32 research outputs found

    Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland : Rapportage 2014

    Get PDF
    Nieuwe concentratie- en depositiekaarten voor NSL en PAS Het RIVM heeft kaarten opgesteld waarop staat aangegeven wat in 2013 in Nederland de concentraties in de lucht waren van onder andere stikstofdioxide en fijn stof. Ook is op een kaart aangegeven in welke mate stikstof op de bodem neerslaat. Daarnaast zijn toekomstberekeningen voor deze stoffen gemaakt voor de periode 2015- 2030. De kaarten worden gebruikt voor de monitoring van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) en de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Hiermee worden onder andere de effecten van ruimtelijke plannen getoetst Stikstofdioxideconcentraties voor 2015 veelal lager De gemeten concentraties stikstofdioxide waren in 2013 lager dan in 2012. De concentraties die voor 2015 zijn berekend, zijn op de meeste locaties lager dan vorig jaar was geraamd. Toch blijven er een aantal probleemgebieden bestaan waarin de verwachte concentraties hoger zijn dan vorig jaar geraamd, vooral in de regio's Rotterdam en Den Haag. Wat de verwachte overschrijdingen van de normen in 2015 betreft, zal dat in Amsterdam en Utrecht op minder locaties aan de orde zijn dan eerder was ingeschat, en in Rotterdam op meer locaties Drie oorzaken voor deze aangepaste verwachting zijn het belangrijkst. Als eerste is bij de ramingen een correctie aangebracht voor systematische verschillen tussen gemeten en berekende stikstofdioxideconcentraties. Ten tweede stoten de nieuwste modellen vrachtauto's minder stikstofoxiden uit dan eerder was ingeschat. Ten derde zijn effecten meegenomen van het SER-energieakkoord uit 2013. Hierin zijn afspraken gemaakt om energie te besparen bij huishoudens, industrie en landbouw en het aandeel alternatieve energiebronnen als wind- en zonne-energie te vergroten Roetconcentraties dalen naar verwachting verder Steeds meer dieselauto's hebben een filter, waarmee roet effectief wordt afgevangen. Op basis van het huidige beleid wordt geschat dat de roetconcentratie de komende jaren verder daalt, en in 2020 bijna zal zijn gehalveerd ten opzicht van het huidige niveau Daling stikstofdepositie onveranderd De neerslag van stikstof op de bodem in Nederland daalt naar verwachting de komende jaren in ongeveer dezelfde mate als vorig jaar was geraamd. Een dalende stikstofdepositie is een voorwaarde voor natuurbehoudNew maps of concentrations and depositions for NSL and PAS In this report, the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) presents the latest maps of air concentrations in the Netherlands for several substances, including nitrogen dioxide and particulate matter for 2013. It also presents the maps for the deposition of nitrogen compounds to the soil for that year. Calculations for the future (2015-2030) have also been made. The maps are being used in the national air quality collaboration programme (NSL) and for the programmatic approach to nitrogen (PAS) for monitoring new spatial planning projects Nitrogen dioxide concentrations mostly lower for 2015 The measured concentrations of nitrogen dioxide were in 2013 lower than in 2012. Concentrations calculated for 2015 are at most locations below last year's estimates. Yet, there remain a number of areas where the expected concentrations are higher than last year's estimates, especially in the vicinity of Rotterdam and The Hague. The limit value for the nitrogen dioxide concentration will probably be exceeded in fewer locations in Amsterdam and Utrecht than was estimated earlier and in more locations in Rotterdam in 2015 There are three main reasons for these adjusted expectations of future concentrations. First, a correction is applied to projections of nitrogen dioxide concentrations for systematic differences between measured and calculated concentrations. Second, the latest truck models emit less nitrogen oxides than was previously expected. Third, the effects of the SER energy agreement from 2013 have been taken into account. Arrangements have been made in the agreement to save energy in households, industry and agriculture, and to increase the share of alternative energy sources, such as, wind and solar energy Soot concentrations are expected to decrease further More and more diesel cars have a filter, which is effective in capturing soot. It is expected that, based on the current policies, the soot concentrations will continue to decrease in the coming years and will be reduced by almost 50 percent by 2020 compared to current levels Decrease in nitrogen deposition unchanged The deposition of nitrogen to the soil in the Netherlands is expected to decrease in the coming years by approximately the same amount as was estimated last year. A reduction in nitrogen deposition is a prerequisite for nature conservationMinisterie van I&

