Les partis politiques en France

Like European political parties, French political parties face a number of challenges and are subject to many tensions at the dawn of the twenty-first century, even though their attractiveness has never seemed so low. arrangement around the Rassemblement pour la Republique (RPR) and the Union for French Democracy (UDF) on the right, and the Socialist Party (PS) and the French Communist Party (PCF) on the left, the party system itself has even considerably evolved under the effect of the recomposition of the parliamentary right, the collapse of the Communist Party or the breakthrough of newcomers, such as the National Front or the Greens. After the sequence of presidential and legislative elections of 2012, this book analyzes in depth the state of each of the active parties in the political system. How does each of them position themselves in relation to the transformations of partisan activity? How do parties interpret the mutations they face? How do they deal with the disaffection they experience? What ideological and organizational evolutions do they know? These issues are discussed in this reference book. The authors present an original overall picture, systematically offering a party analysis at work in the French political system; which is completed by a reflection on the major transformations of the electoral geography.

De Brusselse instellingen

Vaststellingen Het huidige statuut van Brussel is niet het gevolg van een bewuste keuze. Het statuut van Brussel heeft wat dat betreft veel gemeen met dat van België in het algemeen: niemand heeft het zo gewild. Niemand heeft ooit dit Brussel als wenselijke oplossing nagestreefd. De Belgische en Brusselse instellingen zijn gebouwd op de in 1963 vastgelegde taalgrens (met discussie over de vraag of die grens nog kan wijzigen), op een territoriale regeling van het taalgebruik (met uitzondering..

The institutions of Brussels

Observations The present statute of Brussels is not the result of a conscious choice and seems more akin to the statute of Belgium in general, as no one wanted it to be this way. No one has ever striven for this Brussels as a desirable solution. The institutions of Belgium and Brussels are built on the linguistic frontier established in 1963 (with discussion about the question of whether this frontier can still change), on a territorial agreement concerning language use (excluding the languag..

Les institutions bruxelloises

Constats Le statut actuel de Bruxelles n’est pas le résultat d’un choix délibéré. Il ressemble en cela à celui de la Belgique en général : personne ne l’a voulu tel qu’il est, personne ne trouve qu’il représente une solution souhaitable. Les institutions belges et bruxelloises ont été créées sur la base de la frontière linguistique fixée en 1963 (la question restant posée de l’éventualité de modifier cette frontière), d’un règlement territorial de l’emploi des langues (assorti d’exceptions le..

Verschuivingen in het stemgedrag in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tussen de regionale verkiezingen van juni 2009 en de federale stembusgang van 13 juni 2010

Binnen de Brusselse politieke ruimte heeft de federale verkiezing van 13 juni 2010 niet zulke spectaculaire verschuivingen in stemgedrag teweeg gebracht als in Vlaanderen of in Wallonië wanneer we vergelijken met de verkiezingen van 2007. Desalniettemin zijn er belangrijke veranderingen vast te stellen, voornamelijk de vooruitgang van de Parti Socialiste (PS) en het electorale verlies van de Mouvement Réformateur (MR). Binnen het kader van de timing van het politieke en electorale leven is het toch interessant te kijken naar de laatste stembusgang – de Brusselse regionale verkiezingen van 2009 – om de bewegingen te analyseren die hebben plaatsgevonden op politiek “korte” termijn, terwijl het politieke leven eigenlijk toch geritmeerd wordt door evenementen en veranderingen die soms zeer snel de percepties en de representaties rond de partijen en rond het politieke leven beïnvloeden. Het zijn de verschuivingen tussen de regionale verkiezing van 2009 en de federale verkiezing van 2010 die we in deze bijdrage analyseren. Deze analyse baseert zich op een “exit poll” die door het Centre d’étude de la vie politique van de Université libre de Bruxelles (ULB) afgenomen werd bij 3 000 Brusselaars.Dans l’espace politique bruxellois, l’élection fédérale du 13 juin 2010 n’a pas occasionné des mouvements de voix aussi spectaculaires qu’en Flandre ou qu’en Wallonie si l’on se réfère aux élections intervenues en 2007. Des changements importants s’y donnent néanmoins à voir, en particulier la progression du parti socialiste et le recul électoral du Mouvement réformateur. Il est néanmoins intéressant, dans le timing de la vie politique et électorale, de se reporter au dernier scrutin en date – les élections régionales bruxelloises de 2009 – pour analyser les mouvements intervenus dans le temps « court » de la vie politique, où cette dernière est rythmée par des événements et des changements qui affectent, parfois rapidement les perceptions et les représentations des partis et de la vie politique. Ce sont les mouvements entre l’élection régionale 2009 et l’élection fédérale de 2010 que nous analysons dans cette contribution. Le travail se fonde sur une enquête « sortie des urnes » organisée par le Centre d’étude de la vie politique de l’Université libre de Bruxelles (ULB) auprès de 3 000 Bruxellois.In the Brussels political area, the 13 June 2010 federal elections did not bring about shifts in the electorate which were as spectacular as those seen in Flanders or Wallonia if we refer to the 2007 elections. Significant changes may nevertheless be seen, in particular the progress made by the Socialist Party and the Reform Movement’s loss of ground during the elections. It is nevertheless interesting, in the timing of political and electoral life, to turn to the last elections – the 2009 Brussels regional elections – in order to analyse the shifts which occurred in the Brussels spectrum in the “short” period of political life, punctuated by events and changes which affect – sometimes quickly – the perceptions and the representations of parties and political life. The shifts which took place between the 2009 regional elections and the 2010 federal elections are analysed in this article. The work is based on an exit poll organised by the Centre d’étude de la vie politique (CEVIPOL) at Université libre de Bruxelles (ULB), with 3 000 inhabitants of Brussels

