23 research outputs found

    Nutritional Factors Modulating Alu Methylation inan Italian Sample from The Mark-Age StudyIncluding Offspring of Healthy Nonagenarians

    Get PDF
    Alu hypomethylation promotes genomic instability and is associated with aging and age-related diseases. Dietary factors affect global DNA methylation, leading to changes in genomic stability and gene expression with an impact on longevity and the risk of disease. This preliminary study aims to investigate the relationship between nutritional factors, such as circulating trace elements, lipids and antioxidants, and Alu methylation in elderly subjects and offspring of healthy nonagenarians. Alu DNA methylation was analyzed in sixty RASIG (randomly recruited age-stratified individuals from the general population) and thirty-two GO (GeHA offspring) enrolled in Italy in the framework of the MARK-AGE project. Factor analysis revealed a different clustering between Alu CpG1 and the other CpG sites. RASIG over 65 years showed lower Alu CpG1 methylation than those of GO subjects in the same age class. Moreover, Alu CpG1 methylation was associated with fruit and whole-grain bread consumption, LDL2-Cholesterol and plasma copper. The preserved Alu methylation status in GO, suggests Alu epigenetic changes as a potential marker of aging. Our preliminary investigation shows that Alu methylation may be affected by food rich in fibers and antioxidants, or circulating LDL subfractions and plasma copper

    Standaardtijd, zomertijd en gezondheid : Literatuuronderzoek naar gezondheidseffecten van verschillende tijdinstellingen

    No full text
    De Europese Commissie heeft in 2018 voorgesteld dat alle lidstaten een vaste tijdinstelling kiezen voor het hele jaar, en dus niet meer wisselen tussen standaardtijd (wintertijd) en zomertijd. Het RIVM heeft een internationaal literatuuronderzoek uitgevoerd naar de effecten op de gezondheid van deze twee tijdinstellingen, inclusief de effecten van de wisselingen. Het blijkt beter te zijn voor de volksgezondheid wanneer Nederland het hele jaar door de standaardtijd zou aanhouden. In Nederland wisselen we nu twee keer per jaar tussen de standaardtijd en zomertijd. Direct na de wisselingen slapen mensen slechter; vooral direct na de wisseling naar de zomertijd slapen mensen korter. Ook zijn er gezondheidseffecten te zien na de wisselingen. Zo komen er meer hartinfarcten voor direct na de wisseling naar de zomertijd. Zulke directe effecten treden niet meer op bij een vaste tijdinstelling voor het hele jaar. Vooral zonlicht heeft invloed op het bioritme van de mens - het moment waarop we 's ochtends wakker worden en 's avonds slaperig. Het is voor de volksgezondheid dan ook het beste om een tijd in te stellen die aansluit op het natuurlijke dag- en nachtritme op aarde. Dat betekent een instelling waarbij de zon vroeg opkomt, wat het geval is bij de standaardtijd. Wanneer we het hele jaar door zomertijd instellen, is dat voor de gezondheid minder gunstig dan het hele jaar door standaardtijd. Dit blijkt uit studies naar slaap- en gezondheidsaspecten, zoals slaapduur en -kwaliteit, overgewicht, het aantal mensen met kanker, en de levensverwachting in het algemeen. Voor de volksgezondheid zou het zelfs nog beter zijn als Nederland de tijd rond de nulmeridiaan in Greenwich (Engeland) het hele jaar door instelt; dat is 1 uur vroeger dan onze standaardtijd. De huidige standaardtijd voor Nederland is sinds de Tweede Wereldoorlog wettelijk ingesteld, hoewel het geografisch gezien in de zone van de nulmeridiaan ligt. Dit literatuuronderzoek is in opdracht van het ministerie van VWS uitgevoerd. De studies waarop deze conclusies zijn gebaseerd, gaan over andere landen dan Nederland.The European Commission has proposed in 2018 that all Member States coordinate their clocks to a fixed time setting for the whole year, thus ending the practice of switching between standard time (winter time) and summer time. RIVM has conducted an international literature study into the health effects of the two time settings, including the effects of switching between them. If the Netherlands were to adhere to standard time all year round, this would appear to be beneficial for public health. In the Netherlands, we currently put our clocks forward or backward twice a year to switch between standard time and summer time. Immediately after this switch, people's sleep is adversely affected; particularly after the clocks are put forwards to summer time, people tend to sleep less. There are also health effects after the switch. For instance, there is an increase in heart attacks following the switch to summer time. These direct effects would no longer occur if a fixed time were used throughout the entire year. Sunlight, in particular, affects human biorhythms - among others what time we tend to wake up in the morning or feel tired and ready to sleep in the evening. It would therefore be better for public health to stick to one time setting that is aligned with the natural rhythm of day and night. That means a setting whereby the sun rises early, which is the case with standard time. If we were to adopt summer time all year round, on the other hand, it would be less favourable to our health than using standard time all year round. This has become evident from research into sleep and health aspects, such as the duration and quality of our sleep, being overweight, the number of people developing cancer and life expectancy in general. For public health, it would be even better for the Netherlands to adopt Greenwich Mean Time all year round, which is 1 hour earlier than our current standard time. The current standard time for the Netherlands has been legally in place since the Second World War, although geographically we are located in the prime meridian time zone (GMT). The literature review was commissioned by the Dutch Ministry of Health, Welfare and Sport. The studies on which these conclusions are based relate to other countries than the Netherlands.Ministerie van VW