    Emissions of transboundary air pollutants in the Netherlands 1990-2012 : Informative Inventory Report 2014

    Get PDF
    Emissies Nederland blijven in 2012 onder nationale plafonds De uitstoot van stikstofoxiden (NOx), ammoniak, zwaveldioxide en niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS) is in 2012 in Nederland licht gedaald. Daarmee bleef de uitstoot onder de maxima die de Europese Unie daaraan sinds 2010 stelt. Nederland voldoet daardoor, net als in 2011, aan de vier 'nationale emissieplafonds' (NEC) voor deze stoffen. Dit blijkt uit de Nederlandse emissiecijfers van grootschalige luchtverontreinigende stoffen. Het RIVM verzamelt en analyseert deze cijfers. Behalve bovengenoemde stoffen gaat het om de uitstoot van koolmonoxide, fijn stof (PM10), zware metalen en persistente organische stoffen (POP's). De uitstoot van al deze stoffen is tussen 1990 en 2012 gedaald. Dit komt vooral door schonere auto's en brandstoffen en door emissiebeperkende maatregelen van industriële sectoren. Meer kilometers door bromfietsen Door de jaren heen zijn de methoden om de emissies te berekenen verbeterd, wat nu resulteert in nauwkeurigere cijfers. De emissies van bromfietsen en motorfietsen zijn afhankelijk van het aantal gereden kilometers per jaar en daar is nu beter inzicht in. Het totale aantal gereden kilometers door bromfietsen blijkt in de afgelopen jaren bijna twee keer zo hoog is als werd gedacht. Daarmee is de uitstoot van schadelijke stoffen navenant hoger. Ten opzichte van andere typ voertuigen blijven bromfietsen echter een relatief kleine emissiebron en dragen ze beperkt bij aan de totale nationale emissies. In steden zijn ze wel een relevante bron. Het aantal gereden kilometers door motorfietsen, en daarmee de uitstoot, blijft in lijn met eerdere inzichten. Vrachtauto's zwaarder beladen De uitstoot van schadelijke stoffen door vrachtauto's is voor het eerst berekend op basis van recente inzichten in het gewicht van vrachtauto's. Trekker-opleggers blijken zwaarder beladen dan tot nu toe werd verondersteld. Ook rijden vrachtauto's vaker met een aanhanger dan tot nu toe werd aangenomen, waardoor ze zwaarder zijn. Een hoger gewicht betekent een hoger brandstofverbruik, en veelal ook een hogere uitstoot per gereden kilometer. De uitstoot van PM10 door vrachtauto's is hierdoor circa 5 procent hoger dan in de vorige IIR-rapportage. Hogere emissies ammoniak De uitstoot van ammoniak blijkt hoger dan eerder werd verondersteld vanwege enkele nieuwe inzichten; de cijfers zijn hierdoor vanaf 1997 bijgesteld. Zo worden luchtwassers, die voornamelijk op varkensstallen zitten, niet altijd gebruikt. Ook is vanaf 2002 in melkveestallen het leefoppervlak per dier toegenomen. Door het grotere contactoppervlak van mest met lucht wordt meer ammoniak uitgestoten. Door de aangepaste aannames is het nationale totaal met 6,6 kiloton verhoogd ten opzichte van 2011.Emissions the Netherlands in 2012 remain under national ceilings Emissions of nitrogen oxides (NOx), ammonia, sulphur dioxide and non-methane volatile organic compounds (NMVOC) in the Netherlands have slightly decreased in 2012. Consequently, the emissions stayed below the caps the European Union has set from 2010. Herewith, the Netherlands comply with all four so-called emission ceilings (NEC). This has become apparent from the emission data on air pollutants from the Netherlands. RIVM collects and reports these data. Besides above-mentioned substances, emissions of carbon monoxide, particulate matter (PM10), heavy metals and persistent organic pollutants (POPs) have been reported. The emissions of all substances have decreased in the 1990 - 2012 period. The downward trend may in particular be attributed to cleaner fuels, cleaner car engines and to emission reductions in the industrial sectors. More kilometres by mopeds Over the years emission calculation methods have been improved, resulting in higher data accuracy. In 2012, the emissions from mopeds and motorcycles have been calculated, based on improved knowledge of the mileages. The total number of kilometres driven by mopeds appears to have been nearly twice as high in recent years. As a result, the emissions of pollutants are proportionally higher. In relation to the total number of vehicles, the number of mopeds however remains relatively low and their contribution to the total national emissions is limited. In cities, they are a relevant source. The mileages by motorcycles, and consequently their emissions remain in line with previous insights. Heavy-duty vehicles carry heavier loads Emissions of pollutants by heavy-duty trucks have for the first time been calculated on the basis of recent insights in truck loads. Tractor-trailer combinations appear to carry heavier loads and the fraction of trailers behind rigid trucks is larger than previously assumed. A heavier load means a higher fuel use and for most substances a higher emission per kilometre driven. PM10 emissions by heavy-duty trucks are about 5 percent higher than in the previous IIR report. Higher agricultural ammonia emissions Agricultural ammonia emissions appear to be higher than previously assumed because of new insights. Air scrubbers on animal housing (predominantly pigs) were not always in use or even employed. Since 2002, the living space per animal has increased for dairy cattle housing. This resulted in a higher contact surface manure-air and thus more ammonia emitted. The new insights have raised the national total of ammonia emissions by about 6 percent compared to 2011

