522 research outputs found
Spechten als mogelijke oorzaak van schade aan laanbomen in boomkwekerijen : een studie uitgevoerd in opdracht van het Productschap Tuinbouw
De laatste jaren veroorzaken spechten steeds meer schade op kwekerijen van laanbomen. Er zijn meerdere bedrijven bekend waarop recentelijk (vanaf 2006) schade is aangericht. Bestrijding van spechten is bij wet aan banden gelegd en het is lastig de schade vergoed te krijgen bij het Faunafonds, aangezien er nog maar weinig bekend is over de achtergronden van een aantal schadebeelden, waaronder kerven in de stammen van de bomen, die op sommige kwekerijen massaal voorkomen en leiden tot substantiële waardevermindering van de bomen. Om schade in de toekomst te kunnen voorkomen is nodig om meer inzicht te krijgen in het fenomeen en de achtergronden daarvan. Op verzoek van het Productschap Tuinbouw is door Alterra een vervolgonderzoek op een eerder verkennend onderzoek uitgevoerd. Ook deze studie heeft een verkennend karakter
Moerdijk milieuwinst mogelijk? : onderzoek naar de effecten op milieu en leefbaarheid van de aanleg van een nieuw logistiek bedrijventerrein in de gemeente Moerdijk
De Stichting Behoud Buitengebied Moerdijk (SBBM) probeert te voorkomen dat rijk, provincie en de gemeente Moerdijk een nieuw logistiek bedrijventerrein van 150 ha ontwikkelen in het buitengebied van Moerdijk. Omdat de SBBM twijfels had bij de argumentatie van de overheden, heeft zij de Wetenschapswinkel van Wageningen UR gevraagd onderzoek te doen naar de milieueffecten en de gevolgen voor de leefbaarheid van de aanleg van dit bedrijventerrein. De aanleg van het bedrijventerrein levert financiële middelen op waarmee de gemeente een aantal knelpunten kan oplossen. Bedrijven die in de kleine kernen hinder opleveren en gezondheidsrisico’s met zich meebrengen kunnen naar elders worden verplaatst. De gemeente claimt dat er sprake is van milieuwinst en van verbetering van de leefbaarheid. Alterra heeft onderzocht in hoeverre het totaal aan projecten winst oplevert voor milieu en leefbaarheid. Uit het onderzoek blijkt dat er geen sprake is van milieuwinst, maar van verplaatsing van effecten op het milieu. Verder blijkt dat de leefbaarheid in de kernen inderdaad vooruit gaat. In de omgeving van het logistieke park en langs de toegangs- en snelwegen verslechtert de leefbaarheid, mede door nieuw aangetrokken bedrijvigheid, maar hiervan ondervinden minder woningen overlast dan in de oude situatie
Natuurtoets vuurwerkconcentratiegebieden; effecten op flora en fauna van de aanleg en het gebruik van twee terreinen voor de opslag en bewerking van vuurwerk
Bij Kollum en bij Ulicoten liggen terreinen die potentiëel geschikt zijn voor de opslag en bewerking van vuurwerk. In deze studie werd onderzocht of bij ingebruikneming als bedrijventerrein schade aan de natuur wordt aangericht. Op grond van juridische, bestuurlijke en ecologische criteria werd beoordeeld of dit ‘onaanvaardbaar’ is. Ook werden de mogelijkheden voor natuurontwikkeling aangegeven. In het veld en in archieven werden gegevens over planten en dieren verzameld. De gevolgen van mogelijke effecten werden beschreven en toegepast op de situatie van de beide locaties. Met inachtneming van randvoorwaarden werd geconcludeerd dat op de beide locaties geen ‘onaanvaardbare’ schade aan de natuur wordt berokkend wanneer die voor vuurwerkbedrijven worden ingerich
The Effect of PEO Ratio on Degradation, Calcification and Bone Bonding of PEO/PBT Copolymer (Polyactive)
In this study, we evaluated the effect of PEO/ PBT proportion on the behavior of a range of PEO/ PBT segmented copolymers (Polyactive) during subcutaneous and intrabony implantation in the rat. It was demonstrated that varying the PEO proportion affected degradation, calcification and bone-bonding. The PEO/PBT 70/30 and 60/40 showed extensive degradation after 1 year, PEO/PBT 55145 an intermediate degradation, and the 40/60 and 30170 copolymers showed little and hardly any degradation respectively. PEO content also affected the degree of calcification . PEO/PBT 70/30 showed extensive and early calcification whereas almost no calcification was seen with PEO/PBT 30170. Since calcified sites at the periphery of the polymeric implants were locations of preference for bone-bonding to occur, PEO/PBT proportion also influenced bone/PEO/PBT interactions. The materials with the highest PEO content most frequently showed morphological indications of bone-bonding , while the material with 30 % PEO showed no bone/biomaterial contact. The differences in bone-bonding activity were also reflected by the occurrence of an electron. dense zone at the bone-biomaterial interface which was morphologically similar to that observed for calcium phosphate ceramics
Natuurbalans '99: het bosbeleid gewogen
De belangrijkste punten uit de evaluatie van het Nederlandse bosbeleid en de toestand van het Nederlandse bos: trends in natuurlijkheidsontwikkeling, bosvitaliteit, bosuitbreiding, houtproductie en zelfvoorzieningsgraad, recreatie, duurzaaam bosbeheer en certificering, milieubeleid m.b.t. CO2-vastlegging in bossen, nieuwe overheidsregelinge
De hoogstamboomgaard natuurlijk: een oriënterend onderzoek naar natuurvriendelijk beheer en inrichting van hoogstamboomgaarden
