Naar een advies voor fosfaatbemesting op nieuwe leest. Dl. 1: Snijmaïs

De Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen heeft in 2006 geconcludeerd dat het advies voor snijmaïs niet langer voldoet, omdat het is gebaseerd op aardappelproeven en het advies vaak hoger is dan toegestaan is op basis van het P-gebruiksnormenstelsel. Vandaar dit het onderzoek, dat tot doel heeft een nieuwe adviessystematiek voor maïsland te ontwikkelen, die gebaseerd is op de directe P-beschikbaarheid en het P-naleverend vermogen van de bodem

Effecten bodem- en structuurverbeteraars : onderzoek op klei-, zand- en dal grond 2010

Om de bodemstructuur te verbeteren worden door industrie en handel zogeheten bodemverbeteraars en kalkmeststoffen aangeboden. Er is een grote variatie in type producten, de wijze waarop ze werken en de mate waarin ze een directe dan wel indirecte invloed op de bodemvruchtbaarheid hebben. Om de invloed van bodemverbeteraars op verschillende grondsoorten te toetsen zijn proeven aangelegd op drie kleilocaties, één dalgrond- en één zandlocatie. In 2010 is de uit gangssituatie van de bodem in de diverse testlocaties bepaald (nulmeting). Er waren in 2010 geen of nauwelijks betrouwbare verschillen in opbrengst tussen de div erse behandelingen. Per locatie lijken er wel verschillen in effecten te zijn van bodemverbeteraars. Het onderzoek van de komende jaren zal moet en uitwijzen of er significante verschillen zijn tussen bodemverbeteraars en of bodemverbeteraars significante toegevoegde waarde hebben voor het verbeteren van de bodemstructuur

Naar een herziening van kali-advies grasland

Voor een optimale grasgroei moet K op het juiste moment in voldoende mate aanwezig zijn. Tegelijkertijd dient een te hoog aanbod van K te worden voorkomen om nadelige effecten voor de diergezondheid te vermijden. Het vigerende kalibemestingsadvies is gebaseerd op proeven uit de jaren vijftig en zestig met zware eerste sneden. Het advies is na 1976 vrijwel niet meer gewijzigd. Sindsdien is de landbouw sterk gewijzigd en zijn er nieuwe methoden voor grondonderzoek ontwikkeld

Effecten bodem- en structuurverbeteraars : onderzoek op klei-, zand- en dalgrond 2011

Onderzoek op klei-, zand- en dalgrond 201

The dilemmas and complexities of implementing language-in-education policies: perspectives from urban and rural contexts in Uganda

Language-in-education policies are a highly debated topic in Africa and at the root of understanding inequalities in Africa's education systems. This article explores the implementation of Uganda's recent local language education policy; how it has been received and practiced in urban and rural contexts, and the major challenges and implications addressed by education stakeholders in each context. The study confirms that the use of local languages as the language of instruction has contributed to the improvement of literacy skills, children's participation in lessons, and their understanding of content. Nevertheless, the local language policy was fiercely disputed by teachers, parents and various authorities at district and national levels, as many appeared to be concerned with the policy constraining children's academic success at upper primary levels and limiting their transition to secondary education. Through the study, the authors highlight critical misconceptions and assumptions in language-in-education within both policy development and in local education practices and perceptions. The article points to a review of language-in-education in its entirety; across mediums of instruction and assessment for lower and upper primary levels; across teaching methodologies for second language acquisition in multilingual environments; and across socio-economic divides in rural and urban regions of the country

Naar een advies voor fosfaatbemesting op nieuwe leest. Dl. 2: Grasland

Het P-bemestingsadvies voor grasland is vooral gebaseerd op proeven die ruim 50 jaar geleden zijn uitgevoerd. Bemesten volgens dit advies is door de invoering van het gebruiksnormenstelsel nu vaak niet meer mogelijk. Vandaar dit het onderzoek, dat tot doel heeft een nieuwe adviessystematiek voor grasland te ontwikkelen, die gebaseerd is op de directe P-beschikbaarheid en het P-naleverend vermogen van de bodem