    Greenhouse gas emissions in The Netherlands 1990-2012 : National Inventory Report 2014

    Get PDF
    In 2012 is de totale uitstoot van broeikasgassen van Nederland, zoals CO2, methaan en lachgas, met ongeveer 1,7 procent gedaald ten opzichte van 2011. Deze daling komt vooral door een lager brandstofgebruik in de energie- en transportsector. Dit lijkt een gevolg van de economische recessie, waardoor emissies door elektriciteitsproductie en het wegtransport in Nederland zijn afgenomen. Cijfers De totale broeikasgasemissie wordt uitgedrukt in CO2-equivalenten en bedraagt in 2012 191,7 teragram (megaton of miljard kilogram) . Ten opzichte van de uitstoot in het Kyoto-basisjaar (213,2 Tg CO2-equivalenten) is dit een afname van ongeveer 10 procent. Het basisjaar, dat afhankelijk van het broeikasgas 1990 of 1995 is, dient voor het Kyoto-protocol als referentie voor de uitstoot van broeikasgassen. De uitstoot van de overige broeikasgassen zoals lachgas en methaan is sinds het basisjaar met 51 procent afgenomen. De CO2-uitstoot daarentegen is in deze periode met 4 procent gestegen. Landen zijn voor het Kyoto-protocol verplicht om de totale uitstoot van broeikasgassen op twee manieren te rapporteren: met en zonder het soort landgebruik en de verandering daarin. Dit is namelijk van invloed op de uitstoot van broeikasgassen. Voorbeelden zijn natuurontwikkeling (dat CO2 bindt) of ontbossing (waardoor CO2 wordt uitgestoten). In bovengenoemde getallen zijn deze zogeheten LULUCF-emissies (Land Use, Land Use Change and Forestry) niet meegenomen. Overige onderdelen inventarisatie Het RIVM stelt jaarlijks op verzoek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) de inventarisatie van broeikasgasemissies op. De inventarisatie bevat trendanalyses om ontwikkelingen in de uitstoot van broeikasgassen tussen 1990 en 2012 te verklaren, en een analyse van de onzekerheid in deze getallen. Ook is aangegeven welke bronnen het meest aan deze onzekerheid bijdragen. Daarnaast biedt de inventarisatie documentatie van de gebruikte berekeningsmethoden, databronnen en toegepaste emissiefactoren. Met deze inventarisatie voldoet Nederland aan de nationale rapportageverplichtingen voor 2012 van het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (UNFCCC), van het Kyoto-Protocol en van het Bewakingsmechanisme Broeikasgassen van de Europese Unie.Total greenhouse gas emissions from the Netherlands in 2012 decreased by approximately 1.7 per cent, compared with 2011 emissions. This decrease is mainly the result of decreased fuel combustion in the Energy sector (increased electricity import) and in road transport. In 2012, total direct greenhouse gas emissions (excluding emissions from LULUCF - land use, land use change and forestry) in the Netherlands amounted to 191.7 Tg CO2 eq. This is approximately 10 per cent below the emissions in the base year (213.2 Tg CO2 eq.). The 51% reduction in the non-CO2 emissions in this period is counterbalanced by 4 per cent increase in CO2 emissions since 1990. This report documents the Netherlands' 2014 annual submission of its greenhouse gas emissions inventory in accordance with the guidelines provided by the United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC), the Kyoto Protocol and the European Union's Greenhouse Gas Monitoring Mechanism. The report comprises explanations of observed trends in emissions; a description of an assessment of key sources and their uncertainty; documentation of methods, data sources and emission factors applied; and a description of the quality assurance system and the verification activities performed on the data.Ministerie van I&