    Standaardtijd, zomertijd en gezondheid : Literatuuronderzoek naar gezondheidseffecten van verschillende tijdinstellingen

    No full text
    Dit rapport bevat een erratum d.d. 31-10-2019 op pagina 65 De Europese Commissie heeft in 2018 voorgesteld dat alle lidstaten een vaste tijdinstelling kiezen voor het hele jaar, en dus niet meer wisselen tussen standaardtijd (wintertijd) en zomertijd. Het RIVM heeft een internationaal literatuuronderzoek uitgevoerd naar de effecten op de gezondheid van deze twee tijdinstellingen, inclusief de effecten van de wisselingen. Het blijkt beter te zijn voor de volksgezondheid wanneer Nederland het hele jaar door de standaardtijd zou aanhouden. In Nederland wisselen we nu twee keer per jaar tussen de standaardtijd en zomertijd. Direct na de wisselingen slapen mensen slechter; vooral direct na de wisseling naar de zomertijd slapen mensen korter. Ook zijn er gezondheidseffecten te zien na de wisselingen. Zo komen er meer hartinfarcten voor direct na de wisseling naar de zomertijd. Zulke directe effecten treden niet meer op bij een vaste tijdinstelling voor het hele jaar. Vooral zonlicht heeft invloed op het bioritme van de mens - het moment waarop we 's ochtends wakker worden en 's avonds slaperig. Het is voor de volksgezondheid dan ook het beste om een tijd in te stellen die aansluit op het natuurlijke dag- en nachtritme op aarde. Dat betekent een instelling waarbij de zon vroeg opkomt, wat het geval is bij de standaardtijd. Wanneer we het hele jaar door zomertijd instellen, is dat voor de gezondheid minder gunstig dan het hele jaar door standaardtijd. Dit blijkt uit studies naar slaap- en gezondheidsaspecten, zoals slaapduur en -kwaliteit, overgewicht, het aantal mensen met kanker, en de levensverwachting in het algemeen. Voor de volksgezondheid zou het zelfs nog beter zijn als Nederland de tijd rond de nulmeridiaan in Greenwich (Engeland) het hele jaar door instelt; dat is 1 uur vroeger dan onze standaardtijd. De huidige standaardtijd voor Nederland is sinds de Tweede Wereldoorlog wettelijk ingesteld, hoewel het geografisch gezien in de zone van de nulmeridiaan ligt. Dit literatuuronderzoek is in opdracht van het ministerie van VWS uitgevoerd. De studies waarop deze conclusies zijn gebaseerd, gaan over andere landen dan Nederland

    Standard time, summer time and health : A literature study into the health effects of different time settings

    No full text
    De Europese Commissie heeft in 2018 voorgesteld dat alle lidstaten een vaste tijdinstelling kiezen voor het hele jaar, en dus niet meer wisselen tussen standaardtijd (wintertijd) en zomertijd. Het RIVM heeft een internationaal literatuuronderzoek uitgevoerd naar de effecten op de gezondheid van deze twee tijdinstellingen, inclusief de effecten van de wisselingen. Het blijkt beter te zijn voor de volksgezondheid wanneer Nederland het hele jaar door de standaardtijd zou aanhouden. In Nederland wisselen we nu twee keer per jaar tussen de standaardtijd en zomertijd. Direct na de wisselingen slapen mensen slechter; vooral direct na de wisseling naar de zomertijd slapen mensen korter. Ook zijn er gezondheidseffecten te zien na de wisselingen. Zo komen er meer hartinfarcten voor direct na de wisseling naar de zomertijd. Zulke directe effecten treden niet meer op bij een vaste tijdinstelling voor het hele jaar. Vooral zonlicht heeft invloed op het bioritme van de mens - het moment waarop we 's ochtends wakker worden en 's avonds slaperig. Het is voor de volksgezondheid dan ook het beste om een tijd in te stellen die aansluit op het natuurlijke dag- en nachtritme op aarde. Dat betekent een instelling waarbij de zon vroeg opkomt, wat het geval is bij de standaardtijd. Wanneer we het hele jaar door zomertijd instellen, is dat voor de gezondheid minder gunstig dan het hele jaar door standaardtijd. Dit blijkt uit studies naar slaap- en gezondheidsaspecten, zoals slaapduur en -kwaliteit, overgewicht, het aantal mensen met kanker, en de levensverwachting in het algemeen. Voor de volksgezondheid zou het zelfs nog beter zijn als Nederland de tijd rond de nulmeridiaan in Greenwich (Engeland) het hele jaar door instelt; dat is 1 uur vroeger dan onze standaardtijd. De huidige standaardtijd voor Nederland is sinds de Tweede Wereldoorlog wettelijk ingesteld, hoewel het geografisch gezien in de zone van de nulmeridiaan ligt. Dit literatuuronderzoek is in opdracht van het ministerie van VWS uitgevoerd. De studies waarop deze conclusies zijn gebaseerd, gaan over andere landen dan Nederland

