77 research outputs found

    Grip op Mycosphaerella in komkommer

    Get PDF
    Mycosphaerella is de afgelopen jaren een toenemend probleem geworden en komt breed voor bij alle telers met verschillende teeltsystemen. De schade ten gevolge van Mycosphaerella verschilt per bedrijf, maar kan bij ernstige aantastingen oplopen naar € 1,10 per m2. Chemische bestrijding is lastig door het slinkende middelenpakket en het optreden van resistentieontwikkeling. Sturen op teelt- en klimaatmaatregelen is eveneens beperkt in perioden met een hoge infectiedruk. In opdracht van de landelijke commissie komkommer hebben Wageningen UR Glastuinbouw, Adviesbureau Aleid Dik en DLV Plant in de zomermaanden een kennisinventarisatie uitgevoerd over Mycosphaerella in de teelt van komkommer. Dit project had tevens tot doel om de witte vlekken in kennis op dit gebied aan te geven om hieruit suggesties te formuleren voor vervolgonderzoek. Via een brochure is de verzamelde kennis toegankelijk gemaakt voor telers en adviseurs. Brochure In de brochure zijn de uitkomsten van het onderzoek kort weergegeven met duidelijke en praktische tips om de kans op infectie van Mycosphaerella zoveel mogelijk te voorkomen. Daarin wordt ook antwoord gegeven op de meest actuele vragen die naar voren zijn gekomen uit de gesprekken met telers en adviseurs. Inhoud rapport Dit rapport geeft een compleet en actueel overzicht van alle beschikbare informatie uit de vakbladen en (inter)nationale literatuur. Daarnaast is deze kennis aangevuld met kennis vanuit de praktijk. Hiervoor zijn telefonische interviews gehouden met telers, adviseurs, fabrikanten en veredelaars. In het discussiehoofdstuk wordt afgewogen hoeveel van de beschikbare kennis uiteindelijk wordt gebruikt door telers en adviseurs en waar kansen om infectie te voorkomen nog onbenut blijven. Witte vlekken & vervolgonderzoek Opvallend zijn het grote aantal witte vlekken met betrekking tot factoren die het infectieproces van inwendig vruchtrot beïnvloeden en de tegenstrijdige resultaten tussen onderzoeken. Sturing met klimaatfactoren geeft tussen onderzoekers onderling tegenstrijdige resultaten (bijv. verband tussen plantbelasting en inwendig vruchtrot). Een grote onbekende is verder de invloed van worteldruk, omdat dit tot dusver nooit goed direct te meten was. Vanuit de praktijk leven er vragen als: Wat is de invloed van overgangsmomenten in plantbelasting? Wat is de effectiviteit van gewasbeschermingsmiddelen specifiek tegen Mycosphaerella ? Wat is het juiste klimaat en watergeefstrategie om aantasting te voorkomen? Adviezen voor vervolgonderzoeken zijn ondermeer om te investeren in een waarschuwingssysteem (zodat tijdig bijgestuurd kan worden op teelt- en klimaatfactoren) en om gewasbeschermingsmiddelen gericht te testen op hun effectiviteit tegen Mycosphaerella. Conclusies Op korte termijn zijn er nieuwe middelen ter verwachten tegen Mycosphaerella die weinig gevoelig zijn voor resistentieontwikkeling. Toch blijft het zaak om nog meer aandacht te besteden aan preventie van Mycosphaerella door bijvoorbeeld te kiezen voor een cultivar met kleine bloemen en te letten op een nog effectievere sturing van teelt- en klimaatfactoren

    Blood transfusions for severe malaria-related anemia in Africa: a decision analysis

    Get PDF
    Severe childhood malarial anemia is commonly treated using blood transfusion. Although transfusion may decrease short-term mortality, the risk of human immunodeficiency virus (HIV) transmission is considerable in Africa. We constructed a decision tree to weigh the short-term mortality benefit of transfusion against HIV infection risk. Probability estimates were derived from published studies. The base-case was a two-year-old child with a 13.5% mortality risk to be transfused with screened or unscreened blood (1% or 13% HIV contamination risk, respectively), with reduction of mortality to 5.5% by transfusion (odds ratio=2.7), and a 2.4% risk of fatal transfusion complications. A sensitivity analysis was performed to assess the influence of variation in these estimates. If a child developed acquired immunodeficiency syndrome, survival was weighed as one-tenth of normal survival. For the base-case, we found that transfusion with screened blood provided a survival benefit of 5%. In contrast, transfusion with unscreened blood decreased survival by 2%. Patients with a mortality risk < 5% derived no benefit from a transfusion with screened blood. Other important factors for the benefit of transfusion were the effectiv