    The Euro emission standards for cars and trucks in relation to NO2 limit value exceedances in the Netherlands

    No full text
    Aantal overschrijdingen NO2-grenswaarde deels gevolg van tegenvallende verkeersemissies Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw gelden zogeheten Euro-normen voor personenauto's en vrachtwagens om de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen te verminderen. Uit nationaal en internationaal onderzoek is gebleken dat de feitelijke emissie van stikstofoxiden (NOx) door verkeer minder daalt dan volgens de Euro-normen voor auto's werd verwacht. De grenswaarde voor stikstofdioxide (NO2) in de buitenlucht wordt in 2015 in Nederland volgens de huidige berekeningen op circa 150 locaties overschreden. Er zouden in 2015 vrijwel geen overschrijdingen zijn als de feitelijke uitlaatemissies van personenauto's en vrachtwagens zo sterk zouden zijn gedaald als volgens de Euro-normen de bedoeling was. De onzekerheid in de schatting van het aantal locaties is overigens groot omdat honderden locaties net onder of net boven de grenswaarde liggen. Dit onderzoek is uitgevoerd door het RIVM, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en TNO. De Euro-normen zijn belangrijke instrumenten in Europa om de concentraties stikstofdioxide onder de grenswaarde te brengen. Ze zijn door de jaren heen steeds strenger geworden. Om te controleren of de uitlaatgassen van auto's voldoen aan Euro emissie-eisen, worden ze onder laboratoriumomstandigheden getest. De afgelopen jaren is gebleken dat personenauto's en vrachtwagens rijdend op diesel in de praktijk meestal veel meer stikstofoxiden uitstoten dan op basis van de laboratoriumtests werd verwacht. Dit effect heeft ook invloed op de totale uitstoot van stikstofoxiden in Nederland. Volgens de verwachte emissies zou de totale stikstofoxidenuitstoot van het wegverkeer in 2015 in Nederland ongeveer 50 miljoen kilogram zijn. Op basis van de feitelijke emissies wordt dat getal 50 procent hoger geschat, ongeveer 74 miljoen kilogram.Number of exceedances NO2 limit value partly due to higher than expected traffic emissions Since the 1990s, the Euro standards are in effect to reduce the exhaust emissions of air pollutants of passenger cars and trucks. National and international research has shown that the actual emissions of nitrogen oxides (NOx) by traffic decrease less than was expected from the Euro standards. The limit value for nitrogen dioxide (NO2) is expected to be exceeded at approximately 150 locations (15 km road length) in the Netherlands in 2015. If the actual exhaust emissions from passenger cars and trucks had decreased as was expected based on the Euro standards, there would be virtually no exceedances anymore in 2015. The uncertainty in the estimates is large, because at hundreds of locations the concentrations are just above or below the limit value. This study was conducted by RIVM, the Netherlands Environmental Assessment Agency (PBL) and TNO. The Euro standards are important tools in Europe to bring the nitrogen dioxide concentrations below the limit value. They have become increasingly stringent over the years. To check whether the emissions of cars meet the Euro emission standards, they are tested under laboratory conditions. The past few years have shown that diesel passenger cars and trucks in practice usually emit more nitrogen oxides than was expected based on the laboratory tests. The less than expected reductions in exhaust emissions also affect the total nitrogen oxide emissions in the Netherlands. If these emissions would have been as low as was expected, projected total nitrogen oxide emissions of road traffic would be about 50 million kg in the Netherlands in 2015. Based on actual emissions that estimate is 50 percent higher, about 74 million kilograms.Ministerie van I&