    Standard time, summer time and health : A literature study into the health effects of different time settings

    No full text
    Dit rapport bevat een erratum d.d. 31-10-2019 op pagina 65 De Europese Commissie heeft in 2018 voorgesteld dat alle lidstaten een vaste tijdinstelling kiezen voor het hele jaar, en dus niet meer wisselen tussen standaardtijd (wintertijd) en zomertijd. Het RIVM heeft een internationaal literatuuronderzoek uitgevoerd naar de effecten op de gezondheid van deze twee tijdinstellingen, inclusief de effecten van de wisselingen. Het blijkt beter te zijn voor de volksgezondheid wanneer Nederland het hele jaar door de standaardtijd zou aanhouden. In Nederland wisselen we nu twee keer per jaar tussen de standaardtijd en zomertijd. Direct na de wisselingen slapen mensen slechter; vooral direct na de wisseling naar de zomertijd slapen mensen korter. Ook zijn er gezondheidseffecten te zien na de wisselingen. Zo komen er meer hartinfarcten voor direct na de wisseling naar de zomertijd. Zulke directe effecten treden niet meer op bij een vaste tijdinstelling voor het hele jaar. Vooral zonlicht heeft invloed op het bioritme van de mens - het moment waarop we 's ochtends wakker worden en 's avonds slaperig. Het is voor de volksgezondheid dan ook het beste om een tijd in te stellen die aansluit op het natuurlijke dag- en nachtritme op aarde. Dat betekent een instelling waarbij de zon vroeg opkomt, wat het geval is bij de standaardtijd. Wanneer we het hele jaar door zomertijd instellen, is dat voor de gezondheid minder gunstig dan het hele jaar door standaardtijd. Dit blijkt uit studies naar slaap- en gezondheidsaspecten, zoals slaapduur en -kwaliteit, overgewicht, het aantal mensen met kanker, en de levensverwachting in het algemeen. Voor de volksgezondheid zou het zelfs nog beter zijn als Nederland de tijd rond de nulmeridiaan in Greenwich (Engeland) het hele jaar door instelt; dat is 1 uur vroeger dan onze standaardtijd. De huidige standaardtijd voor Nederland is sinds de Tweede Wereldoorlog wettelijk ingesteld, hoewel het geografisch gezien in de zone van de nulmeridiaan ligt. Dit literatuuronderzoek is in opdracht van het ministerie van VWS uitgevoerd. De studies waarop deze conclusies zijn gebaseerd, gaan over andere landen dan Nederland.This report contains an erratum d.d. 31-10-2019 on page 65 The European Commission has proposed in 2018 that all member states coordinate their clocks to a fixed time setting for the whole year, thus ending the practice of switching between standard time (winter time) and summer time. RIVM has conducted an international literature study into the health effects of the two time settings, including the effects of switching between them. If the Netherlands were to adhere to standard time all year round, this would appear to be beneficial for public health. In the Netherlands, we currently put our clocks forward or backward twice a year to switch between standard time and summer time. Immediately after this change, people's sleep is adversely affected; particularly after the clocks are put forwards to summer time, people tend to sleep less. There are also health effects after the switch. For instance, there is an increase in heart attacks following the switch to summer time. These direct effects would no longer occur if a fixed time were used throughout the entire year. Sunlight, in particular, affects human biorhythms - what time we tend to wake up in the morning or feel tired and ready to sleep in the evening. It would therefore be better for public health to stick to one time setting that was aligned with natural rhythm of the day and night. That means a setting whereby the sun rises early, which is the case with standard time. If we were to adopt summer time all year round, on the other hand, it would be less favourable to our health than using standard time all year round. This has become evident from research into sleep and health aspects, such as the duration and quality of our sleep, being overweight, the number of people developing cancer and life expectancy in general. For public health, it would be even better for the Netherlands to adopt Greenwich Mean Time all year round, which is 1 hour earlier than our current standard time. The current standard time for the Netherlands has been legally in place since the Second World War, although geographically we are located in the prime meridian time zone (GMT). The literature review was commissioned by the Dutch Ministry of Health, Welfare and Sport. The studies on which these conclusions are based relate to other countries than the Netherlands.Ministerie van VW