    Luchtvochtigheid

    Get PDF

    Mogelijkheden voor geïntegreerde bestrijding van Botrytis in potplanten : teeltmaatregelen en gewasbeschermingsmiddelen van natuurlijke oorsprong

    Get PDF
    In de periode van 1999 tot 2001 werd op het Praktijkonderzoek Plant en Omgeving onderzoek verricht naar de mogelijkheden van geïntegreerde bestrijding van Botrytis cinerea in bloeiende potplanten. Het doel van dit project was het vaststellen van de effectiviteit van met name teeltmaatregelen tegen Botrytis cinerea in potplanten als onderdeel van een geïntegreerde bestrijding. Daarnaast werd de effectiviteit van een aantal gewasbeschermingsmiddelen van natuurlijke oorsprong bepaald. Indien deze maatregelen effectief zijn kan een verminderde afhankelijkheid van chemische bestrijdingsmiddelen gerealiseerd worden. Verdeeld over een aantal proeven werd het onderzoek uitgevoerd met Poinsettia (1999 en 2001), Cyclamen (1999) en Saintpaulia (1999, 2000)

    Grip op Mycosphaerella in komkommer : beknopte weergave van beschikbare kennis

    Get PDF
    Mycosphaerella is de afgelopen jaren een toenemend probleem geworden en komt breed voor bij alle telers met verschillende teeltsystemen. De schade ten gevolge van Mycosphaerella verschilt per bedrijf, maar kan bij ernstige aantastingen oplopen naar € 1,10 per m2. Chemische bestrijding is lastig door het slinkende middelenpakket en het optreden van resistentieontwikkeling. Sturen op teelt- en klimaatmaatregelen is eveneens beperkt in perioden met een hoge infectiedruk. In opdracht van de landelijke commissie komkommer hebben Wageningen UR Glastuinbouw, Adviesbureau Aleid Dik en DLV Plant in de zomermaanden een kennisinventarisatie uitgevoerd over Mycosphaerella in de teelt van komkommer. Dit project had tevens tot doel om de witte vlekken in kennis op dit gebied aan te geven om hieruit suggesties te formuleren voor vervolgonderzoek. Via een brochure is de verzamelde kennis toegankelijk gemaakt voor telers en adviseurs. Brochure In de brochure zijn de uitkomsten van het onderzoek kort weergegeven met duidelijke en praktische tips om de kans op infectie van Mycosphaerella zoveel mogelijk te voorkomen. Daarin wordt ook antwoord gegeven op de meest actuele vragen die naar voren zijn gekomen uit de gesprekken met telers en adviseurs. Inhoud rapport Dit rapport geeft een compleet en actueel overzicht van alle beschikbare informatie uit de vakbladen en (inter)nationale literatuur. Daarnaast is deze kennis aangevuld met kennis vanuit de praktijk. Hiervoor zijn telefonische interviews gehouden met telers, adviseurs, fabrikanten en veredelaars. In het discussiehoofdstuk wordt afgewogen hoeveel van de beschikbare kennis uiteindelijk wordt gebruikt door telers en adviseurs en waar kansen om infectie te voorkomen nog onbenut blijven. Witte vlekken & vervolgonderzoek Opvallend zijn het grote aantal witte vlekken met betrekking tot factoren die het infectieproces van inwendig vruchtrot beïnvloeden en de tegenstrijdige resultaten tussen onderzoeken. Sturing met klimaatfactoren geeft tussen onderzoekers onderling tegenstrijdige resultaten (bijv. verband tussen plantbelasting en inwendig vruchtrot). Een grote onbekende is verder de invloed van worteldruk, omdat dit tot dusver nooit goed direct te meten was. Vanuit de praktijk leven er vragen als: Wat is de invloed van overgangsmomenten in plantbelasting? Wat is de effectiviteit van gewasbeschermingsmiddelen specifiek tegen Mycosphaerella ? Wat is het juiste klimaat en watergeefstrategie om aantasting te voorkomen? Adviezen voor vervolgonderzoeken zijn ondermeer om te investeren in een waarschuwingssysteem (zodat tijdig bijgestuurd kan worden op teelt- en klimaatfactoren) en om gewasbeschermingsmiddelen gericht te testen op hun effectiviteit tegen Mycosphaerella. Conclusies Op korte termijn zijn er nieuwe middelen ter verwachten tegen Mycosphaerella die weinig gevoelig zijn voor resistentieontwikkeling. Toch blijft het zaak om nog meer aandacht te besteden aan preventie van Mycosphaerella door bijvoorbeeld te kiezen voor een cultivar met kleine bloemen en te letten op een nog effectievere sturing van teelt- en klimaatfactoren