Les mouvements de voix dans la Région de Bruxelles-Capitale entre l’élection régionale de juin 2009 et le scrutin fédéral du 13 juin 2010

Dans l’espace politique bruxellois, l’élection fédérale du 13 juin 2010 n’a pas occasionné des mouvements de voix aussi spectaculaires qu’en Flandre ou qu’en Wallonie si l’on se réfère aux élections intervenues en 2007. Des changements importants s’y donnent néanmoins à voir, en particulier la progression du parti socialiste et le recul électoral du Mouvement réformateur. Il est néanmoins intéressant, dans le timing de la vie politique et électorale, de se reporter au dernier scrutin en date – les élections régionales bruxelloises de 2009 – pour analyser les mouvements intervenus dans le temps « court » de la vie politique, où cette dernière est rythmée par des événements et des changements qui affectent, parfois rapidement les perceptions et les représentations des partis et de la vie politique. Ce sont les mouvements entre l’élection régionale 2009 et l’élection fédérale de 2010 que nous analysons dans cette contribution. Le travail se fonde sur une enquête « sortie des urnes » organisée par le Centre d’étude de la vie politique de l’Université libre de Bruxelles (ULB) auprès de 3 000 Bruxellois.Binnen de Brusselse politieke ruimte heeft de federale verkiezing van 13 juni 2010 niet zulke spectaculaire verschuivingen in stemgedrag teweeg gebracht als in Vlaanderen of in Wallonië wanneer we vergelijken met de verkiezingen van 2007. Desalniettemin zijn er belangrijke veranderingen vast te stellen, voornamelijk de vooruitgang van de Parti Socialiste (PS) en het electorale verlies van de Mouvement Réformateur (MR). Binnen het kader van de timing van het politieke en electorale leven is het toch interessant te kijken naar de laatste stembusgang – de Brusselse regionale verkiezingen van 2009 – om de bewegingen te analyseren die hebben plaatsgevonden op politiek “korte” termijn, terwijl het politieke leven eigenlijk toch geritmeerd wordt door evenementen en veranderingen die soms zeer snel de percepties en de representaties rond de partijen en rond het politieke leven beïnvloeden. Het zijn de verschuivingen tussen de regionale verkiezing van 2009 en de federale verkiezing van 2010 die we in deze bijdrage analyseren. Deze analyse baseert zich op een “exit poll” die door het Centre d’étude de la vie politique van de Université libre de Bruxelles (ULB) afgenomen werd bij 3 000 Brusselaars.In the Brussels political area, the 13 June 2010 federal elections did not bring about shifts in the electorate which were as spectacular as those seen in Flanders or Wallonia if we refer to the 2007 elections. Significant changes may nevertheless be seen, in particular the progress made by the Socialist Party and the Reform Movement’s loss of ground during the elections. It is nevertheless interesting, in the timing of political and electoral life, to turn to the last elections – the 2009 Brussels regional elections – in order to analyse the shifts which occurred in the Brussels spectrum in the “short” period of political life, punctuated by events and changes which affect – sometimes quickly – the perceptions and the representations of parties and political life. The shifts which took place between the 2009 regional elections and the 2010 federal elections are analysed in this article. The work is based on an exit poll organised by the Centre d’étude de la vie politique (CEVIPOL) at Université libre de Bruxelles (ULB), with 3 000 inhabitants of Brussels

The crisis of party democracy, cognitive mobilization, and the case for making parties more deliberative

The much-discussed crisis of political parties poses a challenge to democratic theorists as institutional designers: how can the capacity of parties to mediate between society and state be resuscitated? In this paper, we suggest that parties need to become more internally deliberative, allowing partisans to debate policy and more general visions for the polity. We outline a prescriptive model of deliberative intra-party democracy, drawing on the empirical literature on the changing structure of civic and political engagement. We argue that deliberative reforms are the most appropriate response to the demands of an increasingly more cognitively mobilized citizenry which seeks self-expression and non-hierarchical forms of political engagement. We highlight the model’s distinctive strengths and defend it against several objections

Electoral Performance and Policy Choices in the Front National

This article proposes a two-level analysis of the Front National (FN) in the 2017 French presidential and parliamentary elections. The first level focuses on the electoral performances of Marine Le Pen and the FN and analyses both elections in terms of gains and losses at the polls. The second level considers FN policy and argues that the party went into these elections with a programme targeting both left- and right-leaning voters, attempting a policy synthesis that partly fitted and partly subverted Kirchheimer’s paradigm of the ‘catch-all’ party. Both levels of analysis link to a number of strategic considerations prompting debate within the party over the direction to take in order to improve its future electoral prospects