    Large-scale concentration and deposition maps of the Netherlands : 2019 report

    No full text
    Het RIVM geeft elk jaar de concentraties in de lucht in Nederland op kaarten weer, onder andere van stikstofdioxide en fijnstof. Ook wordt op kaarten aangegeven in welke mate stikstof op de bodem neerslaat. In dit rapport gaat het om de situatie in 2018. Daarnaast zijn berekeningen voor de verwachte concentraties en deposities van deze stoffen gemaakt voor 2020, 2025 en 2030. Deze GCN-kaarten worden onder andere gebruikt voor een programma om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit; NSL). De kaarten worden ook gebruikt bij de berekening van de effecten van ruimtelijke plannen op de concentraties vervuilende stoffen in de lucht. Stikstofdioxide- en fijnstofconcentraties in de lucht De gemeten concentraties stikstofdioxide (NO2) in de lucht zijn in 2018 gemiddeld iets lager dan in 2017. Voor 2020 worden de concentraties enkele microgrammen hoger ingeschat dan vorig jaar. Dat komt vooral door tegenvallers in de verkeersemissies. De gemeten concentraties fijnstof (PM10 en PM2,5) waren in 2018 iets hoger dan in 2017. De inschattingen voor 2020 en 2030 zijn iets lager dan de inschattingen van vorig jaar. Hogere ammoniak De gemeten concentraties ammoniak (NH3) in de lucht zijn in 2018 veel hoger dan in 2017. Vooral het extreem warme, zonnige en zeer droge weer is hiervan de oorzaak. Ammoniak is een component van stikstof. Als te veel ammoniak op de bodem neerslaat, is dat schadelijk voor de natuur (biodiversiteit). Door de hogere concentraties in de lucht was er meer ammoniak beschikbaar om op de bodem neer te slaan. Naast ammoniak zijn de stikstofoxiden een ander onderdeel van de stikstofdepositie. De depositie van stikstofoxiden daalde. De uitstoot van ammoniak is licht gestegen ten opzichte van de voorgaande jaren (2012-2016). Het RIVM maakt de GCN-kaarten in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).RIVM prepares annual maps of concentrations in the air in the Netherlands, including concentrations of nitrogen dioxide and particulate matter. Maps are also made showing how much nitrogen is deposited on the soil. The 2019 report deals with the situation in 2018. In addition, calculations were also made of the concentrations of these substances to be expected in 2020, 2025, and 2030. These GCN (average concentration) maps are used, inter alia, for a programme aimed at improving the air quality in the Netherlands (National Air Quality Cooperation Program: NSL). This makes it possible, for example, to evaluate the effects of spatial plans on the concentrations of polluting substances in the air. Concentrations of nitrogen dioxide and particulate matter in the air The concentrations of nitrogen dioxide (NO2) measured in the air in 2018 were slightly lower than in 2017. The prognoses for the concentrations in 2020 are a few micrograms higher than in 2017. This is due primarily to setbacks in the traffic emissions. The concentrations of particulate matter (PM10 and PM2.5) measured in 2018 were slightly higher than in 2017. The prognoses for 2020 and 2030 are slightly lower than the prognoses from 2017. Higher ammonia The concentrations of ammonia (NH3) measured in the air in 2018 were much higher than in 2017. This was due primarily to the extremely hot, sunny, and very dry weather. Ammonia is a component of reactive nitrogen. If too much ammonia is deposited on the soil, it has a negative impact on nature (biodiversity). The deposition of ammonia in 2018 was approximately 10% higher than in 2017. Due to the higher concentrations in the air, there was more ammonia available for deposition on the soil. Additional to ammonia also nitrogen oxides contribute to the nitrogen deposition. The deposition of nitrogen oxides decreased. The emission of ammonia increased slightly in comparison to the previous years (2012-2016). The GCN maps prepared by RIVM are commissioned by the Ministry of Infrastructure and Water Management.Ministerie van I&

    Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland : Rapportage 2019

    No full text
    Het RIVM geeft elk jaar de concentraties in de lucht in Nederland op kaarten weer, onder andere van stikstofdioxide en fijnstof. Ook wordt op kaarten aangegeven in welke mate stikstof op de bodem neerslaat. In dit rapport gaat het om de situatie in 2018. Daarnaast zijn berekeningen voor de verwachte concentraties en deposities van deze stoffen gemaakt voor 2020, 2025 en 2030. Deze GCN-kaarten worden onder andere gebruikt voor een programma om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit; NSL). De kaarten worden ook gebruikt bij de berekening van de effecten van ruimtelijke plannen op de concentraties vervuilende stoffen in de lucht. Stikstofdioxide- en fijnstofconcentraties in de lucht De gemeten concentraties stikstofdioxide (NO2) in de lucht zijn in 2018 gemiddeld iets lager dan in 2017. Voor 2020 worden de concentraties enkele microgrammen hoger ingeschat dan vorig jaar. Dat komt vooral door tegenvallers in de verkeersemissies. De gemeten concentraties fijnstof (PM10 en PM2,5) waren in 2018 iets hoger dan in 2017. De inschattingen voor 2020 en 2030 zijn iets lager dan de inschattingen van vorig jaar. Hogere ammoniak De gemeten concentraties ammoniak (NH3) in de lucht zijn in 2018 veel hoger dan in 2017. Vooral het extreem warme, zonnige en zeer droge weer is hiervan de oorzaak. Ammoniak is een component van stikstof. Als te veel ammoniak op de bodem neerslaat, is dat schadelijk voor de natuur (biodiversiteit). Door de hogere concentraties in de lucht was er meer ammoniak beschikbaar om op de bodem neer te slaan. Naast ammoniak zijn de stikstofoxiden een ander onderdeel van de stikstofdepositie. De depositie van stikstofoxiden daalde. De uitstoot van ammoniak is licht gestegen ten opzichte van de voorgaande jaren (2012-2016). Het RIVM maakt de GCN-kaarten in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)

    Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland : Rapportage 2020

    No full text
    Het RIVM maakt elk jaar kaarten van de luchtverontreiniging in Nederland. Dit gebeurt voor heel veel stoffen, waaronder stikstofdioxide, ammoniak en fijnstof. Ook wordt de hoeveelheid stikstof die op de bodem en planten neerslaat, de stikstofdepositie, in kaart gebracht. Naast de jaarlijkse berekeningen maakt het RIVM verwachtingen voor 2020, 2025 en 2030. Hierbij is geen rekening gehouden met de mogelijke langetermijneffecten van de COVID-19-pandemie. De kaarten worden gebruikt om de ontwikkeling van de luchtkwaliteit en de stikstofdepositie in Nederland te volgen. De overheden gebruiken de kaarten om nieuw beleid te maken om de luchtkwaliteit te verbeteren en de stikstofdepositie te verminderen. Luchtverontreiniging is schadelijk voor de volksgezondheid. Te veel stikstofdepositie op natuurgebieden is schadelijk voor het aantal soorten. De kaarten worden gemaakt door metingen te combineren met modelberekeningen. Zo komen de kaarten het beste overeen met de werkelijke situatie. Stikstofdioxide- en fijnstofconcentraties De gemeten concentraties stikstofdioxide in de lucht zijn in 2019 gemiddeld iets (circa 5 procent) lager dan in 2018. Naar verwachting zullen de gemiddelde concentraties in Nederland in 2030 ongeveer 30 procent lager zijn dan de concentraties in 2019. Deze concentraties dalen iets minder dan vorig jaar, werd verwacht. Dit komt vooral doordat de verkeersemissies naar verwachting minder zullen dalen. De gemeten concentraties fijnstof (PM10 en PM2,5) waren in 2019 ook iets lager dan in 2018 (ongeveer 7 procent en 13 procent). De verwachting is dat de gemiddelde berekende Nederlandse concentraties fijnstof (PM10 en PM2,5) in de komende tien jaar nog ongeveer 13 respectievelijk 20 procent dalen. Ammoniakconcentraties en stikstofdepositie Ammoniak in de lucht levert een belangrijke bijdrage aan de hoeveelheid stikstof die uiteindelijk op de bodem en planten neerslaat. De concentraties ammoniak in de lucht zijn daarom een graadmeter voor de hoeveelheid ammoniak die neerslaat. De gemeten concentraties ammoniak in de lucht zijn in 2019 ongeveer 12 procent lager dan in 2018. In 2018 waren de concentraties door de weersomstandigheden overigens hoger dan normaal De gemiddelde stikstofdepositie op het totale Nederlandse landoppervlak was in 2019 circa 7 procent lager dan in 2018. De verwachting, vanuit het huidige beleid, is dat deze stikstofdepositie in Nederland tot 2030 met ongeveer 15 procent zal dalen. De stikstofdepositie is vooral van belang in de Natura 2000- gebieden. De gemiddelde daling tussen 2019 en 2030, in de Natura 2000- gebieden op het Nederlandse landoppervlak, is ook ongeveer 15 procent

    Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland : Rapportage 2019

    No full text
    Het RIVM geeft elk jaar de concentraties in de lucht in Nederland op kaarten weer, onder andere van stikstofdioxide en fijnstof. Ook wordt op kaarten aangegeven in welke mate stikstof op de bodem neerslaat. In dit rapport gaat het om de situatie in 2018. Daarnaast zijn berekeningen voor de verwachte concentraties en deposities van deze stoffen gemaakt voor 2020, 2025 en 2030. Deze GCN-kaarten worden onder andere gebruikt voor een programma om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit; NSL). De kaarten worden ook gebruikt bij de berekening van de effecten van ruimtelijke plannen op de concentraties vervuilende stoffen in de lucht. Stikstofdioxide- en fijnstofconcentraties in de lucht De gemeten concentraties stikstofdioxide (NO2) in de lucht zijn in 2018 gemiddeld iets lager dan in 2017. Voor 2020 worden de concentraties enkele microgrammen hoger ingeschat dan vorig jaar. Dat komt vooral door tegenvallers in de verkeersemissies. De gemeten concentraties fijnstof (PM10 en PM2,5) waren in 2018 iets hoger dan in 2017. De inschattingen voor 2020 en 2030 zijn iets lager dan de inschattingen van vorig jaar. Hogere ammoniak De gemeten concentraties ammoniak (NH3) in de lucht zijn in 2018 veel hoger dan in 2017. Vooral het extreem warme, zonnige en zeer droge weer is hiervan de oorzaak. Ammoniak is een component van stikstof. Als te veel ammoniak op de bodem neerslaat, is dat schadelijk voor de natuur (biodiversiteit). Door de hogere concentraties in de lucht was er meer ammoniak beschikbaar om op de bodem neer te slaan. Naast ammoniak zijn de stikstofoxiden een ander onderdeel van de stikstofdepositie. De depositie van stikstofoxiden daalde. De uitstoot van ammoniak is licht gestegen ten opzichte van de voorgaande jaren (2012-2016). Het RIVM maakt de GCN-kaarten in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)

    Emissies van luchtverontreinigende stoffen in Nederland, 1990-2009 : Toelichting op jaarlijkse reeks emissiecijfers