    Plasma oxylipins and their precursors are strongly associated with COVID-19 severity and with immune response markers

    Get PDF
    COVID-19 is characterised by a dysregulated immune response, that involves signalling lipids acting as mediators of the inflammatory process along the innate and adaptive phases. To promote understanding of the disease biochemistry and provide targets for intervention, we applied a range of LC-MS platforms to analyse over 100 plasma samples from patients with varying COVID-19 severity and with detailed clinical information on inflammatory responses (> 30 immune markers). The second publication in a series reports the results of quantitative LC-MS/MS profiling of 63 small lipids including oxylipins, free fatty acids, and endocannabinoids. Compared to samples taken from ward patients, intensive care unit (ICU) patients had 2-4-fold lower levels of arachidonic acid (AA) and its cyclooxygenase-derived prostanoids, as well as lipoxygenase derivatives, exhibiting negative correlations with inflammation markers. The same derivatives showed 2-5-fold increases in recovering ward patients, in paired comparison to early hospitalisation. In contrast, ICU patients showed elevated levels of oxylipins derived from poly-unsaturated fatty acids (PUFA) by non-enzymatic peroxidation or activity of soluble epoxide hydrolase (sEH), and these oxylipins positively correlated with markers of macrophage activation. The deficiency in AA enzymatic products and the lack of elevated intermediates of pro-resolving mediating lipids may result from the preference of alternative metabolic conversions rather than diminished stores of PUFA precursors. Supporting this, ICU patients showed 2-to-11-fold higher levels of linoleic acid (LA) and the corresponding fatty acyl glycerols of AA and LA, all strongly correlated with multiple markers of excessive immune response. Our results suggest that the altered oxylipin metabolism disrupts the expected shift from innate immune response to resolution of inflammation.Analytical BioScience

    Severe COVID-19 Is Characterised by Perturbations in Plasma Amines Correlated with Immune Response Markers, and Linked to Inflammation and Oxidative Stress

    Get PDF
    The COVID-19 pandemic raised a need to characterise the biochemical response to SARS-CoV-2 infection and find biological markers to identify therapeutic targets. In support of these aims, we applied a range of LC-MS platforms to analyse over 100 plasma samples from patients with varying COVID-19 severity and with detailed clinical information on inflammatory responses (>30 immune markers). The first publication in a series reports the results of quantitative LC-MS/MS profiling of 56 amino acids and derivatives. A comparison between samples taken from ICU and ward patients revealed a notable increase in ten post-translationally modified amino acids that correlated with markers indicative of an excessive immune response: TNF-alpha, neutrophils, markers for macrophage, and leukocyte activation. Severe patients also had increased kynurenine, positively correlated with CRP and cytokines that induce its production. ICU and ward patients with high IL-6 showed decreased levels of 22 immune-supporting and anti-oxidative amino acids and derivatives (e.g., glutathione, GABA). These negatively correlated with CRP and IL-6 and positively correlated with markers indicative of adaptive immune activation. Including corresponding alterations in con-valescing ward patients, the overall metabolic picture of severe COVID-19 reflected enhanced metabolic demands to maintain cell proliferation and redox balance, alongside increased inflammation and oxidative stress

    Severe COVID-19 is characterised by perturbations in plasma amines correlated with immune response markers, and linked to inflammation and oxidative stress

    Get PDF
    The COVID-19 pandemic raised a need to characterise the biochemical response to SARS-CoV-2 infection and find biological markers to identify therapeutic targets. In support of these aims, we applied a range of LC-MS platforms to analyse over 100 plasma samples from patients with varying COVID-19 severity and with detailed clinical information on inflammatory responses (>30 immune markers). The first publication in a series reports the results of quantitative LC-MS/MS profiling of 56 amino acids and derivatives. A comparison between samples taken from ICU and ward patients revealed a notable increase in ten post-translationally modified amino acids that correlated with markers indicative of an excessive immune response: TNF-alpha, neutrophils, markers for macrophage, and leukocyte activation. Severe patients also had increased kynurenine, positively correlated with CRP and cytokines that induce its production. ICU and ward patients with high IL-6 showed decreased levels of 22 immune-supporting and anti-oxidative amino acids and derivatives (e.g., glutathione, GABA). These negatively correlated with CRP and IL-6 and positively correlated with markers indicative of adaptive immune activation. Including corresponding alterations in convalescing ward patients, the overall metabolic picture of severe COVID-19 reflected enhanced metabolic demands to maintain cell proliferation and redox balance, alongside increased inflammation and oxidative stress.Analytical BioScience
    corecore