    Screen use and blue light : Extent of exposure and relationship with sleep

    No full text
    Veel volwassenen (58 procent) gebruiken in het laatste uur voordat ze gaan slapen een tablet, smartphone of computer. Ze doen dit meerdere keren per week of dagelijks. Het gebruik van deze apparaten kort voor het slapen gaat gepaard met minder en slechter slapen. Of het blauwe licht van deze schermen hier de directe oorzaak van is, is niet bewezen. Mogelijk zijn ook andere factoren van invloed, zoals een hogere alertheid door het gebruik van deze apparaten. Ook is het nog niet bekend of hierdoor op de lange termijn andere gezondheidseffecten ontstaan. Licht regelt in belangrijke mate onze biologische klok. Als die wordt verstoord, kunnen mensen slechter of korter slapen. Slechts vier procent kijkt minder dan één keer in de week voor het slapengaan naar een beeldscherm. Vijf procent van de volwassenen doet dit nooit. Televisiekijken voor het slapengaan, hangt niet samen met veranderingen in slaap. Bij het spelen van spelletjes en het kijken van filmpjes wordt over het algemeen minder blauw licht uitgezonden dan bij activiteiten zoals e-mailen en het volgen van sociale media. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM in samenwerking met het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS), Universiteit Utrecht. Hiervoor is voor het eerst een relatief groot aantal volwassenen geraadpleegd over dit onderwerp (bijna 16.000). Vanwege het hoge aantal dat kort voor het slapengaan schermen gebruikt, wordt verder onderzoek aanbevolen naar de relatie met slaap en mogelijke gezondheidseffecten op de lange termijn.Many adults (58 percent) use a tablet, smartphone or computer within the last hour before going to bed at night. They do this several times a week or daily. The use of these devices shortly before bedtime is associated with less sleep and poor sleep quality. Whether the blue light from these screens is the direct cause of this has not been proven. There may be other factors that influence it, such as greater alertness from the use of these devices. It is also not yet known whether there will be other long-term health effects. Light significantly controls our biological clock. When it is disturbed, people may sleep poorlier or shorter. Only four percent look at a screen less than once a week before bedtime. Five percent of adults never do so. Watching television before going to sleep is not related to changes in sleep. When playing games and watching movies, generally less blue light is transmitted than during activities such as e-mailing and following social media. This is evident from research conducted by RIVM in collaboration with the Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS), University of Utrecht. For the first time, a relatively large number of adults were consulted on this subject (almost 16,000). Due to the large group of people who use screens shortly before going to sleep, further research is recommended on the relationship with sleep and possible long-term health effects.NVW

    Schermgebruik en blauw licht : Omvang van blootstelling en relatie met slaap

    No full text
    Veel volwassenen (58 procent) gebruiken in het laatste uur voordat ze gaan slapen een tablet, smartphone of computer. Ze doen dit meerdere keren per week of dagelijks. Het gebruik van deze apparaten kort voor het slapen gaat gepaard met minder en slechter slapen. Of het blauwe licht van deze schermen hier de directe oorzaak van is, is niet bewezen. Mogelijk zijn ook andere factoren van invloed, zoals een hogere alertheid door het gebruik van deze apparaten. Ook is het nog niet bekend of hierdoor op de lange termijn andere gezondheidseffecten ontstaan. Licht regelt in belangrijke mate onze biologische klok. Als die wordt verstoord, kunnen mensen slechter of korter slapen. Slechts vier procent kijkt minder dan één keer in de week voor het slapengaan naar een beeldscherm. Vijf procent van de volwassenen doet dit nooit. Televisiekijken voor het slapengaan, hangt niet samen met veranderingen in slaap. Bij het spelen van spelletjes en het kijken van filmpjes wordt over het algemeen minder blauw licht uitgezonden dan bij activiteiten zoals e-mailen en het volgen van sociale media. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM in samenwerking met het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS), Universiteit Utrecht. Hiervoor is voor het eerst een relatief groot aantal volwassenen geraadpleegd over dit onderwerp (bijna 16.000). Vanwege het hoge aantal dat kort voor het slapengaan schermen gebruikt, wordt verder onderzoek aanbevolen naar de relatie met slaap en mogelijke gezondheidseffecten op de lange termijn
    corecore