De oppervlakte aan hoogstamboomgaarden in Midden en West Europa is de laatste vijftig jaar sterk afgenomen. Door het wegvallen van de productiewaarde was de noodzaak van het onderhoud en vernieuwing door aanplant verdwenen. Met het rooien van de hoogstamboomgaarden is er ook verlies geleden op het terrein vande biodiversiteit. Een voorbeeld daarvan is de teruggang in rassenvariatie. Waar vroeger tientallen fruitrassen met eigen smaak en gebruiksmogelijkheden op de markt kwamen, kunnen we nu nog maar enkele rassen in de schappen vinden. Deze teruggang in biodiversiteit heeft geleid tot grote inspanningen van pomologen fruitkundigen) om dit brede assortiment aan honderden fruitrassen in levende vorm te bewaren in collectieboomgaarden. Bij het bestuderen van allerlei buitenlandse initiatieven om hoogstamboomgaarden als kenmerkend landschapselement te behouden, blijkt de betekenis van de boomgaard voor de aanwezigheid van dieren en planten een zwaarwegende factor te zijn. Deze natuurwaarde is een belangrijk argument om hoogstamboomgaarden in stand te houden. De productie van fruit en sap in deze boomgaarden ondersteunt zo het instandhouden van een stukje natuurgebied. De slagzin van Duitse Naturschutzbund is niet voor niets: ¿Sapdrinkers zijn natuurbeschermers¿. In Nederland is de natuurwaarde van hoogstamboomgaarden nooit een belangrijk argument geweest in de strijd om het behoud van de boomgaarden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland en Engeland is er ook weinig onderzoek gedaan naar het voorkomen van dieren en planten in hoogstamboomgaarden. Het oriënterende onderzoek dat nu vanuit de Wetenschapswinkel van Wageningen Universiteit en Researchcentrum is uitgevoerd door het onderzoeksinstituut Alterra, geeft een actueel overzicht van het mogelijk voorkomen van dieren en planten en over de mogelijkheden om boomgaarden meer natuurvriendelijk in te richten en te beheren. Jessie Baeten, studente aan Saxion Hogeschool te Deventer, heeft een belangrijk deel van het onderzoek uitgevoerd en Henk van Blitterswijk heeft haar begeleid. Tien boomgaardeigenaren waren bereid om deel te nemen aan het veldonderzoek. Iedereen die bijgedragen heeft aan dit rapport wordt daarvoor bedank
Natuurtoets voor de verplaatsing van de 50 kV-schakelinstallatie in de gemeente Ede
Energiebedrijf NUON bereidt de sloop en herbouw voor van een transformatorstation. Dit rapport beschrijft de effecten van de werkzaamheden op aanwezige beschermde flora en fauna en op omliggende beschermde gebieden. Het rapport doet bovendien aanbevelingen voor duurzame instandhouding van natuurwaarden
Nationale parken in Nederland; bouwstenen voor het duurzaam voortbestaan van een kwalitatief hoogwaardig stelsel van nationale parken
Nederland heeft zich in 1969 aangesloten bij internationale afspraken over het instellen van grote waardevolle natuurgebieden als nationaal park. Naar verwachting zal in 2004 het beoogde stelsel van nationale parken gereed zijn. Het Samenwerkingsverband Nationale Parken (SNP) en de rijksoverheid hebben Alterra opdracht gegeven bouwstenen en visies te leveren voor een duurzaam voortbestaan van een kwalitatief hoogwaardig stelsel van nationale parken. Middels literatuurstudie en interviews is basismateriaal over het functioneren van (het stelsel van) de nationale parken verzameld. Op basis van een analyse van dit materiaal zijn vervolgens uitspraken gedaan gericht op de kansen en knelpunten die worden gesignaleerd in het functioneren van het stelsel van nationale parken en op de opties om een beter functioneren en duurzaam voortbestaan van het stelsel in de toekomst te bevorderen. Conclusies en aanbevelingen hebben zich toegespitst op het functioneren van het stelsel van nationale parken, de financieringsstructuur van het stelsel van nationale parken en het functioneren van de parken
Bospaden voor bosplanten; bospaden en -wegen als transportroute, vestigingsmilieu, refugium en uitvalsbasis voor bosplanten
In enkele Gelderse bossen is de relatie van bospaden en -wegen met oudbosplanten onderzocht. Veel karakteristieke planten voor oud bos komen alleen nog voor langs de paden en niet in het bos zelf. Veelal is het bos ongeschikt geraakt als habitat, omdat het te uniform of te donker is geworden en omdat verstoringen door beheersingrepen achterwege blijven. Het afsluiten van infrastructuur in en langs oude bossen en het opnemen van deze bossen in natuurboszones is dan ook desastreus voor het duurzaam voorkomen van oudbosplanten
Spint de natuur garen bij de herinrichting van het ENKA-terrein? Inventarisatie van beschermde en bedreigde planten- en diersoorten op het voormalige fabrieksterrein van ENKA in de gemeente Ede en inschatting van de effecten van sanering en herinrichting
De Grondbank Bennekomseweg Ede CV heeft samen met de gemeente Ede een stedenbouwkundige visie opgesteld voor de herontwikkeling van het bedrijventerrein van ENKA (AKZO). De aanwezigheid van verschillende soorten dieren en het ontbreken van gegevens hierover maakte inventarisaties noodzakelijk. Deze inventarisaties zijn uitgevoerd in 2005. Dit rapport geeft een overzicht van de aangetroffen soorten planten en dieren. Het rapport geeft een inschatting van de effecten van de plannen op de aangetroffen soorten en doet aanbevelingen voor een duurzame instandhouding van de soorten die wettelijke bescherming genieten en/of bedreigd zijn in hun voortbestaa
- …