindingen van dit expertpanel zal de inhoud van dit rapport leiden tot een CVB-documentatierapport, op basis waarvan een herziening van de voedernormen voor schapen in het CVB-Tabellenboek Veevoeding zal worden overwoge

Invloed van de omgevingstemperatuur op de slachtkwaliteit van biologisch gehouden varkensd

Er is een beknopte literatuurstudie uitgevoerd om oorzaken voor de slechtere spekdikte en vleespercentage bij biologische varkens te achterhalen, waarbij de aandacht geconcentreerd werd op de omgevingstemperatuur. De slachtkwaliteit is afhankelijk van veel factoren die de aanzet van eiwit en vet beïnvloeden. Naast de omgevingstemperatuur, seizoen en het gebruik van meer of minder strooisel en ook het soort strooisel in de stal, spelen het voerniveau, gewichtstraject, ras of kruising, sekse, beweging en mogelijk groepsgrootte een rol. Ook zou het soort voer (veel of weinig fermenteerbare non-starch polysacchariden) nog een rol kunnen spelen. De slachtkwaliteit wordt mogelijk al beïnvloed in de zoogperiode: bij een lage omgevingstemperatuur

Oudere koeien voor een duurzame houderij

Een oudere veestapel blijkt economisch gunstig te zijn. Wat moet er gebeuren om de leeftijd van de melkkoe omhoog te krijgen

De duurzaamheidswinst van oude koeien : of waarom we al decennia de kracht van koeien onderbenutten

De auteurs analyseren hoe de hoogproductieve melkveehouderij een volgende innovatieslag zou kunnen maken via verhoging van de levensduu

A comparison of in situ and in vitro methods to estimate in vivo fermentable organic matter of forages in ruminants

Farmers in five districts of north-eastern Uganda were interviewed to generate information on sweet potato production and constraints, with emphasis on damage by millipedes. Participatory rural appraisal methodology was used to interview 148 farmers. The peak period of planting sweet potato was from the end of May till the beginning of July in order to produce dried form food (amukeke) for storage in the dry season, which sets in around November. Vine cuttings were usually planted on mounds and weeding was mostly done only once. Osukut, Araka Red and Araka White were the most popular varieties. Many respondents obtained planting material from volunteer plants. Separation of plots over time and in space was often not practised. Sweet potato crop rotations were diverse. Millet, groundnut and maize were commonly grown after sweet potato. Cassava, sweet potato, groundnut and maize are host crops for millipedes and were often grown in succession. Millipede incidences were not statistically different for the three agro-ecological zones of north-eastern Uganda, but depended on the frequency of millipede hosts (including sweet potato) in the crop rotations. Groundnut planted after sweet potato had high levels of millipede attack. Millipede incidence was often associated with the incidence of weevils. The results of this inventory show that most farmers consider millipedes as a pest of sweet potato and other major food and cash crops, but that many farmers lack the knowledge to control them

Zwangerschapsgymnastiek voor melkvee

In this report the results are described of the experiment investigating the effect of physical activity during the dry period on health and welfare of dairy cattle

Estimation of the duodenal flow of microbial nitrogen in ruminants based on the chemical composition of forages: a literature review

The objective of this study was to evaluate the estimation of the duodenal flow of microbial nitrogen (N) in ruminants fed forage only, per kilogram of dry matter (DM) intake, which is the yield of microbial protein (YMP). The estimation was based on the chemical composition of forages. A data file of 62 observations was collected from in vivo studies on cattle and sheep fed diets with forage only. A statistical analysis of YMP was conducted with neutral detergent fibre (NDF), crude protein (CP), non structural carbohydrates (NSC), group of forage species (legumes or grasses), method of conservation, physical form of presentation, level of DM intake, animal species, methodology and references as parameters. After a stepwise regression, CP was significant and the most important predictor. NSC or the method of conservation had an extra effect on YMP. On the basis of these three parameters the best fit equations were found and the influence of all parameters on YMP were discussed. Using the data file of this study, the prediction of YMP from the PDI-system was also validated. The statistics of the validation of the PDI prediction were similar to the statistics of the equations from this study. In conclusion, the chemical composition of forages, with or without the method of conservation, is a poor indication for the duodenal flow of microbial N (g $\cdot$kg -1 DM intake) in ruminants fed diets with forages only

Plattelandsondernemers - praktijkvragen en waarde voor multifunctionele ondernemers

Plattelandsondernemers zijn ondernemers op het platteland zonder (of met een erg kleine) agrarische tak op het bedrijf. Deze ondernemers bieden diensten en producten aan die ook door multifunctionele landbouwondernemers worden aangeboden, zoals platte landstoerisme, zorg of kinderopvang. Samen met multifunctionele ondernemers vormen plattelandsondernemers een steeds grotere groep, die de economie van het platteland versterkt. Er is weinig bekend over plattelandsondernemers, onder andere omdat ze buiten de CBS landbouwtellingen vallen. De verwachting is dat deze groep de multifunctionele sector kan versterken, maar onduidelijk is in hoeverre dit al gebeurt, of (en hoe) de sectoren elkaar wellicht ook in de weg zitten, en hoe ervoor kan worden gezorgd dat ze elkaar vooral versterken. Doel van dit project is meer inzicht te krijgen in plattelandsondernemers, en te onderzoeken in welke verhouding ze staat tot de multifunctionele landbouw. Om dat de groep nog niet goed in beeld is, moet ‘bij het begin worden begonnen’. Dit onderzoek is daarom vooral exploratief van aard. Bovendien wordt alleen naar de deelsectoren zorg, plattelandstoerisme en kinderopvang gekeken