    No full text
    Tussen 1990 en 2009 is in Nederland de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen gedaald. Het betreft zwaveldioxide, stikstofoxiden, niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS), koolmonoxide, ammoniak, zware metalen en persistente organische vervuilende stoffen (POP's). Deze neerwaartse trend is vooral toe te schrijven aan schonere brandstoffen en auto's, en aan emissiebeperkende maatregelen voor industriële sectoren. Dit blijkt uit de toelichting van het RIVM op de Nederlandse emissiecijfers van grootschalige luchtverontreinigende stoffen, het Informative Inventory Report (IIR) 2011. Deze cijfers worden jaarlijks - onder regie van het RIVM - door het Emissieregistratieteam aan de overheid geleverd vanwege verplichtingen voor de Verenigde Naties (UNECE) en de Europese Commissie. De emissiecijfers zijn data van een reeks jaren, vanaf 1990 tot de meest recent aangeleverde gegevens. Dit keer is de ammoniakemissiereeks met een nieuw model berekend, waarmee beter in kaart is gebracht wat maatregelen om deze emissie te verminderen opleveren. Hieruit blijkt dat in 1990 meer ammoniak is uitgestoten ten opzichte van de vorige reeks en na 1991 minder. Voor 2008 scheelt dat 7,6 kiloton ammoniak. Deze daling komt vooral doordat het vanaf 1991 verplicht is de mest niet over het land te verspreiden, maar in de bodem te injecteren (onderwerken). Hierdoor komt minder ammoniak in de lucht terecht. Verder zijn nieuwe bronnen van stikstofoxiden onderscheiden en zijn methoden ontwikkeld om deze emissies te berekenen. Het gaat om emissies uit mest van landbouwbodems en uit mest in opslagsilo's. Uit de berekeningen blijkt dat voor het jaar 2009 zo'n 25,5 kiloton stikstofoxiden afkomstig is van landbouwbodems. Dit is circa tien procent van de maximaal toegestane hoeveelheid uitgestoten stikstof-oxiden in Nederland, het zogenoemde NEC-plafond (National Emission Ceiling). Deze hoeveelheid telt echter niet mee in de berekening voor dit plafond (en staan vermeld onder memo-item 'natuurlijke emissies' 11C in de rapportage). De methoden waren namelijk niet bekend toen de plafonds werden bepaald.Emissions of air pollutants in the Netherlands decreased between 1990 and 2009. This concerns sulfur dioxide, nitrogen oxides, non-methane volatile organic compounds (NMVOC), carbon monoxide, ammonia, heavy metals and persistent organic pollutants (POP's). The downward trend may be attributed in particular to cleaner fuels, cleaner car engines and to emission reductions in the industrial sectors. This has become apparent in the RIVM's explanation of the emission data submission, the Informative Inventory Report (IIR) 2011. Every year the Emission Inventory team - under direction of the RIVM - submits emission data to the government, for it to meet its obligations to the United Nations Economic Commission for Europe (UNECE) and the European Commission. The emission data set consists of data on a series of years, from 1990 up to the most recently submitted data. For this submission, the ammonia emission data series was calculated using a new model, which includes improved emission reduction measures, more in line with actual measurements. Results of the new model give rise to considerably higher NH3 emissions in the base year 1990. After 1991 they turned out to be lower. For the year 2008 the difference was 7.6 Gg. The reduction is mostly due to the change in manure application method (i.e. incorporation in the soil instead of surface spreading). Consequently less ammonia is volatilized. Furthermore, new sources of nitrogen oxides were distinguished and methods were developed to calculate their emissions. These emissions come from manure on agricultural soils and from manure storage. Emissions from agricultural soils for the year 2009 are calculated to amount to 25.5 Gg NOx. This is about 10% of the maximum allowed emissions of NOx in the Netherlands, the 'NECceiling' (National Emission Ceiling). The amount is, however, not included for compliance to this ceiling (they are reported under memo-item 11C 'Natural emissions' in the submission). This is because, the methods were not known, when the ceilings were determined.Ministerie van Infrastructuur en Milie
    corecore